DEEL 1 INLEIDING TOT HET
RECHT
Hoofdstuk 1: Inleiding
1. Definitie
Het recht is het geheel der regels die op een bepaald tijdstip, in een bepaalde gemeenschap gelden
en op haar gezag zijn vastgesteld
2. Kenmerken van het recht
1. Het recht is een geheel van regels, regelingen en instellingen
1.1 Het recht wordt gevormd door gedragsregels
In recht regels die aan individuen bepaalde gedraging voorschrijven, iets opleggen of verbieden
Gebodsbepalingen
= dingen die je moet doen, verplichtingen
Geboorteaangifte plicht = aangifteplicht bij geboorte, binnen 10 dagen
Belastingen: aangifteplicht + betalingsplicht van belasting
Kiesplicht = opkomstplicht (sinds 1893) = moet gaan stemmen, maar wat je stemt is privé; Je
mag blanco stemmen
Leerplicht = geen schoolplicht = leertraject doorlopen
van 14 naar 18 jaar gegaan omdat ze jeugd zo lang mogelijk van arbeidsmarkt willen
weghouden omdat er te weinig plaats was in arbeidsmarkt
Dienstplicht = militaire dienst = verplichting tot tijdelijk vervullen van werkzaamheden door
bevolking
Verbodsbepalingen
= onthouden van iets, dingen die je niet mag doen
Strafrecht: verzameling van alles wat je niet mag doen(straf op diefstal, verkrachting, … maar
ook verkeersregels)
Bigamie = 2 huwelijken = in België verboden om te trouwen met meer dan 1 persoon
tegelijkertijd
o Polygamie = je mag met 4 officiële vrouwen trouwen en meer buitenhuwelijk; in Arabische
wereld (Afrika, VS)
o Polyandrie = vrouw met meerdere echtgenoten
Oneerlijke handelspraktijken (bv misbruik door kleine lettertjes)
,Verlofbepalingen
= regels die niet moeten nageleefd worden, maar ‘mogelijkheid’ bestaat om al dan niet gebruik te
maken van rechtsregel
Indexering van woninghuur = koppelen aan koopkracht van bepaald gedrag (=index)
zelfde principe als korfindex
je kan kiezen als je wel of niet huurt:
1) Je kan indexeren huur laten stijgen
2) Je kan indexeren niet toepassen
3) Niet in contract zetten, dan moet indexeren toegepast worden
Gezondheidsindex = index der consumptieprijzen – luxeproducten (alcohol, sigaretten, parfum &
brandstof)(op die producten heft overheid extra belastingen)
korfindex = korf van producten waar je prijzen van vaststelt en maand na maand prijs zal
vergelijken evolutie van prijzen zal men in index gieten. Die index zal langzaam evolueren, stijgen
(inflatie). Door indexeren/aanpassen aan inflatie zal men zorgen dat je altijd aan dezelfde korf moet
komen (lonen stijgen)
Huwelijk:
Scheiding van goederen = ieder zijn eigen deel
Stelsel van algehele gemeenschap = alles gemeenschappelijk
Wettelijk stelsel: Niets kiezen = zonder huwelijkscontract
o 2 eigen vermogens van voor huwelijk
o 1 gemeenschappelijke van tijdens huwelijk
Louter technische regels
= geen gebod of verbod, rechtsapparaat laten draaien
= gedrag wordt niet onder beïnvloedt
Akten van de Burgerlijke Stand = alle belangrijke fasen van leven (geboorteakte, erkenningsakte,
adoptieakte, huwelijksakte, scheidingsakte, overlijdensakte)
specifiek omschreven hoe akten eruit moeten zien
Inhoud van dagvaarding = uitnodiging voor rechtbank
Regels over de verplichte vermelding op rijbewijs of identiteitskaart
,2. Het doel van het recht is het ordenen van de samenleving
2.1 Het recht is een instrument om het samenleven in groep mogelijk te
maken
1789 = Franse Revolutie liberté, égalité, fraternité
= basis van modernere tijden
Verschillende stromingen :
Liberalisme = Liberté = vrijheid Open VLD & MR (mouvement reformateur), lijst Dedecker
= zelf keuzes maken als vrije burgers
= zowel rechts als links
o Macht? Hebben macht, alle premiers zijn liberalen, dragen belangrijke
verantwoordelijkheden
Alexander De Croo = 1e minister
o Als België onafhankelijk wordt, maakt men grondwet. Die bevat rechten en vrijheden
Veel invloed gehad over wijze waarop we staat ingedeeld hebben, staat mocht niet veel
moeien
o Willen belastingen omlaag houden
Christen democratie = Fraternité = broederschap, solidariteit, naastenliefde = elkaar steunen en
elkaar helpen CD&V, Cdh
o Macht? Hebben macht, vanaf begin onafgebroken aan bestuur (even eruit, maar nu weer
terug)
Wouter Beke
Hilde Crevits
Benjamin Dalle
o Hebben invloed op rechtssysteem, maar je merkt het niet verbod op bigamie, kindergeld
Socialisme = Égalité = gelijkheid = standen verdwijnen, iedereen gelijk SPA, PS, pvda, rood, …
o Macht? Hebben minder macht, hadden geen minister tot nieuwe regering. In Vlaamse
regering geen vertegenwoordigers. Vroeger Johan van Delannotte, Bruno Tobac
o Waren er niet bij vanaf begin, want socialistische idee moest rijpen. Arbeiders waren niet
klaar voor politieke verhaal, ze wilden allen overleven (werken). Begin van ziekenkassen,
ontdekken efficiëntie van samen dingen zeggen (syndicaten). Invoer algemeen meervoudig
stemrecht (slecht compromis want arbeiders hadden 1 stem en hogere klassen meer). Na
WO1 invoering van algemeen enkelvoudig stemrecht in parlement sterk
vertegenwoordigd en beginnen wetgeving te brengen die hun kant opgaat (arbeidsrecht =
beter leven voor arbeiders). Wat met mensen die geen arbeid doen sociale
zekerheidsrecht (vangnetten voor iedereen = pensioen, werkloosheidsuitkering, …)
Nationalisme = volk heeft recht om zichzelf te besturen (begin 20 e eeuw) NVA & Vlaams
belang
Nazi-partij Duitse staat hervormen 1 leider = Adolf Hitler
o Macht?
Vlaams Belang nog nooit regeringsverantwoordelijkheid mogen dragen, worden
afgezonderd van andere partijen Cordon Sanitaire = andere partijen zullen nooit zaken
doen met VB
NVA = gematigde nationalisten wel macht meeste gewicht in Vlaamse regering, niets
in federale regering
Jan Jambon
Zuhal Demir
, Ben Weyts
Ecologisme Groen & écolo
o Macht? Geen ministers, vroeger wel
Hoboken veel kinderen geboren met beperking, mensen worden ziek loodvergiftiging
geleid tot milieurecht = vergunning moeten vragen voor je iets loodst in milieu
Anti-globalisme geen partijen, geen ministers
Eind jaren 90 vele betogingen, G7 & G8 top, mensen verzetten zich tegen wereldwijd kapitaal
o Macht? Ja, obv macht van het idee
o Tobin Taks = kleine belasting op valutatransacties
inflatie van peso’s, dingen kosten veel meer maar niemand verdiend meer
mensen gaan hamsteren
banken gaan failliet tot uiteindelijk ook nationale bank failliet gaat
Argentijnse staat is failliet, geen leerkrachten, polities … betalen chaos
Europese landen ook in risicozone voor zelfde scenario
3. Er bestaat een binding tussen gezag en recht
Rechtsregels ontleenden gezag aan God. Intellectuelen verzetten zich tegen geloof, volgens hen
bestond God niet.
Nu nog steeds sporen van goddelijke bescherming voor wereldheerser (nationale feestdag &
koningsdag)
Soevereine volkswil = mensen maken zelf afspraken, regels zijn afspraken die iedereen samen
ondersteunt
Constitutionele parlementaire representatieve democratie (CPRD)
Democratie macht is aan volk
Representatief bevolking kiest kamer van volksvertegenwoordigers, zij mogen over
toekomstige wetgevingen debatteren
Parlementaire mensen mogen overleggen, praten, compromissen sluiten – zo tot wetten komen
Constitutioneel verankerd in wet dat niet kan worden geweigerd – grondwet
4. Het recht heeft dwingend karakter
Verplichte karakter onderscheidt recht van religieuze of morele regels
wordt afgedwongen via strafbepaling (dwang)
Rechtelijke macht staat in voor sanctionering van overtreding van rechtsregels
In privaatrecht burger zelf opkomen voor handhaving van rechtsregels waarbij hij belang heeft
Legaal gebruiken van geweld door de politie:
Legaliteit = wettelijkheid, moet in wet staan
Finaliteit = moet passen in democratische samenleving (nastreven van volksgezondheid)
Proportionaliteit = alleen als je zelf fysiek bedreigd wordt
Relatie tussen gezag en dwang hoe meer gezag rechtsregels hebben, hoe minder dwang we nodig
hebben.
Als er 1 dictatuur is (1 iemand geeft regels), heel veel dwang en weinig gezag. Als je niet in dictatuur
zou meegaan, kan je gesanctioneerd worden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yentlgoeminne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.