100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Democracies, Autocracies and Transitions (NL) uitgebreide samenvatting $7.04   Add to cart

Summary

Democracies, Autocracies and Transitions (NL) uitgebreide samenvatting

 45 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van de hoorcolleges (2 t/m 10) van Democracies, Autocracies and transitions in jaar 2 (NL). Extended summary of Democracies, Autocracies and transitions in year 2 (NL).

Preview 4 out of 56  pages

  • August 16, 2021
  • 56
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Lecture 2

Wat is democratie? Sommige landen hebben in hun officiële naam het woord ‘democratie’
(voorbeeld: Democratische Republiek Congo). Niet elk land die democratie in hun officiële
naam heeft, is in essentie democratisch. Zelfs Noord-Korea noemt zichzelf de Democratische
Volksrepubliek Korea. Dictatoren hebben dus de drang om hun land een democratie te
noemen. Het idee van democratie is zo krachtig dat mensen het gebruiken als façade
(schijn). Jezelf democratisch noemen betekent dus niet dat het land democratisch is.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft onderzoek gedaan naar wat mensen associëren
met democratie. De meeste mensen geven ‘vrijheid’, ‘meningsuiting’, ‘volk’, ‘iedereen’,
‘gelijkheid’, ‘samen’, ‘stemmen’. Stemrecht is iets wat genoemd wordt, maar niet het eerste
wat in mensen opkomt.

Democratie als maffia-heerschappij:
“Democratie was vroeger een slecht woord. Iedereen die wie dan ook was, wist dat
democratie, in zijn oorspronkelijke betekenis van heerschappij door het volk of de regering
in overeenstemming met de wil van het grootste deel van de mensen, een slechte zaak zou
zijn - fataal voor de individuele vrijheid en voor alle genade van een beschaafd leven. Dat
was het standpunt dat door vrijwel alle intelligente mensen werd ingenomen vanaf de
vroegste historische tijden tot ongeveer honderd jaar geleden. Toen, binnen vijftig jaar, werd
democratie een goede zaak." - C.B. Macpherson (1966)

Tegenwoordig heeft het woord democratie een krachtig reputatie en autocratieën zien deze
macht dus ook. De manier waarop nu naar democratie gekeken wordt (als het bestaan van
een politiek ambt waar sprake is van participatie, stemrecht, wetten en vrijheden) is een
recente ontwikkeling.

Het oude Griekenland:
- Plato’ Ship of State. Op het schip zijn er meerdere actoren: de eigenaar. Hij is een
dom en weet niet zo goed wat toen doen. Daarnaast zijn er ook matrozen op het
schip, dit zijn de politici. De matrozen voeren de eigenaar dronken en let tegelijkertijd
niet meer op. Zo wordt ook de kapitein die alle kennis heeft vergeten. Plato is van
mening dat de kapitein het schip moet besturen. De filosoof moet regeren. Plato was
geen fan van participatie van de massa.
Het idee dat democratie in gevaar is omdat de massa participeert en de manier om
democratie te redden is om participatie te beperken. Democratie moet dus van
zichzelf gered worden.
- Aristoteles. Onderscheid tussen heersers die voor het algemeen belang regeren of
voor hun eigen belang. De seperatie tussen het algemeen welzijn waar ‘goede’
politici voor strijden en politici die alleen aan het eigenbelang denken is ook actueel
vandaag de dag. Er zijn nu ook politici die niet hun achterban en degene die op hun
gestemd hebben tevreden willen stellen, maar willen regeren vanuit een algemeen
welzijn. Aristoteles vond democratie een corrupte vorm van massa-heerschappij. In
het schema staat democratie bij een systeem waar de mensen voor zichzelf heersen.

,Wat bedoelen we nu met democratie vanuit het veld van vergelijkende politiek? Democratie
is een omstreden concept: er is niks overduidelijk aan de definitie, want die moet
gespecificeerd worden.

Opbouwen van democratie-indices:
1. Achtergrondconcept: brede constellatie van betekenissen en begrippen geassocieerd
met een bepaald concept. Een breed achtergrondconcept van democratie: demos
(volk) en kratein (heersen).
2. Systematisch concept: een specifieke formulering van een concept; omvat gewoonlijk
een expliciete definitie. Een soort lijst van kenmerken.
3. Indicatoren: een waarneembare, vaak kwantificeerbare eigenschap. Hoe ga je
observeren wat je net hebt opgesteld. Voorbeeld: democratie is participatie van het
volk, wat ga je dan gebruiken om te meten of een land democratisch is of niet. Dit
kun je bijvoorbeeld meten door te kijken naar de opkomst bij verkiezingen. Dit kan
problemen veroorzaken bij landen waar stemmen verplicht is: hoe meet je dan
participatie? Naast stemmen kan je ook naar protesten kijken, brieven sturen naar
politici etc.
4. Scores: de werkelijke cijfers. Wie vermeld deze scores? Er zijn meerdere manieren
om dit te doen en er is sprake van een foutmarge. Verschillende indicatoren maken
andere keuzes, wat resulteert in andere resultaten.
5. Eindindex: wegingen geven aan gescoorde indicatoren.

De stap van achtergrondconcept naar systematisch concept is conceptualisatie, de stap van
systematisch concept naar indicatoren is operationalisatie, de stap van indicatoren naar
scores is coderen en de stap van scores naar de eindindex is aggregatie.

Definities classificeren:
- Het doel van het classificeren van definities is zodat wij dit kunnen gebruiken in de
analyse om dingen te beschrijven en te verklaren: wat en waarom?
- Een maximale of inhoudelijke kijk (substantive view) op democratie classificeert
politieke regimes op basis van de resultaten die ze produceren. Het gaat echt
uitgebreid over wat democratie betekent. Ze hebben extreem verheven opvattingen
over wat democratie is. Het classificeren een democratie als alles wat ‘goed’ is voor
een land. Het is een soort afvalbak van good government met bepaalde gewenste
resultaten als definitie (zoals gelijkheid, vrijheid, veel vertrouwen, weinig misdaad,
economische gelijkheid etc.). Een maximale definitie heeft veel
karaktereigenschappen.
Echter:

, - Te veel attributen  geen empirische referenties. Geen enkel land kan aan
alle eisen voldoen: geen enkel land heeft nul economische gelijkheid of geen
misdaad. We willen het echter gebruiken in echte onderzoeken en te veel
kenmerken maakt het niet bruikbaar. Als je te veel kenmerken aan de
definitie toegevoegd hebt, dan heb je geen casussen (landen) om mee te
nemen in de analyse. Je begint met een definitie van democratie waarin
verkiezingen aangeeft dat het democratisch is. Dit is in vrijwel elk land, dus
voeg je meerdere kenmerken toe. Voor je het weet heb je een idealistische
staat gecreëerd waar geen enkel land aan voldoet.
- Te veel attributen  beperkt analytisch gebruik. Hoe meer je opgaat in wat
een democratie is, hoe minder bruikbaar het is om die variabel te gebruiken
in analyses. Hoe meer kenmerken toegevoegd worden, hoe minder bruikbaar
het is om te begrijpen waarom een land democratisch is. Als economische
gelijkheid (GDP boven een bepaald getal) toegevoegd wordt, kan je niet meer
vergelijken of democratieën gelijker zijn dan autocratieën omdat
democratieën per definitie al economisch gelijk zijn. Als politiek vertrouwen
toegevoegd, dan kan je niet meer democratieën vergelijken met autocratieën
op het gebied van politiek vertrouwen, omdat dat in essentie al een kenmerk
is van een democratie. Het gaat dan om consequenties van democratie in
plaats van oorzaken van een democratie.
- Een minimalistische of procedurele kijk op democratie classificeert politieke regimes
op basis van hun instellingen en procedures.
Echter:
- Te weinig attributen  alle gevallen worden instanties. Stel je zegt dat een
democratie betekent dat er verkiezingen zijn, dan neem je vrijwel elk land in
de wereld mee. Dan zou Noord-Korea ook een democratie zijn, want daar zijn
ook verkiezingen. Als ‘vrije en eerlijke verkiezingen’ toegevoegd worden, dan
streep je al veel landen weg. Er is dan wel de discussie wat vrij en eerlijke
verkiezingen zijn, dus dat moet gedefinieerd worden (bijv. geen
overheidsbemoeienis, geen stemintimidatie, anonieme stemming).
De meeste populaire metingen/definities van democratie proberen een balans te vinden
tussen een minimalistische en een maximale definitie. Het is makkelijk om te beginnen met
een minimalistische kijk en er dan achter komt dat je moet uitbreiden. Er is een debat
gaande over hoe specifiek de definitie voor democratie moet: wat neem je wel mee en wat
niet? Het is namelijk erg makkelijk om een of een maximale of een minimalistische definitie
te geven.

- Dichotome (dichotomous) of continue (continuous) maatregelen?
- Dichotome: er bestaat niet iets als een ‘beetje’ democratie; je bent
democratisch of je bent het niet. Deze metingen zijn zeldzaam. Sommige
indicatoren vereisen een continu oordeel, bijvoorbeeld of de oppositie wel of
geen kans maakt om te winnen. Als steeds dezelfde wint, kan je ook
vraagtekens zetten bij de ‘democratie’. Het is wel een soort continu oordeel:
meer of minder kans (toch een mate van…).
- Er zijn verschillende mate van democratie. Je kunt tot op zekere hoogte aan
een de criteria voldoen.

, Dichotome komt dus weinig voor, want er zijn steeds meer landen die tussen een autocratie
en democratie zitten en dus niet in een dichotome definitie passen.

Polyarchie (regeringsvorm waarin macht in meerdere mensen wordt geïnvesteerd. Het
neemt de vorm aan van noch een dictatuur, noch een democratie):
- Robert Dahl (1915-2014)
- “Polyarchie” (electoral democracy). Hij wilde geen democratie gebruiken, omdat hij
vond dat dat een ideaaltype is waar geen enkel land zich mee kan identificeren.
Vandaar dat hij de term polyarchie gebruikt voor landen die dichtbij democratieën
komen of juist niet. Democratie bestaat uit twee pilaren:
- Betwisting (contestation). De elite kant: de contestatie van ambt tussen
concurrerende groepen, echte competitie. Wie doet/kan meedoen aan
verkiezingen.
- Inclusie (inclusion). Bottom-up participatie van het volk.




- In de Sovjet-Unie kon slechts 1 partij aan de macht komen dus de contestatie is daar
laag. Mensen konden wel stemmen.
- Zuid-Afrika Apartheid: de elite concurreren in verkiezingen maar niet veel mensen
kunnen participeren en worden formeel uitgesloten.
- Er zijn aspecten van democratie die te maken hebben met de elite (top-down) en
met de massa (bottom-up) die instituties nodig hebben.

Institutionele en procedurele vereisten voor een democratie volgens Dahl:
1. Verkozen ambtenaren. Volgens hem was publieke controle over de agenda namelijk
belangrijk. Als je een regime hebt waar de belangrijkste wetten (budgets, oorlog)
gemaakt worden door actoren die niet verkozen zijn, vindt Dahl geen democratie.
Degene die beslissen over dingen die voor het hele volk gelden moeten verkozen
worden door de mensen. Dahl is niet tegen een directe democratie (referendum),
maar hij was van mening dat mensen niet allemaal de tijd hebben om politiek te
bedrijven dus daarom zijn er afgevaardigden die dat doen. Wanneer er een soort
deconcentratiebeweging is om competenties van gekozen functionarissen weg te

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkehaasloopwerner. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.04  5x  sold
  • (0)
  Add to cart