100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Management accounting & control $6.97
Add to cart

Class notes

College aantekeningen Management accounting & control

1 review
 45 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Betreft de college aantekeningen voor het vak management accounting & control

Preview 4 out of 35  pages

  • August 9, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Class notes
  • R. stapper
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: paul15 • 3 year ago

avatar-seller
Opdrachten college 1 t/m 5




Hoofdstuk 1, 2, 4, 5 (156 tm 169), 6 en 14




1

,Samenvatting management accounting & control

College 1 - H1 en H2

Management accounting: wat een controller doet. Alles met getallen, budgetten
(kwantitatief)
Management control: is meer dan financieel. Hoe beheers je een organisatie. Motiveren van
personeel (kwalitatief).

Dit vak is gericht op de kosten en kostentoerekening

Contributie marge (CM) = verkoopprijs – variabele kosten (per product).  Welke marge
heb je over om je vaste kosten op te kunnen dekken?
- Q = hoeveel producten moet je verkopen om je vaste kosten te dekken
Break even punt (BE) in Q = Fixed costs / CM

Opportunity costs: gemiste opbrengsten van het beste niet gekozen alternatief. Uiteindelijk
moeten de opbrengsten – opportunity costs positief zijn, anders heb je verkeerde keuze
gemaakt  = de basis voor de beslissing

Opportunity set: de set van mogelijkheden waar je uit kan kiezen.

2 voorwaarden voor welke kosten en opbrengsten relevant zijn?
1. Kosten/opbrengsten liggen in de toekomst
2. Kosten/opbrengsten verschillen per alternatief

Opportunity costs are:
1. Forward looking  liggen in de toekomst
2. Geen uitgaven

Sunk costs: kosten die in verleden gemaakt zijn die niet meer ongedaan te maken zijn 
Moet beslissing niet beïnvloeden en niet meenemen in afweging.

Kosten functie = Y = ax + b




Fixed costs: kosten waar geen productie mee gemoeid is (verschillen niet bij output
verandering)
a. Is geen opportunity cost voor de beslissing om output te veranderen
b. Kunnen wel veranderen over tijd door wijziging in (inkoop)prijzen

Variable costs: kosten die afhangen van productie (verschillen bij output change)
2

,Marginal costs: het bedrag waarmee totale kosten toeneemt indien 1 extra product wordt
geproduceerd.
a. Marginale kosten in begin zijn hoger omdat er medewerkers in dienst moeten
worden genomen.
b. Op het einde loopt het ook weer op omdat er bijvoorbeeld uitbreiding nodig is van
ruimte/ extra machines etc.

Average costs: total costs / gemaakte producten
a. Neemt af als output toeneemt (dichtbij capaciteit)
b. Gaat om de steilheid van de lijn (hoe steiler de lijn hoe duurder)

Relevant range: aantallen (bijvoorbeeld tussen de 100 en 500) waar je ervaring mee hebt en
dus weet hoe de kosten zich gedragen.
- Als je dan een vraag krijgt over kosten op Q = 10.000 dan weet je dat dus niet

Step costs (trap kosten): bij bepaalde output-range zijn kosten gelijk, maar als er een
drempel wordt overschreden neemt deze kosten sterk toe (supervisor bij aannemen extra
personeel).

Mixed costs: kosten van elektriciteit zijn een mix tussen fixed en variable (energie kosten).

Cost driver: factor die omvang van kosten in belangrijke mate bepaalt (=verf bij verven van
gebouw).

Opdracht P2-5 even bekijken nog

Opdracht P2-9

Opdracht P2-37
 Breakeven quantity = Fixed costs (+ opportunity costs) / CM
 B) Opportunity costs

Operating leverage – hefboomeffect
a. Operating leverage = vaste kosten / totale kosten  hefboom
b. Hoe hoger percentage hoe belangrijker vaste kosten  hoe meer je moet verkopen
om vaste kosten te dekken = hoger risico, maar ook hoger rendement als je veel
verkoopt (marge neemt sneller toe). = Risico profiel




3

, College 2 – H4

How Einstein destroyed Vulkan: Hoe succesvol een wetenschapper ook is, het is niet per
definitie het geval zodat je zo maar alles kan verklaren.

Grondbeginselen economie
1. Mens is rationeel
2. Mens handelt uit eigen belang
3. Schaarste  keuzes maken
4. Nuts maximalisatie

Bedrijven bestaan omdat:
1. Kunnen samen meer produceren dan alleen
2. Vergroten de opportunity set

Principal (shareholder) - agent (mederwerker): = Agency problem: shareholders en
managers hebben andere belangen. Zorgen voor agency costs: firm value gaat naar
beneden door dat agents eigen belang na streven. Dit komt door informatie asymmetrie.

Horizon problem: agents hebben focus op korte termijn (omdat ze bijvoorbeeld weg gaan)
en streven niet lange termijn focus na van principaal.  Goal incongruence: agents hebben
andere goals dan principalen, dus moet je die overeen laten lopen.

Agency costs kunnen naar beneden worden gebracht door extra kosten te maken zoals
bijvoorbeeld magazijn bewaking etc.  kosten-baten analyse hier belangrijk.

Three legged stool (3 systemen) = organizational architecture:
1. Partition decision rights
2. Performance evaluation system
3. Performance reward system
 Je hebt een systeem nodig waarin alle drie de systemen naar voren komen. Deze
systemen moeten in verhouding met elkaar zijn = in balans  Indien er een wijzigt moeten
die andere twee mee veranderen.

Deze systemen controleren elkaar weer d.m.v. twee vormen van beslissen:

Twee vormen van beslissen (functiescheidingen): steps in decision making process:
1. Decision management = gericht op opportunity costs
a. 1. Initiation (voorstel wordt gedaan)
b. 3. Implementation (Voorstel wordt geïmplementeerd)
2. Decision control = gericht op accounting costs
a. 2. Ratification (beslissing wordt beheerst / goedgekeurd)
b. 4. Monitoring (wordt vervolgens weer gemonitord)  accounting role op
basis van accounting costs.
 In elk proces ga je bovenste vier stappen door om agency costs op te lossen (door taken
te scheiden).  Resolving agency problems door hiërarchische indeling tussen decision
management and control  functiescheidingen lost agency problem op!!!

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller duvo101. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97  7x  sold
  • (1)
Add to cart
Added