100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cariologie hoofdstuk 7 $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting Cariologie hoofdstuk 7

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Cariologie hoofdstuk 7

Preview 2 out of 13  pages

  • August 15, 2021
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Cariologie hoofdstuk 1 en 2
1. Beschrijf het cariës proces n.a.v. kenmerken
a. Cariës ontstaat door langdurige aanwezigheid van tandplaque. Pathogene
bacteriën in de mond zoals de s. Mutans zetten suikers om in zuren waardoor
de pH in de mond daalt (>5,5). Onder deze omstandigheden kunnen vooral de
pathogene bacteriën zoals s. Mutans goed overleven. Doordat het glazuur
hierdoor gedemineraliseerd raakt, wordt het wit van kleur (we spreken van
een witte vlek laesie). Dit is het begin van het cariës proces. Deze stadium is
nog reversibel. Indien de mondmilieu nog steeds gunstig blijft voor de
pathogene bacteriën dan zal het proces zich verder voortzetten en het
dentine bereiken.
2. Wat is een belangrijk verschil tussen glazuur en dentine waardoor het cariës-proces
zich iets anders gedraagt in de verschillende weefsels en wat is dat verschil?
a. Een belangrijk verschil tussen glazuur en dentine is de percentage van
componenten waarmee zij gemaakt zijn. In glazuur zit er erg veel anorganisch
materiaal wat ervoor zorgt dat het erg hard is terwijl dit percentage in
dentine vele male kleiner is. Verder bevat dentine meer organisch materiaal
dan glazuur. Omdat glazuur harder is dan dentine, duurt het proces van het
ontstaan van cariës langer.
3. Waarvoor wordt de DMFT/S gebruikt
a. Om de cariësverleden van de patiënt te achterhalen. Dit kan een hulpmiddel
zijn voor het behandelplan en diagnose
4. Wat betekenen de letters DMFT/S?
a. D = decayed (gecaviteerd)
b. M = missing (geëxtraheerd wegens cariës)
c. F = Filled (gerestaureerd)
d. T = Teeth (aantal tanden)
e. S = Surfaces (aantal vlakken)
5. Leer de predilictieplaatsen uit je hoofd.
a. Klasse 1 = caviteit die in putjes of fissuren beginnen
b. Klasse 2 = caviteit die in approximale vlakken van de (pre)molaren beginnen
c. Klasse 3 = caviteit die in de approximale vlakken van de snij- of hoektanden
beginnen zonder betrekking van incisale rand
d. Klasse 4 = caviteit die in de approximale vlakken van de snijtanden beginnen
en waarbij incisale hoek betrokken is
e. Klasse 5 = caviteit die in het gingivale 3de deel van de vestibulaire of linguale
vlakken beginnen
6. Leg de etiologie van cariës uit m.b.v. de cirkels van Keyes en Jordan, 1963
a. Het model bied een verklaring van het cariësrisico. Het wordt
vertegenwoordigd door de overlapping van de 3 binnenste cirkels. Wanneer
dus een risicofactor toeneemt, wordt de desbetreffende cirkel groter en
daarmee ook de overlapping tussen de cirkels, wat wijs op een toegenomen
cariësrisico.
7. Beschrijf hoe sinds 1963 dit model zich verder ontwikkeld heeft.
a. De etiologie wordt met name vertegenwoordigd door: voeding, tand,
tandplaque. Sinds de jaren 60 is het model verder aangevuld door de overige

, factoren die een rol spelen zoals: speeksel, tijd, fluoride en afweer. Tot slot
beschikt het ook over indirecte factoren zoals: inkomen, kennis, houding,
gedrag, opleiding, sociaal-economische status
8. Wat voor gevolg hebben kennis over deze factoren voor een individuele patiënt?
a. Wanneer een patiënt bijv. niet beschikt over de kennis van het ontstaan van
een caviteit dan kan de patiënt geen rationele overwegingen maken op basis
van feiten. Indien patiënt zich bewust is van de factoren dan kan de patiënt
gerichter het probleem aanpakken en eventueel gewoontes veranderen.
9. Teken een doorsnede van een molaar met actieve dentine cariës klasse 2 en geeft
daarin de verschillende laagjes aan van het cariësproces.
a. Geïnfecteerd dentine
b. Demineraliseert dentine
c. Sclerotisch dentine
10. Wat voor een invloed heeft het cariës proces op de pulpa bij enkel een witte vlek
laesie?
a. Al in een vroeg stadium van het cariës proces (dus bij de witte vlek laesie) zal
een vitale pulpa, tertaire dentine aanmaken.
11. Worden alle approximale witte vleklaesies uiteindelijk een caviteit?
a. Nee, een witte vleklaesie kan zichzelf (dmv een goede mondhygiëne etc.) nog
herstellen. (remineraliseren)
12. Wat betekent cariësmanagement?
a. Cariësmanagement richt zich op cariëspreventie (het voorkomen van cariës)
en het vroegtijdig opsporen van cariëslaesies.
13. Leer de EKSTRANS score, de ICDAS score, de röntgenologische ICDAS-score goed uit
je hoofd. O.a. m.b.v. e-learning
14. Benoem de verschillende detectiemiddelen en de voor- en nadelen om deze te
gebruiken om cariës te detecteren.
a. Goede verlichting: zichtbare verkleuring, caviteiten etc.
b. Microscoop/loep: voor opsporen (met name vroegtijdige) fissuurcariës
(occlusaal), approximaal opsporing niet beter dan zonder loepbril
c. Intra-orale camera: cariëslaesie zichtbaar, vastleggen en vervolgen in tijd.
Nadeel is foutieve waarneming van ogenschijnlijke laesies
d. Röntgenfoto’s opsporen approximale- en fissuurcariës. Nadeel is dat de
fissuurcariës in vroegtijdige stadium vertekend beeldt geeft door de knobbels.
e. Sikkelsonde: opsporen oneffenheden. Nadeel is beschadiging in
vroegdiagnostiek van cariës door de scherpe punt die voor onreversibele
beschadiging kan zorgen.
f. Droogblazen: wegnemen van vertekend beeld
15. Wat is de toegevoegde waarde van bitewings bij een lage SES? (sociaal
economische status)
a. Tijdig opsporen van vroegtijdige approximale of occlusale cariëslaesies.
16. Welke fase/laag van cariës kan je waarnemen met een bite-wing?
a. Vanaf gedemineraliseerd dentine
17. Hoe bepaal je of een caviteit actief of inactief is? En wat doe je met deze
informatie?
a. Actief = dof of glad met plaque
b. Inactief = glanzend wit of bruin

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mondzorgkundenl. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added