Zenuwstelsel ontwikkeld zich van laag naar hoog, van ruggenmerg naar grote hersenen.
aanvoerend
gewaarwordingen
afvoerend
bv) je loopt in het midden van de weg, hoort
auto aankomen. Je neemt in PZS door oren
waar dat er een auto is en dat prikkelt
zintuigcel dat prikkel doorgeeft aan CZS dus
aan hersenen. Dan stuurt hersenen prikkel
naar benen om opzij te gaan voor auto.
Zeer sterk vertakte
korte uitlopers, niet
gemyeliniseerd
axon
neuriet Axon + telodenriën
Omgeven door myelineschede.
Knoop van Ranvier
= versnellen van prikkelgeleiding
,Myeline = witte stof, versnelt prikkelgeleiding
bestaat uit verschillende lagen celmembraan: van gliacellen (CZS), van Schwanncellen (PZS).
Tekening neuronen en synaps bekijken!
Neurotransmitter, mediator = chemische verbinding die door 1 neuron wordt afgegeven en die de
membraanpotentiaal van ander neuron verandert (of spier prikkelt).
Ontstaan van actiepotentiaal:
- in rust: cel is gepolariseerd = rustpotentiaal = buiten de celmembraan meet + geladen dan in cel. Door
meer Na+ buiten de cel dan K+ in cel.
- Bij prikkeling: verandering van permeabiliteit: Na + influx: positieve deeltjes stromen naar binnen.
o Extra cellulair minder + worden = intra cellulair meer + worden = depolarisatie
- Deze verandering van membraanpotentiaal noemen we actiepotentiaal.
Geleidingssnelheid:
hoe dikker vezel, hoe meer myeline, hoe verder knopen van Ranvier uit elkaar liggen, goe sneller geleiding =
saltatorische geleiding (met grote sprongen)
EEG = elektro-encefalogram
EMG = elektromyografie
Elektrocutie = vooral beschadiging hart- en zenuwstelsel
Neuro-musculaire transmissie:
= prikkeloverdracht van zenuwcel naar spier
- Transmitter: acetylcholine (ACH) (= stof in blaasje)
- ACH past op receptoren van spiercel
- ACH wordt afgebroken door cholinesterase
- Dit wordt weer opgenomen in zenuwvezel en in vacuolen opgebouwd tot ACH.
Neuro-neuronale transmissie:
= prikkeloverdracht tussen 2 zenuwcellen
- Transmitter komt vrij uit pre-synaptisch neuron
- Transmitter past op receptor van post-synpatisch neuron
- Transmitters:
o Acetylcholine
Neuro-effector (PSZ)
Neuro-neuronaal (OSZ en PSZ)
Neuro-musculair
o Catecholaminen
Adrenaline
Noradrenaline (OSZ)
Dopamine (CZS)
o GABA, serotonine (CZS)
, B.Gliacellen
Hulp & steuncellen voor neuronen van CZS:
- Astrocyten
o Zorgen voor uitwisseling stoffen tussen neuronen en bloedbaan
o Functie: in stand houden van bloed-hersenbarière
- Oligodendrocyten
o Functie: vorming myelineschede
- Microgliacellen
o Functie: opruimcellen
Wervelkolom loopt van achterhoofdsgat tot onderkant L2.
2 verdikkingen binnen wervelkanaal:
plexus cervico-brachialis
Plexus lumbo-sacralis
Cauda equina (loopt van L2 tot S2)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenttmhs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.06. You're not tied to anything after your purchase.