H0
Epidemiologie Wetenschap die zich bezig houdt met het beschrijven en verklaren van ziekte
in een populatie met als doel de populatie te beschermen
= de studie van teller en noemer
Kennis van (bio)chemie is belangrijk
Pathologie Wetenschap die zich bezig houdt met het beschrijven en verklaren van ziekte
bij 1 dier
Zoönosen Ziekten die van mens naar dier kunnen overgedragen worden
EBVM = evidence-based veterinary medicine
Diagnose en behandeling gebaseerd op best mogelijke beschikbare informatie
H1
Metabole ziekten Heeft betrekking op stofwisseling
Intristieke factoren Fysische / fysiologische eigenschappen van kiem of gastheer
Extrinsieke factoren Verwijzen naar omgevingsfactoren
Noodzakelijke factoren Moeten aanwezig zijn om de ziekte te veroorzaken
Bijdragende factoren Dragen bij tot de kans van voorkomen van een ziekte
H2
Ziekte Toestand waarin gezondheid of functioneren van het dier niet optimaal is
Endemische ziekten - stabiele situatie
- weinig variatie in voorkomen
- voorspelbare evolutie
- kan niet infectieus zijn
Epidemische ziekten - plots, onverwachte stijging
- fluctuerende incidentie
- onevenwicht gastheer en agens
- nieuwe stam van agens
- geografisch en in tijd begrenst
- vaak virale infectie
Pandemie Zeer groot en verspreid over verschillende landen
Opkomende ziekten Ziekten die plots opduiken in een populatie waar ze voordien afwezig waren
Heropkomende ziekten Ziekte die in het verleden aanwezig was, gedurende bepaalde periode afwezig
zijn geweest of plots stijgen in incidentie
• Nieuwe ziekte Veroorzaakt door voorheen onbekende pathogene agens
• Gemuteerde pathogeen Oude virus herschikt zich tot een combinatie die voorheen nog niet was
vastgesteld
• Nieuwe regio Het verspreiden van een agens naar een gebied waar het voorheen nooit was
voorgekomen
• Stijging incidentie
Ratio Verhouding in aantallen tussen 2 categorieën
Prevalentie Grootte van een ziekteprobleem op 1 bepaald tijdstip in de populatie
omschreven
= weergave hoeveel ziekte in de populatie aanwezig is (foto)
• Bedrijfsprevalentie Proportie van positieve bedrijven
, • Binnenbedrijfsprevalentie Proportie positieve dieren in een positief bedrijf
• Dierprevalentie Proportie zieke dieren over alle bedrijven heen
Incidentie = maat voor de hoeveelheid nieuwe ontstane ziekten gedurende een bepaalde
periode in een populatie (film)
• Cumulatieve incidentie = # nieuwe gevallen / totaal aantal dieren at risk (in begin)
Goede weergave voor gesloten populatie
• Incidentiedichtheid = # nieuwe gevallen / totaal #studiedagen bij elk gezond dier
Mortaliteit Hoeveel sterfte er in een bepaalde groep si
Belangrijk is om te weten dat alle dieren at risk zijn (iedereen is at risk te
sterven)
Survival of tijd tot ‘event’ Mate van overleven doorheen de tijd, gebruikt men als prognose als iemand
een ziekte heeft (hoeveel kans tot overleven)
= verwachte tijd tot sterfte
H3
Ziektetransmissie Overdracht van ziekte van 1 dier (of bedrijf) naar een ander
Pathogeniciteit Mate waarin een infectieus agens ziekte kan veroorzaken bij gastheren
Virtulentie De ernst van de ziekte die wordt veroorzaakt
Incubatieperiode Tijd tussen infectie en verschijnen van de eerste klinische symptomen
Latente infectie Keert af en toe terug
Subklinische drager Dier toont zelf geen symptomen maar kan infectie blijven verspreiden tot er
steriele immuniteit is
Iatrogene infecties Infecties veroorzaakt door medische handelingen (injectie,.. )
Horizontale transmissie
• Directe transmissie − Via fysiek contact (aanraken, bijten,..)
− Speekseldruppels
• Indirecte transmissie − Mechanische vector: instrumenten waar infectieus agens zich kan aan
hechten (handen, schoenen,..)
− Biologische vector: levende vectoren (insecten)
• Aerogene transmissie Infectie door aerosol / stofdeeltjes in de lucht (afstand >1m)
Verticale transmissie Infectieus agens wordt overgedragen van 1 generatie naar de volgende
(in-utero, in-ovo, colostrum)
Basis reproductie ratio Gemiddelde aantal secundaire gevallen die worden veroorzaakt door 1
infectieus dier, gedurende zijn gehele infectieuze periode
Kan <, =, > dan 1
H4
Descriptief onderzoek Beschrijven van een specifieke situatie
1e stap epidemiologisch onderzoek
Nuttig om hypothesen te genereren
• Gevalstudie Gedetailleerde beschrijving van 1 klinisch geval (anamnese,.. )
Nadeel: geen controlegroep
• Gevalreeks Verschillende gevalstudies samen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meribanvanrenterghem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.