Financiële administratie samenvatting
Deel 1: Basisbegrippen
1. Boekhouden in de onderneming
1.1. Een informatieverwerkend systeem
Boekhouden: een informatieverwerkend systeem dat beantwoordt aan regels en methodes van de
boekhoudleer, verzamelt informatie (het registreren), verstrekt informatie (het rapporteren) en
slaat informatie op die financieel is van aard. Het boekhoudsysteem staat ten dienste van het
bedrijfsbeheer
1.2. Boekhoudwetgeving
1.2.1. Belgisch en Europees boekhouderecht
Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen
Gedetailleerde voorschriften
Boekhouding volgens voorschriften: “regelmatige boekhouding”
Wetboek van Vennootschappen: regelgeving betreffende vennootschappen werd herschreven
en gebundeld in nieuw wetboek
Commissie voor boekhoudkundige normen (CBN): rechtsleer over het boekhouden
“International Accounting Standards” (IAS-normen): afspraken over hoe een jaarverslag er moet
uitzien
Een geconsolideerde jaarrekening: de gezamenlijke jaarrekening van alle ondernemingen die
tot eenzelfde “groep” van ondernemingen behoren
De boekhouding mag elektronisch worden gevoerd en bewaard (7 jaar bewaren!)
1.2.2. Wie moet een boekhouding voeren?
De natuurlijke personen, die zelfstandig een beroepsactiviteit uitvoeren: beperkte
aansprakelijkheid (gehouden tot het privévermogen)
De vennootschappen
Naamloze vennootschap (NV): beperkte aansprakelijkheid
Besloten vennootschap (BV): beperkte aansprakelijkheid
Vennootschap onder firma (VOF): onbeperkte aansprakelijkheid (men kan aan het
privévermogen komen)
Commanditaire vennootschap (CommV): onbeperkte aansprakelijkheid
Coöperatieve vennootschap (CV): beperkte aansprakelijkheid
Europese vennootschap (SE)
Europese coöperatieve vennootschap (SCE)
1
, 1.2.3. Boekhoudsysteem
1.2.3.1. Volledige boekhouding
Een boekhouding voeren die aangepast is aan de aard en omvang, die volledig is, door middel van
een stelsel van boeken en rekeningen, met inachtneming van de regels van het dubbel boekhouden
1.2.3.2. Vereenvoudigde boekhouding
Voor zeer kleine ondernemingen
Vereenvoudigde boekhouding (enkelvoudig)
Financieel dagboek (aankoopfacturen), aan- en verkoopboek en inventaris (op het einde van
het jaar) opstellen
1.2.4. Indeling van de vennootschappen volgens groottecriteria
1.2.4.1. Vennootschappen die een vereenvoudigde boekhouding mogen voeren
Zeer kleine ondernemingen
Natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit uitvoeren, vennootschappen onder
firma (VOF) en commanditaire vennootschappen (CommV)
Omzet, exclusief btw, < €500.000,00
Omzet = verkopen, niet gelijk aan winst
1.2.4.2. Vennootschappen die een volledige boekhouding moeten voeren
Grote vennootschappen
Jaarrekening opstellen volgens volledig model
Kleine vennootschappen
Niet meer dan één van volgende criteria overschrijden
Jaargemiddelde personeelbestand: 50
Jaaromzet, exclusief btw: €9.000.000,00
Balanstotaal: €4.500.000,00
Jaarrekening volgens verkort model
Microvennootschappen
Niet meer dan één van volgende criteria overschrijden
Jaargemiddelde personeelbestand: 10
Jaaromzet, exclusief btw: €700.000,00
Balanstotaal: €350.000,00
Geen dochter-of moedervennootschap jaarrekening volgens verkort model + minder
toelichtingen
1.3. De jaarrekening
Jaarrekening: belangrijkste boekhoudkundig verslag
3 elementen
De balans (vermogen; activa & passiva)
De resultatenrekening (opbrengsten en kosten vergelijken)
De toelichting
1.4. Enkele boekhoudprincipes
1.4.1. Principe van de periodiciteit: het begrip “boekjaar”
Boekjaar loopt over 12 maanden
Begin van het jaar: enkel beginbalans
Einde van het jaar: eindbalans, resultatenrekening (winst of verlies?), resultaatverwerking (wat
ga je doen met de winst, kan ook met verlies)
Na een jaar: eindbalans = beginbalans
2
, 1.4.2. Principe van de verantwoordingsstukken: het begrip “boeking”
Verrichting: elke gebeurtenis die een wijziging meebrengt aan een bestanddeel van het vermogen
1.4.2.1. Interne en externe verantwoordingsstukken
Extern verantwoordingsstuk: geschrift dat bewijskracht heeft tegenover derden en een boeking
staaft, heeft meer bewijskracht
Intern verantwoordingsstuk: door een bevoegd personeelslid opgesteld voor intern gebruik
1.4.2.2. Verwijzing en raadpleging
Methodisch nummeren en klasseren
1.4.3. Principe van de boekhoudkundige entiteit
Boekhouding moet worden gevoerd alsof de onderneming een zelfstandige entiteit is, niet de
persoon zelf
1.4.4. Principe van het getrouwe beeld
Overheersend principe: de jaarrekening moet een waarheidsgetrouw beeld geven en geen
overtrokken beeld, alles moet worden geregistreerd
2. Balans en resultatenrekening
2.1. De balans
Balans: het vermogen van de onderneming (nooit opbrengsten en kosten)
Vermogen: ofwel de bezittingen (activa) ofwel de financiering van de bezittingen (passiva)
2.1.1. Activa
Onderneming moet voor haar activiteiten beschikken over middelen. Die middelen zijn haar
bezittingen. Om over deze middelen te kunnen beschikken is vermogen nodig dat op allerlei wijzen
wordt aangewend. Dit zijn de aanwendingsvormen van het vermogen (= het activa)
2.1.1.1. Oprichtingskosten
Kosten die verbonden zijn aan de oprichting, enige kosten op balans (ondernemingsnummer nodig,
anders illegaal (€85))
2.1.1.2. Vaste activa
Niet de bedoeling deze middelen om te zetten in geld
Twee criteria: lange termijn en geen deel van de ondernemingscyclus
Drie soorten
Immateriële vaste activa
Middelen die gebruikt worden om de bedrijfsactiviteit gedurende meerdere jaren te
ondersteunen en die niet of minder tastbaar zijn
Rechten die men verwerft door aankoop
Prijs die men betaalt om een recht vast te leggen
Kosten van ontwikkeling: kosten die gemaakt worden bij de vervaardiging of ontwikkeling
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inslouche. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.