100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting AFP 5 $8.16   Add to cart

Summary

Samenvatting AFP 5

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle leerdoelen van alle lessen samengevat.

Preview 4 out of 61  pages

  • August 16, 2021
  • 61
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
AFP F5
Les 1 – Informatie verzamelen, psychiatrisch onderzoek
Leerdoelen:
1. De student kan de verschillende domeinen waarop je kan observeren benoemen.
Eerste indrukken
 Uiterlijk
o Lichamelijke gezondheid
o Lichaamsbouw
 pycnische type (fors)
 atletische type
 leptosome type (smal)
o schatting leeftijd  komt dit overeen met de werkelijke leeftijd
 ouder schatten  dementieel syndroom, een depressieve stoornis,
een somatische ziekte
 jonger schatten  Zwakbegaafde patiënten en sommige patiënten met
een persoonlijkheidsstoornis
o verzorging  verzorgd, onverzorgd, verwaarloosd
o gelaatsuitdrukking
 maskergelaat  ziekte Parkinson / antipsychotische medicatie

 Contact en houding
o Zij geven ook een belangrijke aanwijzing in hoeverre het mogelijk is met de
patiënt een behandelrelatie op te bouwen.
o De psychiatrische stoornis én de persoonlijkheid zijn hierin bepalend
o Oogcontact
 Vermijden  vijandigheid, verlegenheid of angst
 Overmatig  achterdocht
 Voortdurend wegkijken  verhoogde afleidbaarheid, hallucinaties

 Klachtenpresentatie
o Indruk van de lijdensdruk van een patiënt (in hoeverre lijdt de patiënt
eronder?). Ook geeft het een indruk van de verwachtingen die de patiënt heeft
van de onderzoeker en/of de behandeling. Hoe zwaarder de lijdensdruk, hoe
meer een patiënt bijvoorbeeld zal klagen en een beroep zal doen op de
onderzoeker of hulpverlener.
o Hangt sterk samen met de persoonlijkheid
 Welke afweermechanismen worden gebruikt
o Psychiatrische stoornissen hebben een grote invloed op de manier waarop
iemand zijn klachten ervaart en presenteert.

 Gevoelens en reacties bij de onderzoeker
o Deze kunnen van diagnostische betekenis zijn. De onderzoeker beweegt
namelijk ‘’mee’’.
o De onderzoeker kan waken voor valkuilen in de therapeutische relatie met de
patiënt. Als hij bijvoorbeeld irritatie vroegtijdig erkent, zal hij een zorgvuldiger
onderzoek afnemen. Laat hij zich leiden door zijn irritatie, dan zou hij de
patiënt wel eens te snel kunnen ontslaan.
o Overdracht  de patiënt brengt onbewust gevoelens en ervaringen die hij
tijdens de vroege jeugd opgedaan heeft met voor hem belangrijke anderen,
over op de hulpverlener.

, o Tegenoverdracht  heeft te maken met de gedragingen, gevoelens en
gedachten die de patiënt door zijn doen en laten bij de hulpverlener oproept.
Bij tegenoverdracht reageert de hulpverlener op de overdracht van de patiënt
met zijn eigen onbewuste gevoelens als tegenreactie.
Andere voorbeelden:
 Te laat komen, bied geen excuses aan
 Bruine vingers van het roken

Cognitieve functies 
 Bewustzijn, concentratie en oriëntatie
 Intellectuele functies
o Oordeelsvermogen
o Abstractievermogen
o Intelligentie  wat voor tv-programma’s kijk je of spelletjes speel je? Dit zegt
ook iets
o Taal  bijv. spreekwoorden toepassen
o Rekenen
 Inprenting en geheugen
 Voorstelling, waarneming, zelfbeleving, lichaamsbeleving
 Denken  tempo, beloop/samenhang, inhoud
 Ziektebesef, ziekte inzicht en ziektegedrag.

Affectieve functies 
 Stemming (langere periode) en affect (emotie die sneller op en neer kan
schommelen). Bijv. klimaat en het weer.
 Somatische stemmingsequivalenten  lichamelijke klachten die veroorzaakt worden
door stemmingsklachten. Bijv. vermoeidheid, trager zijn
 Somatische angstequivalenten  spierspanning, blozen, tachycardie, transpireren,
tremor
 Pseudoneurologische klachten  hebben nog geen verklaring maar kunnen mogelijk
veroorzaakt worden door de stemming.

Wat voor vragen kan je stellen om hier een beeld van te krijgen:
 Hoe gaat het nu en hoe ging het afgelopen periode?
 Was het elke dag zo of zijn er ook betere periodes?
 Zijn er verergingen geweest en waar kwam dat dan door.

Conatieve functies 
 Psychomotoriek = tremoren, tics
 Mimiek
 Spraak
 Driftleven, wilsleven gedrag  ontremming, dwangmatig, impulsief
o Wat geeft iemand aan over zijn gedrag
De observatie van de verschillende functies leiden tot een as-I-diagnose: een omschrijving
van de psychiatrische syndromen, dat wil zeggen: een interpretatie van de actuele
symptomen waarover de patiënt klaagt of die eventueel waargenomen kunnen worden

Persoonlijkheid
De onderliggende persoonlijkheid nuanceert de aanwezige symptomen en klachten.
Gegevens komen uit:
 Anamnese
o Duurzame persoonlijkheidstrekken

,  Familie ananese  wat voor gezin kom je, zijn je ouders nog bij elkaar, zijn er
bepaalde ziektes in het gezin  hoe zijn de onderlinge verhoudingen
 Speciële anamnese
 Sociale anamnese
 Biografische anamnese
o Levensgeschiedenis
o Wat voor gezin
o zelfbeschrijving
o = Duurzame persoonlijkheidstrekken
 Heteroanamnese
o Duurzame persoonlijkheidstrekken
 Informatie uit de observaties
 Informatie verkregen uit gebruikte meetinstrumenten

Duurzame persoonlijkheidstrekken  Steeds terugkerende en vaste reactievormen die het
individu meestal zijn leven lang meedraagt. Deze kunnen hem hinderen bij het zich
aanpassen aan de omgeving. Het kan subjectieve ellende en/of sociaal disfunctioneren tot
gevolg hebben. Van belang is vooral dat achterhaald wordt of er sprake is van duurzame
persoonlijkheidstrekken of van symptomen van een acute psychiatrische stoornis.

Vaak heeft iemand klachten op lichamelijk, geestelijk of sociaal gebied, die de aandacht
opeisen. De hulpverlener zal zich op die klachten richten en deze zo goed mogelijk
behandelen. Het risico is dat er een tijdelijk resultaat gerealiseerd wordt als de klachten niet
in verband gebracht worden met de onderliggende patronen. Een persoon blijft dan zoeken
naar oplossingen en van behandeling naar behandeling lopen. Daarbij kunnen de frustraties
wederzijds hoog oplopen.
Ten slotte kan een persoonlijkheidsonderzoek een goed inzicht geven in de vraag welke
persoonlijkheidsstoornis zich ontwikkeld heeft.

2. De student heeft kennis van het psychiatrisch onderzoek volgens Hengelveld.
De verschillende anamneses en het verdere onderzoek worden gebruikt om de
psychiatrische symptomen en hun beloop vast te stellen. Al deze symptomen worden
systematisch genoteerd in de status mentalis.

, Les 2 – Het bio psychosociaal model en ontwikkelingspsychologie
Leerdoelen:
1. Is in staat het ontstaan van afwijkend gedrag te verklaren vanuit het bio
psychosociaal model
19e en 20e eeuw  biomedische benadering van psychiatrie  wegstoppen
Toen:
 Van ziektegericht naar mensgericht
o Kraepelin – beschrijving klinisch beeld
o Freud – psychoanalyse
o Psychofarmaca
o Antipsychiatrie en de-institutionalisering
Door deze ontwikkelingen kwam het bio-psychosociaal model tot stand.

Er zijn diverse factoren die meespelen bij het ontstaan, aanhouden of herstellen van een
(psychische) klacht. Het bio-psychosociaal model laat zien welke factoren van invloed zijn op
welk aspect en vervolgens op de psychische gezondheid.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maartjebakkers1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66475 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.16
  • (0)
  Add to cart