100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen psychologie leerjaar 1 periode 2 Inholland $3.23   Add to cart

Other

Aantekeningen psychologie leerjaar 1 periode 2 Inholland

 289 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van de lessen.

Preview 3 out of 6  pages

  • January 6, 2015
  • 6
  • 2014/2015
  • Other
  • Maurits van der heijde
avatar-seller
Les 3 Verslavingsgedrag
Psychoactieve stoffen  chemicaliën die inwendig(neuro transmitters, hormonen ) en uitwendig
(marihuana, lsd ) aanwezig.

Fysieke afhankelijkheid/behoefte: Het lichaam heeft de psychoactieve stoffen nodig. Het lichaam
gaat niet meer kunnen functioneren als de stoffen er niet zijn (zweten, hartkloppingen,
koortsverschijnselen) Je lichaam gaat allerlei signalen afgeven zodat je weer die psychoactieve
stoffen tot je neemt. Lichamelijke afhankelijkheid van psychoactieve stoffen  Verslaving!
Psychische afhankelijkheid/behoefte : niet een verslaving, kan wel enorme gedragsproblemen met
zich meenemen. Je hebt behoefte aan de psychoactieve stoffen en doet erg je best om het te krijgen.
Sociale afhankelijkheid/behoefte : Niet een verslaving.

Verslaving : fysieke afhankelijkheid. Wanneer je
ontwenningsverschijnselen/onthoudingsverschijnselen laat zien wanneer je geen psychoactieve
stoffen meer neemt (zweten, hartkloppingen, koortsverschijnselen)
Er is sprake van verslaving wanneer er sprake is van tolerantie. Tolerantie betekent dat je meer
psychoactieve stoffen nodig hebt voor het zelfde effect. Geen effect meer is van een gelijkblijvende
toebreng van psychoactieve stoffen. (tolerantie A en B )

Een verslaafde nuttigt geen plezier meer aan het nemen van het middel op het gedrag.

Risicofactoren om psychoactieve stoffen te nemen:

- Cultuur en samenleving (sociale druk, roken, alcohol is een vrij normale psychoactieve stof in
Nederland. In andere landen is het een hele gevaarlijke psychoactieve stof. ) Binnen een
cultuur bestaan ideeën over welke gevaren psychoactieve stoffen met zich meebrengen. Er
bestaan heel veel believes over de effecten van psychoactieve stoffen. Nurture effect
- Interpersoonlijke factoren (nieuwsgierig, sociale druk, behoeften) Nurture effect
- Biogenetische factoren ( je hebt een aanleg om het te doen. Je ouders zijn bv verslaafd. Dit is
een groot nature effect )


Believes: aannames
Bijvoorbeeld: Blowen maakt je creatiever.  dit is een believe.

Het kan zo zijn dat je regelmatig psychoactieve stoffen kan nemen maar het kan evengoed zijn dat je
een ellende veroorzaakt die je niet had voorzien. Het staat niet in een boekje wat de risico’s zijn, je
weet niet wat je te wachten staat. (bijvoorbeeld je hebt aanleg om depressief te worden  bepaalde
psychoactieve stoffen verergeren dit)


Wat is het probleem als iemand verslaafd is?

- Het lijden van het individu en het bellemeren van de omgeving.
- Wegvallen van remmingen  Je eigen norm actieve kaders(geheel van regels die jezelf hebt
bedacht, gedragsregel) heb je niet meer in beeld, ze vervallen. Dit is voor andere personen
naar omdat je er door kan veranderen. Je bent continu bezig om psychoactieve stoffen te
verkrijgen. Je gaat allerlei dingen doen die niet mogen (stelen, beroven) dit is problematisch
voor de samenleving.

, - Kosten voor de samenleving  Psychoactieve middelen zijn neurotoxische middelen.
Mensen die psychoactieve middelen nemen die neurotoxisch zijn worden ziek en gaan geld
kosten.
- Niet meer kunnen voldoen aan de verwachtingen die de samenleving stelt.
- Het gebruik van het middel is fysiek gevaarlijk.



THC

De psychische afhankelijkheid aan blowen kan hoog oplopen. Je hebt lange(destructief) en korte
(aangenaam) termijn effecten. De korte termijn effecten zijn vaak erg aangenaam. De langere
termijn effecten (denk aan een half jaar) zijn vaak destructief.


Korte termijn: rode ogen, traag reactievermogen.
Lange termijn: geheugenverlies, depressiviteit, en verlies aan motivatie.



Les 4
Stoornissen en comorbiditeit

Verslaving
Neuro psychiatrische (ontwikkelings) stoornis gebaseerd op het disfunctioneren van fundamentele
adaptieve mechanismen in de hersenen. Herhaald gebruik van middelen verstoren het ontwikkelen
van de hersenen, ook de werking van de neurotransmitters.
Oorzaken (meestal een optelsom):

- Erfelijkheid  in de genen. Als je bv een regelmatige drinker bent dan zou je eigenlijk
rationeel moeten gaan kijken hoe zit het eigenlijk in mijn familie? Zijn er mensen verslaafd
aan alcohol? Of andere psychoactieve stoffen.
- Stresssysteem schiet te kort  Je weet niet zo goed hoe je onder stress moet functioneren,
dan is dat een risicofactor om psychoactieve stoffen te benuttigen. Bij langdurige stress
maakt je lichaam giftige neurotoxic aan.
- Combinatie met ontwikkelingsproblemen  door je jeugd waarin dingen zijn gebeurd ben je
belemmerd in je ontwikkeling.

Ook al heb je al die 3 oorzaken, dan is het niet zo dat je verslaafd moet worden. Het zijn we de 3
grootste risicofactoren.


Comorbiditeit

- De dubbele diagnose ofwel psychiatrische problematiek (stoornis/psychopathologie) en
bijkomende verslavingsproblemen. Het is een stoornis in combinatie met
verslavingsproblemen.
- Schizofrenie en depressie  meest voorkomende comorbiditeiten.
- Adolescenten met een stoornis zijn extra risicovol voor comorbiditeit.

Meestal wordt eerst de verslaving aangepakt en daarna pas de stoornis.
Dubbele comorbiditeit: licht verstandelijk beperkt + stoornis + verslaafd

, Verslaving, comborbiditeit en adolescentie

Externaliserende stoornissen  zelf geen last, omgeving wel
* ADHD, oppositionele, -en antisociale gedragsstoornissen.

Internaliserende stoornissen  zelf last, omgeving niet
- angst, -en depressie en PTSD

Psychosen
- Schizofrenie

Ontwikkelingsstoornissen
- Autisme spectrum


Schizofrenie kenmerken
1. Verstoorde cognities (paranoïde): Je hebt denkbeelden die niet overeen komen met de realiteit. Ze
zijn irrationeel en kunnen aantoonbaar onjuist zijn. Deze denkbeelden lijden naar situaties die een
last kunnen zijn voor de samenleving. Als je door je cognitieve verstoringen geen last veroorzaakt is
er niets aan de hand, wanneer dit wel gebeurd is het wel erg. Het kan ook zijn dat degene zelf er heel
erg onder lijdt omdat hij deze denkbeelden eigenlijk niet wilt hebben.
Paranoïde  Je denkt dingen die niet kloppen. Het is een gedachte die niet klopt in de werkelijkheid.
2. Affect: verstoring in de emotiehuishouding. Verstoring in de wijze waarop je je emoties uit. Dit
kan op heel veel verschillende manieren: emotieloos of een verstoort affect  je laat emoties zien
die niet passen bij de omstandigheden (iedereen is verdrietig en jij bent blij en gaat lachen)
3. Storingsgedrag: Iemand kan bijvoorbeeld zomaar stil gaan staan. Of je laat een gedrag zien die je
continu herhaald. Chaotisch gedrag, je bent continu in beweging maar zonder doel. Je gaat staan je
loopt ergens heen en je weet eigenlijk niet waarom.
4. Verstoring in percepties: Er is een verstoring in je betekenisverlening van je waarneming. Je hoort
dingen die er helemaal niet zijn  stemmen in je hoofd bv of je ziet, voelt of proeft dingen die er niet
zijn.

het kan zijn dat je alleen bepaalde punten hebt en daardoor zijn er verschillende soorten van
schizofrenie.

Stemminsstoornis
Depressie kenmerk (tentamen: verhalen van een persoon en daarin staan gedragsproblemen en dan
moet jij bekijken of dit persoon depressief is of manisch depressief)
1. Je bent gedurende 2 weken 24/7 nergens energie voor. Alles kost heel erg veel moeite en heel erg
veel energie
2. Gedurende enkele weken 24/7 vraag je je af wat het allemaal voor zin heeft. Je wilt er het liefst
een eind aan maken.

Manisch: er zijn ook periodes waarin mensen dan heel vrolijk zijn en vol energie. Daarna wordt
diegene weer depressief.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loulouoverzier. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart