1.1 Van bedrijfsfunctie naar bedrijfsproces (pg 14)
- Bedrijfsfunctie = organisatorische eenheid waarbinnen dezelfde activiteiten worden uitgevoerd (vb.
aankoop, verkoop, boekhouding)
- Lijn-staforganisatie = organisatie met structuur van leidinggevenden
- Value chain = bedrijfsvoering wordt bepaald door weg die afgelegd wordt voor product (vb. grondstof
eerst in productieafdeling -> dan naar kwaliteitsafdeling
- Bedrijfsproces = inputs omzetten in outputs -> starten met klantvraag & eindigen met product voor die
Klant
= verzameling van activiteiten die start met trigger & eindigt bij opleveren van 1/meer
producten
1.2 ERP & procesmodellen (pg 16)
- Business Process Redesign = ipv functiegericht hun eigen verantwoordelijkheid doen -> alles procesgericht
doen
Events sturen bedrijfsproces (= event driven process chain)
- H2R = Hire-to-retire = personeelsproces van aanwerving & selectie tot en met einde van zijn job
- O2C = Order-to-cash = verkoopproces van klantvraag (offerte/order) tot ontvangen van zijn geld
Volledig afhandelen van offerte/order, levering, factuur & betaling
- P2P = Purchase-to-pay = inkoopproces van inkoopofferte/order tot ontvangen van goederen, factuur &
betalen van deze factuur
1.3 ERP en Business Management (pg 20)
- ERP = middelen (resources) van hele onderneming (Enterprise) laten afstemmen op elkaar
- Nadeel ERP-pakket gebruiken:
o Grote kosten voor implementatie
o Periodiek betalen voor gebruik van licenties & software
- <-> eilandautomatisering = niet-geïntegreerde oplossing in afzonderlijk geautomatiseerde systemen
(tegenovergestelde van ERP)
- Business Management (BM) = moderne vorm van ERP + besturen van & beslissen over bedrijfsprocessen
o Legt meer nadruk op managementkenmerken
- Bedrijfsbeheersing = bedrijf zodanig besturen dat bedrijf kant uitgaat dat management wil
2 ERP nader toegelicht (pg 27)
2.1 ERP in historisch perspectief (pg 28)
- MRP I = Material Requirements Planning = methode waarmee materialen voor productieproces gepland
kan worden door verwachte verkoop in periode -> doel: stabiel hoofdproductieplan
- Stuklijst: overzicht van materiaal dat nodig is om 1 product te maken
1
,Eline Opsommer 2e jaar Toegepaste ICT-Apps&Gamification
- MRP II = Manufacturing Resource Planning = methode om materialen + MACHINES & MENSEN te plannen
voor product te maken
- ERP = pakket: met geïntegreerde functionaliteit voor alle bedrijfsprocessen met 1 centrale database
= verschijnsel: geïntegreerd plannings- & besturingsconcept om interacties met omgeving
(klanten, leveranciers,..) te ondersteunen
- Maatwerksoftware = software die ontworpen wordt aangepast aan bepaalde klant
- Brancheoplossingen = aanvulling op basis ERP-pakket specifiek voor bepaalde sector (vb. textiel)
2.2 ERP II/extended ERP (pg 32)
- ERP I = intra-enterprise collaboration = samenwerking binnen eigen onderneming
- ERP II = uitbreiding -> samenwerking met andere bedrijven (leveranciers & klanten)
- CRM = Customer Relationship Management = klanten kennen
o Klantgegevens, aankoopgedrag & gegevens uit externe bronnen met elkaar combineren &
analyseren
Doel: betere klanttevredenheid & meer winst maken
- SCM = Supply Chain Management = invloed uitoefenen op zijn eigen plaats in supply chain, keten van
bedrijven die ketting vormen van oerproducent tot consument voor bepaald product
Bestaansrecht verdedigen
- Track & trace = om producten/zendingen te kunnen opvolgen & opsporen
2.3 Voordelen & nadelen van ERP (pg 36)
- BOB: Best-of-breed = geen geïntegreerd systeem & per bedrijfsfunctie staan er allemaal losse systemen die
op bepaalde manier met elkaar verbonden zijn
- Voor ERP kiezen voor betere controle uit te oefenen op bedrijfsprocessen -> kostenvoordelen uit halen
- Voordelen: integratie, procesgerichtheid, gebruiksgemak, openheid, 1 leverancier & internationalisering
- Nadelen: lange implementatietrajecten, complexiteit & geen maatwerkoplossing
2.4 Leveranciers van ERP-systemen (pg 40)
- SAP, Oracle & Microsoft Dynamics
3 Microsoft Dynamics NAV (pg 47)
3.1 Algemene introductie van Microsoft Dynamics (pg 48)
3.2 Role Tailored Client (pg 48)
- = userinterface voor eindgebruikers
o Rolgebaseerd & sluit nauw aan op behoeften van gebruiker
o Vb. roles: directeur, directeur-MKB, financieel manager, boekhouder, ICT manager,..
3.3 Classic Client (pg 56)
- Vooral gebruikt voor systeembeheerders, consultants & programmeurs
3.4 Enkele bijzonderheden bij gebruiken van ERP-systemen (pg 57)
- ERP = standaardsoftware die aanpasbaar is
o Bedrijfsprocessen gaan aanpassen aan werking van ERP-systeem
OF
o ERP-systeem aan laten passen aan eigen bedrijfsprocessen
3.5 Add-ons en branchetoepassingen (pg 60)
- Add-on = extra functionaliteit die bestaat toevoegen aan bestaand ERP-pakket zodat je niet maatwerk-
software moet laten maken
o Vb. productconfigurator: aan de hand van een wizard een product samenstellen
2
, Eline Opsommer 2e jaar Toegepaste ICT-Apps&Gamification
4 Marketing & verkoopproces: O2C-cycle (pg 71)
4.1 Klant (pg 72)
- Op klant kaart staan:
o Stamgegevens: vb. naam, adres, woonplaats
o Contactgegevens
o Transactiegegevens: gegevens over alle offertes, orders,.. van die klant
- Klantboekingsgroepen = bij orders, facturen, creditnota’s,.. gegevens gebruiken die op die boekingsgroep
zijn ingesteld
- 2 soorten kredietwaardigheid: qua bedrag & qua termijn
4.2 Verkoopproces (OC2-cycle) (pg 77)
- Verschil Available to Promise (ATP) & Capable to Promise :
o ATP = echte aanwezige goederen
o CTP = aanwezige goederen die er zal liggen tegen leverdatum aan klant
- Reconciliatie = vereffening van verkoopfactuur door betaling van klant -> op elkaar afstemmen
- Raamcontract = afspraken vastgelegd in contract over omvang van afname in periode (vb. in jaar)
- RMA-procedure (Returned Material Authorisation) = methode om retourontvangsten op goede manier af
te handelen
o RMA-document = bewijs voor klant dat retourzending vooraf door verkoopafdeling is
goedgekeurd
4.3 Marketing (pg 89)
4.4 Customer Relationship Management (pg 91)
- Relaties onderhouden met zijn klanten
5.1 Leverancier en artikel (pg 108)
- Basiseenheid van artikel = maat waarin artikel op voorraad wordt gehouden (vb. stuks, doos, liter, kg)
- Aanvullingsmethode = bepaalt of we artikel aankopen of produceren
- Veiligheidsvoorraad: minimum voorraad om verkoopproces/productieproces niet te stoppen
- Waarderingsmethode: bepaalt hoe kostprijs van product wordt berekend (vb. LIFO, FIFO)
- Productboekingsgroepen: bepalen hoe boeking wordt vastgelegd op basis van soort artikel dat ingekocht
of verkocht wordt
- Artikelleverancier: ≠ leveranciers kunnen zelfde artikel leveren -> met artikelleverancier leverancier van
bepaald artikel opgeven
- Artikelherindelingsdagboek -> om voorraden te verplaatsen van ene vestiging naar andere op zelfde
plaats
- B2B = Business to business = transacties tussen ondernemingen zelf
- B2C = Business to consumers = transacties met consumenten
5.2 Inkoopproces (P2P-cycle) (pg 112)
- Three-way-match = vaststellen dat goederenontvangst & inkoopfactuur & gegevens van inkooporder
kloppen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller crzyelinee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.