100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
aparte samenvattingen AFP1 $5.90
Add to cart

Class notes

aparte samenvattingen AFP1

 25 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

volledige samenvattingen van afp1 ()

Preview 4 out of 42  pages

  • August 16, 2021
  • 42
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Lieve van nieuwehuysen
  • All classes
avatar-seller
AFP1: Spijsverteringstelsel

EPITHEELWEEFSEL
 Dekweefsel dat lichaam op alle plaatsen waarmee het in contact komt met
buitenwereld bedekt : huid, binnenkant van mond, neus, maag, darmen en blaas.
 Het zijn cellen die tegen elkaar liggen zonder tussenstof en rusten op het basale
membraan die hen scheidt van de onderliggende weefsels
 Heeft geen bloedvaten, krijgt wel alle nodige voedingsstoffen door bloedvaten
omliggende weefsels
 Functie hangt van plaats van weefsel vanaf : huidepitheel is dikker dan
bloedvaten
 Uitzicht cellen kan variëren. Er zijn verschillende soorten lagen: meerlagig,
éénlagig en kubisch, cilindrisch en plaveiselcelepitheel
o Huid: verhoornend (=meest oppervlakkige cellen in het huidepitheel van
afgeplatte cellen zonder kern) meerlagig plaveiselcelepitheel
 Vernieuwd zich constant zodat defect in dekweefsel snel weer wordt opgevuld
Tumoren
 Meer dan 90% van alle tumoren ontstaat uit epitheelweefsel. Kwaadaardig =
carcinoom
 Bij biopsies kunnen ze herleiden van welk orgaan dit komt door structuur
Onderverdeling epitheelweefsel
- Bedekkend epitheel
- Klierepitheel
Klierepitheel
 Epitheelcellen zijn gespecialiseerd in het afscheiden van stoffen met specifieke
eigenschappen. Zijn bedoeld voor omgeving zelf (niet cellen). klieren onderdelen
in endocriene klieren en exocriene klieren, afhankelijk waar hun
afscheidingsproduct wordt afgegeven
INDELING: EXO- EN ENDOCRIENE KLIEREN
Exocriene = maken stoffen aan die naar buiten gaan en die bestemd zijn voor de
omgeving
- Zweet, speekselklieren (spijsvertering), darmsapklieren
Endocriene = maken stoffen aan die naar het bloed gaan en op afstand een functie
uitvoeren
- Hormonen (schildklier, hypofyse, bijnieren, testes = testosteron, oestrogeen,
adrenaline,…)
OVERZICHT VAN BELANGRIJKSTE SYMPTOMEN

Anorexie = geen eetlust
Anorexia nervosa = magerzucht
Nausea = misselijkheid.
Vomitus = emesis = braken.
 Hematemesis = bloedbraken, bij vaak braken of bij bloeding in slokdarm of maag.
 Faecaloid braken = vloeibare stoelgang → door darmobstructie. Er is geen
passage meer mogelijk in de darmen en de darminhoud wordt dan terug opgebraakt.

, AFP1: Spijsverteringstelsel

Reflux = de terugvloei van maagzuur naar de slokdarm, soms zelfs tot in de keel. Oorzaak
= een defecte onderste slokdarmsfincter.
 regurgitatie = terugstroming van maaginhoud door motiliteitsstoornissen (bv:
baby’s die melk teruggeven).
Dysfagie = patiënt heeft gevoel dat het voedsel niet normaal passeert van de keel naar de
maag. Het voelt alsof het eten ergens in de slokdarm blijft vastzitten.
Pyrosis = zuurbranden of een branderig gevoel vanuit de maagstreek, retrosternaal
opstijgend en eventeel uitstralend naar de hals, de keel of de mond. De oorzaak is meestal
reflux.
Ructus = boeren. Ingeslikte lucht (“aerofagie”) kan vanuit de maag terug naar boven komen
en dat veroorzaakt boeren.
Foetor ex ore = patiënt heeft onaangename geur in de mond heeft. Dit kan vele oorzaken
hebben, zoals een slechte mondhygiëne, respiratoire aandoeningen,….
Flatus = wind en flatulentie betekent winderigheid.
Diarree = te veel, te frequent of te plat. Diarree is een subjectieve appreciatie → patroon van
persoon ervoor
Obstipatie = constipatie = verstopping. Een verminderde frequentie, een verminderde
hoeveelheid of een te harde consistentie.
Verkleurde faeces: In sommige omstandigheden kan ontlasting zwarte, rode of
stopverfachtige kleuren krijgen. Helder rood bloedverlies via de stoelgang wordt aangeduid
met de term RBPA (= rood bloedverlies per anum) = bloeding in de dikke darm of de anus.
Melena = Als er bloeding in de slokdarm of de maag optreedt, zal het al half verteerd zijn
vooraleer het met de stoelgang wordt afgevoerd. Het heeft dan een meer dieprode, paarse
kleur.
DIARREE
Oorzaak
 Gestoorde darmmotiliteit met afgenomen vochtresorptie en toegenomen
vochtsecretie
Acute diarree
 Kan dagenlang worden aangehouden. Wordt veroorzaakt door exogeen agens
Oorzaak

- Acute stress

- Infectie (salmonella)

- Toxisch effect (medicatie)

Verwikkelingen
- Dehydratatie met eventuele acidose en elektrolytenverlies
Vocht- en elektrolytenverlies
 Moet aangevuld worden door voldoende vochtaanvoer en orale rehydratiezouten
(ORS = Oral Rehydration Salts: bevatten elektrolyten en glucose → bevordert
resorptie van elektrolyten)
Behandeling

, AFP1: Spijsverteringstelsel

 Tijdelijk restenarm dieet


Chronische diarree
 Langer dan 3 weken.

Acute diarree Chronische diarree

- Endogeen gastro-intestinaal probleem
Etiologie - Exogeen agens - Diagnostisch probleem
(oorzaak) - Therapeutisch - Inflammatoire darmziekten
probleem (oorzaak - Irritabel bowel syndroom = spastische darmen
vaak pas gekend na - Darmtumor
stoppen van diarree) - Malabsorptie
- Laxativa abusus
- Hyperthyreoïdie


Duratie Aantal dagen Langer dan 3 weken

Behandeling Restenarm dieet Causale behandeling

Verwikkelin Dehydratie met eventueel Deficiënties aan vitaminen en voedingsstoffen en
g metaboile acidose en vermagering
elektrolytenverlies

2. OBSTIPATIE = CONSTIPATIE = VERSTOPPING
 Vertraagd transport doorheen de dikke darm
Men onderscheidt twee soorten obstipatie:
- Constipatie van het colon (een te trage passage van de coloninhoud doorheen
het colon met uitdrogen van de faeces)
 Door te weinig darminhoud (bv: restenarme voeding)
 Door te trage colonmotoriek (bv: hypothyroidie, zwangerschap)
- Constipatie van het rectum (een uitdrijvingsprobleem)
 Door afstompen van defecatiereflex (stoelgang ophouden, anale
scheurtjes,...)
 Door verslapte spieren van buikwand en bekkenbodem (ouderen,
herhaaldelijke bevallingen)
tegelijk diarree:
 stagnatie van de faeces leidt tot irritatie van het darmslijmvlies. Hierdoor neemt
de secretie toe en ontstaat een pseudo-'overloop'-diarree, die de feces stilaan
weer vloeibaar maakt.
Aangeboren afwijking
 Ziekte van Hirschsprung (zie OPO module pediatrie).


Meestal is de obstipatie verworven en het gevolg van:

, AFP1: Spijsverteringstelsel

Ouderdom:
 Ouderen vertonen heel vaak obstipatie (door colonverwijding of andere oorzaken)
Immobiliteit
 door een te sedentair leven of secundair aan andere pathologie met als gevolg
verminderding van de darmperistaltiek
Slechte eetgewoonten:
 te weinig vezels ('resten'), te weinig vochtopname op het menu
Slechte defecatiegewoonten:
 Stoelgang te vaak ophouden, de defecatie uitstellen en te weinig tijd nemen om te
defeceren
Ileus of het verdwijnen van darmtransit door mechanische darmopstopping of
darmparalyse
Psychologisch
 Op psychogene basis kan ook obstipatie optreden bv: situatieve obstipatie bij
verandering van omgeving (op vakantie gaan, ... )
Atone obstipatie
 Slechte darmtonus waardoor darmverwijding waarin feces en gas blijven
hangen) b.v. bij depressie, anorexia nervosa, hypothryroïdie; verschillende
neurologische aandoeningen, zwangerschap
Proctogene obstipatie:
 Door proctologische oorzaken wordt de stoelgang opgehouden in het rectum b.v.
hemorroïden. scheurtje van de aars ...
o medicatie: bepaalde geneesmiddelen hebben als neveneffect obstipatie
b.v. narcotische analgetica (morfine, codeïne), ijzerpreparaten,…
o organische darmaandoeningen: b.v. diverticulose, coloncarcinoom, ...
Obstipatie kan gecompliceerd worden door de ontwikkeling van hemorroïden
en anale fissuren.
Behandeling
- De oorzakelijke behandeling is uiteraard de beste.
- Drie pijlers in de behandeling van obstipatie:
 Veel drinken + veel lichaamsbeweging + celluloserijk dieet (volkorenbrood,
pruimen, veel bladgroenten en fruit...)
- Laxeermiddelen kunnen gebruikt worden als de dieet voorschriften en extra
beweging geen beterschap brengen. Osmotische laxantia → houden water vast
en induceren osmotische diarree zonder het risico op darmatonie.




KLINISCH ONDERZOEK
 Wordt uitgevoerd door arts/verpleegkundige op patiënt met minimum technische
hulpmiddelen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shalinaverdijck. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52928 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added