100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Taal en Theorie 1 $7.01   Add to cart

Summary

Samenvatting Taal en Theorie 1

 69 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Taal en Theorie 1. Gebruikgemaakt van aantekeningen colleges en de Taalatlas.

Preview 2 out of 11  pages

  • August 10, 2021
  • 11
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 14 en 15 Taalatlas/ PowerPoint les één en twee  Semantiek/Fonologie

Taalkunde bestaat uit:
1. Semantiek: betekenisleer.
2. Morfologie: woordvorming.
3. Fonologie: klankleer.
4. Syntaxis: grammaticale constructies.
5. Lexicologie: woordenschat.
6. Pragmatiek: taalgebruik in interactie.
7. Etymologie: herkomst van woorden.

Betekenisverandering
Soort Wat? Voorbeeld
Betekenisveralgemening Specifiek  algemene Ding  betekende eerst
betekenis ‘rechtszaak’.
Betekenisvernauwing Algemeen  specifieke Erectie  betekende eerst
betekenis ‘oprichting, stichting’.
Metaforische (associatief), beeld dat Een botte opmerking.
betekenisverandering overeenkomst heeft met wat je
bedoelt, vaak gebruik van Het hoofd van de afdeling.
synoniemen.
Is moeilijk voor NT2. Wat een etter.
Metonymische Je gebruikt een deel om naar Een knappe kop.  een deel
betekenisverandering een geheel te verwijzen.  van een intelligent mens.
Pars pro toto
Hij dronk twee glazen.  een
deel van twee glazen bier of
wijn.

Soort Wat? Voorbeeld
Synoniem Woord met (bijna) dezelfde Hinderlijk  storend, irritant,
betekenis. ergerlijk.
Homoniem Op dezelfde manier Bank  om op te zitten
geschreven en gesproken, of
maar anders in betekenis. om je geld heen te brengen.

Hyponiem Een woord waarvan een deel Stoel  meubels.
van de betekenis valt onder Eik  boom.
een algemener woord. Tulp  bloem.
Valt onder deel van geheel.
Hyperoniem Een woord dat een deel van de Dier  kan een kat, hond,
betekenis van andere, meer eend etc. zijn.
specifieke woorden omvat. Boom  kan een eik, kastanje,
Valt onder geheel van een den etc. zijn.
deel.
Antoniem Tegengestelde betekenis. Kind  ouder

Termen
Soort Wat? Voorbeeld
Betekenisameliorisatie Woord krijgt positieve Slim betekende vroeger listig
gevoelswaarde. en nu schrander.
Betekenispejorisatie Woord krijgt een negatieve Wijf betekende vroeger vrouw
betekenis. en nu een asociaal persoon.
Connotatie Associatieve bijbetekenis, Bij roos bijvoorbeeld: liefde,
(variabel, subjectief). verliefdheid of rood.
Denotatie Betekenis in het woordenboek. Bij roos bijvoorbeeld: geurige
bloem van de plant van het
geslacht Rosa.

, o Eufemisme: Niet rechtstreek benoemen waar het om gaat, een verzachtende omschrijving
van iets onaangenaams.
 Gebruikt gemaakt van: leenwoorden, vage termen, beelden (metaforen), afkortingen,
minimaliseren, ontkennen, klanken vervangen of omschrijven.

o Afgunst-jaloezie/ direct-gelijk-meteen:
 Principe van Von Humboldt (1767-1835), Duitse filosoof, taalkundige en staatsman.
 Elke taal streeft naar een één-op-éénrelatie tussen vorm en betekenis.
 Naast café bestaat het woord kroeg.  Er ontstaat een betekenisverschil. Gebeurt
dat niet, dan verdwijnt een woord.
o Sprachbund:
 Geografisch gebied waarin meer dan drie talen met gemeenschappelijke kenmerken
voorkomen. Ontstaan door taalcontact in sociale netwerken  handel, godsdienst.
 Nederland, Friesland, Engeland.
o Diftongering: Klankverandering waarbij een monoftong (1 klank) verandert in een diftong (2
klanken). Vaak met lange klanken.
 Bijvoorbeeld: ies = 1 i-klank  ijs ei = 2-klank.
 Let op: ij, ui en eu zijn diftongen en oe en ie zijn monoftongen.



Hoofdstuk 6, 7, 55 en 56 Taalatlas/ PowerPoint les drie en vier  Taalgeschiedenis

o Etymologie: herkomst van woorden.
o Bisschop Wulfila (311-383).
 +/- 369 na Chr.: Bijbelvertaling uit Grieks in het Gotisch (de oudste bewaarde
Germaanse taal).

Waar begint het Nederlands?

1. Voorouder Indo-Europees:
o Oost-Germaans: uitgestorven. = Gotisch.
o Noord-Germaans: Zweden, Noorwegen, Denemarken en IJsland.
o West-Germaans: Nederland (Friesland  Fries), Duitsland, Engeland.
o Andere voorouder is het Oeraals: Fins, Ests en Hongaars.

West-Germaanse splitsing:
o Ingveonisme: taalverschijnselen die langs de kust voorkomen (Noordzee Germaans)
Engeland, Friesland (beetje Nederland).  psv: he, him, hy, him, hij, hem.
o Continentaal Germaans: Nedersaksische dialecten die in het binnenland worden gesproken.
 psv: er, ihn (Duitsland).

2. Klankverschuivingen:
o Rond 1500 voor Chr. 1e klankverschuiving.
 Van de Indo-Europees naar Germaans.
 Medeklinkers worden anders uitgesproken en woorden krijgen vast accent en
klemtoon (dynamisch accent).
o 500-700 na Chr. 2e klankverschuiving (Hoogduitse klankverschuiving, Nederland deed hier
niet aan mee).
 p-t-k  pf-f-ts-s-ch-kch
Paard  pferd
Eten  essen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marijedh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.01  1x  sold
  • (0)
  Add to cart