Privaatrecht alle aantekeningen hoorcolleges + alle opdrachten werkcolleges Semester 2.2
16 views 2 purchases
Course
Privaatrecht
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Book
Basisboek Recht
Dit bestand betreft alle aantekeningen van de hoorcolleges en alle opdrachten van de werkcolleges van het vak Privaatrecht. Dit vak is gegeven in semester 2.2 van de opleiding Financieel Management (de eerste jaar van de opleidingen accountancy, finance & control en fiscaal recht en economie wordt ...
Privaatrecht alle aantekeningen hoorcolleges + alle opdrachten
werkcolleges Semester 2.2
Privaatrecht hoorcollege week 1
Programma:
Inleiding goederenrecht
- Wat is goederenrecht?
- Wat zijn goederen?
- Absolute rechten
Vermogensrecht
Vermogen: op geld waardeerbare rechten (activa) en verplichtingen (passiva)
Vermogensrecht
- Verbintenissenrecht: het recht dat betrekking heeft op vermogensrechtelijke relaties
tussen personen.
- Goederenrecht: het recht dat betrekking heeft op de relatie tussen personen en
goederen.
Wat is goederenrecht?
Regels die betrekking hebben op de relaties tussen (rechts)personen en goederen: het
goed staat centraal.
Veelal dwingend recht: de wet bepaalt de inhoud van een recht, afwijken mag niet!
Aanvullend recht: staat vaak in de wet dat het op een bepaalde manier moet, tenzij het
anders overeen is gekomen bij de overeenkomst. Hier mag dus wel worden afgeweken
van de wet.
Gesloten stelsel: partijen mogen geen andere dan de in de wet genoemde rechten in het
leven roepen.
Wat zijn goederen?
Goederen, artikel 3:1 BW:
- Zaken, artikel 3:2 BW, bijvoorbeeld een stoel of een gebouw
Zaken kunnen roerend (Art. 3:3 lid 1 BW) of onroerend (Art. 3:3 lid 2 BW) zijn.
Onroerende zaken staan vermeld in het artikel. Alles wat hier niet in staat, dus wat geen
onroerende zaak is, is altijd een roerende zaak.
Een bodembeslag kan bijvoorbeeld alleen worden gelegd op roerende zaken.
- Vermogensrechten, artikel 3:6 BW, bijvoorbeeld auteursrecht
Deze kun je overdragen. Als persoon A nog 1.000 euro aan B moet betalen. B verkoopt
deze vordering aan C. Nu moet A 1.000 euro betalen aan C.
, Je kunt er ook een rechthebbend voordeel uit halen.
Ook kun je in het vooruitzicht er voordeel uit halen. Als A een nieuwe auto koopt omdat
B zei dat deze heel mooi was, met als voorwaarde dat persoon B, persoon A 3x in de
week ergens heen moet brengen.
Een vermogensrecht kan relatief of absoluut zijn.
Relatief vermogensrecht: kan worden gevorderd ten opzichte van 1 persoon. Bijv. een vordering
die je op iemand hebt.
Absoluut vermogensrecht: kan worden gevorderd ten opzichte van iedereen. Bijv.
eigendomsrecht, merkenrecht.
Relatieve rechten:
- Vloeien voort uit het verbintenissenrecht
- Geven recht op een prestatie van een persoon
- Zijn in te roepen tegenover één/meer bepaalde personen
Absolute rechten:
- Vloeien voort uit het goederenrecht
- Doen een relatie ontstaan tussen een persoon en een goed
- Zijn in te roepen tegenover iedereen.
Zakelijke rechten kunnen alleen rusten op zaken.
Goederenrechtelijke rechten kunnen rusten op zaken én vermogensrechten, dus op alle
goederen.
Eigendom
Artikel 5:1 BW.
Meest omvattende recht op een zaak.
Het is een moederrecht = een recht waaruit een ander recht (beperkt recht) wordt afgeleid.
De rechten die hier onder volgen zijn allemaal beperkte rechten.
,Beperkte rechten
Soorten:
- Genotsrechten = beperkte rechten die bevoegdheden geven met betrekking tot het
gebruiksgenot.
Rechten = erfpacht, erfdienstbaarheid, opstal, appartementsrecht, vruchtgebruik
- Zekerheidsrechten = beperkte rechten die ertoe strekken zekerheid te bieden voor
terugbetaling van een krediet
Rechten = hypotheek, pand
Erfdienstbaarheid
Artikel 5:70 BW.
Bijvoorbeeld recht van overpad.
Retributie, lid 2 zegt dat de eigenaar wel degelijk een geldsom kan vragen voor het gebruik.
Genotsrecht.
Het ene erf is dienstbaar aan het andere erf. Stel je hebt een pad tussen twee huizen en het is
van een iemand, dan mag de andere (die geen eigenaar is) het pad ook gebruiken. De eigenaar
is verplicht dit recht van overpad te geven.
Akte: als iets geschreven is en er moet een datum + handtekening op staan.
Erfpacht.
Artikel 5:85 BW.
Gebruik onroerende zaak (kan niet op roerende zaken)
Canon
Genotsrecht.
Bijv. gemeente is eigenaar van grond en verkoopt geen grond. Alleen geeft de gemeente iemand
een recht van erfpacht, dus je mag het gebruiken.
Artikel 5:20 lid 1 sub e BW. De gemeente is in eerste instantie eigenaar van een huis dat jij
bouwt op grond van de gemeente. Door middel van recht van opstal kun je hier zelf eigenaar
van worden, dit moet worden afgesproken.
Een recht van erfpacht zonder recht van opstal heeft vaak niet veel zin.
Recht van opstal
Artikel 5:101 BW.
Genotsrecht
Appartementsrecht
Artikel 5:106 BW.
Hangt dicht samen met het eigendomsrecht.
, Genotsrecht
Recht van vruchtgebruik
Artikel 3:201 BW.
Gebruik en de vruchten genieten.
Genotsrecht.
Recht van hypotheek
Artikel 3:227 BW.
Zekerheidsrecht: verhaalsrecht (verkopen + verkrijgen van de opbrengst)
Registergoederen.
Als je een huis hebt en een lening bij de bank, dan:
- Eigenaar huis = hypotheekgever
- Bank = hypotheeknemer
Pandrecht
Artikel 3:227 BW.
Zekerheidsrecht.
Niet-registergoederen.
Pandrecht rust op een roerende zaak, een pandrecht hoeft daardoor niet ingeschreven te
worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DeBesteSamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.55. You're not tied to anything after your purchase.