Algemeen
Examenvragen: Meerkeuze met 5 opties (-0,25 giscorrectie)
• 80 in totaal
• Ongeveer 25 verloskunde
• Ongeveer 10 borst
• Ongeveer 7 Verhaeghe
Tips:
• Het is echt veel meer dan je denkt (ook zeker verloskunde)
• Belangrijkste thema’s zijn Tumoren – Borst – H12 – H13 (vind ik).
• Lessen: In de cursus staat niet altijd alles. Soms is er ook extra informatie uit de ppt.
• Klinieken: worden in principe gevraagd. De belangrijkste zijn:
o Goedaardige borstpathologie (vnl de schema’s, staan ook in deze samenvatting.)
o Pelviene massa (!!!!)
• Prof. Verhaeghe (H12, H13, H21) heeft bij ons duidelijk gezegd dat alles dat bevraagd ging
worden in de les werd uitgelegd. Deze hoofdstukken zijn dus lesnotities ipv cursusboek.
• Er komen veel vragen terug! Dus zeker vorige examenreconstructies bekijken!
Bekijk mss voor je er aan begint nog snel de menstruatiecyclus met LH-FSH-E-P.
Oestrogenen uit follikels →
• LH piek → ovulatie
• Endometrium proliferatie
Na ovulatie: corpus lutheum → productie progesteron
• Endometrium secretoir
Door Progesteron val op einde cyclus → endometrium atrofie met menses.
Veel succes!
1
,H1 Abnormaal uterien bloedverlies
Definities
Gebaseerd op 3 kenmerken
1. Duur van de bloeding
2. Regelmaat en duur van de cyclus
3. Hoeveelheid bloed (Nl: 30-50ml)
Cyclusstoornissen = verandering in regelmaat cyclus
• Amenorroe:
o Primair: >16j (kijk naar pubarche! Niet helemaal arbitrair)
o Secundair: >6m
• Oligomenorroe: >6w - <6m
• Polymenorroe: <3w
Menstruatiestoornis = verandering in hoeveelheid / duur
Hoeveelheid Duur Cyclus (= regelmatig want
geen cyclusstoornis)
Hypermenorroe >80ml Nl Nl
Hypomenorroe <30ml Nl Nl
Spotting Wisselend (gering) Wisselend Nl
Menorragie >80ml Toegenomen Nl
Metrorragie Wisselend Wisselend Wisselende intervallen
(intermenstrueel)
Postmenopauzaal bloedverlies → ALTIJD ABNORMAAL (top 3 oorzaken):
• Vaginale atrofie
• Endometriumcarcinoom
• Endometrium poliep
Postcoïtaal bloedverlies → denk aan cervixcarcinoom
Deze definities zijn niet absoluut → Treloar: percentielen van menstruatie-intervallen.
• Jaren na menarche: variatie in cyclusduur is normaal/ anovulatoir is ook normaal
o Onmiddellijk na menarche overvloedig / onregelmatig → stollingsstoornis?
• Na 6-tal jaar: stabilisatie rond 28d, progressief verkorten tot
jaren voor menopauze. Jaren voor menopauze: variatie in
cyclusduur is normaal
o Meestal langere cyclus
o Korter is ook mogelijk
o Vaak ook menorragie >35J
Mogelijke genetische factor in hevigheid menstruaties.
2
,Diagnose: anamnese – KO – TOZ
Bloedingsklacht →
1. Anamnese: klacht objectiveren
a. Menstruatiekalender (menogram)
b. Visuele scorekaart
c. Hematine methode
d. Hemoglobine of serum ferritine in bloed → minder geschikt.
2. KO: algemeen + gynaecologisch
3. Aanvullend onderzoek
Doel anamnese + onderzoek → organische oorzaak uitsluiten
Indien dit gebeurd is → starten hormonale therapie om het bloedverlies te stoppen
Bijzondere aandacht voor:
1. Menorragie:
a. Uteriene oorzaak → poliep / myomen
b. Stollingsstoornis
i. Vanaf 1e menstruatie → Von Willebrand
ii. Niet vanaf 1e menstruatie → BP aggregatie abnormaal
iii. Door geneesmiddelengebruik of leverfunctiestoornis
2. Metrorragie
a. Vaak anovulatoire cyclus (persisterende follikel)
b. Endocriene oorzaak: onevenwicht E/P
3. Intermenstrueel bloedverlies:
a. Niet direct 1 pathologie
b. Zowel anovulatoire als ovulatoire cycli
Ovulatoire / anovulatoire cyclus?
• Ovulatiepijn
• Premenstruatie klachten
o Gespannen borsten
o Opgezette buik
o Stemmingsveranderingen
• Dysmenorroe
• Langdurge heldere slijmige vaginale afshcijding
• Langdurig gespannen borsten
• Blijvende vochtretentie
Vragen:
• >3m → tumor?
• Continu bloedverlies → tumor
• Pijn tijdens menstruatie → endometriose
• Mastodynie → P-tekort / luteale insufficiëntie
• Anticonceptiegebruik? →
o ZS / extra-uteriene ZS?
o Hypermenorroe bij IUCD (spiraal)
• Veel cervixslijm → oestrogeenstimulatie
• Tussentijds bloedverlies/ postcoïdaal bloedverlies → Chlamydia trachomatis
• Persisterende follikel → 1e j na menarche/menopauze → anovulatoire cyclus met metorragie
3
, KO:
1. Inspectie
2. Speculum
3. Vaginaal toucher
4. Mogelijke TOZ:
a. Uitstrijkje
b. Chlamydia trachomatis staal
c. ZS test
5. Uitbreiding:
a. Vaginale echografie
b. Diagnostische hysteroscopie (bij intra-uteriene afwijkingen, GEEN maligne letsel)
c. Diagnostische laparoscopie (bij adnexpathologie)
Oorzaken AUB: (staat uitgebreider in cursus maar wordt niet zo bevraagd)
• Niet – uterien
o Cervix
o Vagina
o Urinaire tracuts
o Vulva
o Tractus intestinalis
• Uterien ovulatoir
o Samenhang ZS
▪ Extra-uteriene ZS: intermenstrueel bloedverlies (echo en B-hCG)
▪ Hevig en vitaal bloedverlies = onvolledig miskraam
o Organische afwijkingen
o Stollingsstoornissen
▪ Stollingstesten:
• Fam en pers VG
• Complet formule
• aPTT
• Indien primaire menorragie (adolescenten): ook +
o vW factor, restocetine cofactor
o FV, VII, VIII, XI
o ATP release, plaatjesaggregatie
o Endocrinologische stoornissen
▪ Hypothyroïdie
▪ L-T4 behandeling → stop menorragie
▪ Of bijnier
• Uterien niet-ovulatoir
o Persisterend follikel (bij menarche en postmenopauzaal = nl)
o Chronsiche ziekte
o Endocrinologisch
PALM – COEIN: structureel vs niet-structurele oorzaken van AUB.
4