Historische context: De koude oorlog (1945-1991)
Paragraaf 1 – Twee ideologische blokken (1945 – 1955)
• In 1917 grepen de communisten in Rusland de macht. Er werd gestreefd naar een
klasseloze samenleving. Het uiteindelijk doel was een wereldrevolutie: het
kapitalisme zou verslagen worden en ieder zou voortaan gelijk zijn. Toen Josef Stalin
aan de macht kwam veranderde de Sovjet-Unie in een totalitaire staat. (1 leider, 1
partij, economie werd volledig door de staat gecontroleerd, propaganda moest het
communisme en Stalin verheerlijken, er was geen vrijheid van meningsuiting →
anders naar strafkamp.)
• De communistische partij had dus voortaan controle over het dagelijks leven en
persoonlijke vrijheden waren onbelangrijk. (k.a.: Het in praktijk brengen van de
totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.)
• In de Verenigde staten werden individuele vrijheid juist belangrijk gevonden. Er was
een democratisch bestel met daarin de bescherming van de politieke rechten van het
individu. Ook was er vrijemarkteconomie/kapitalisme.
• Vanaf 1941 werkten de SU en de VS samen, ondanks hun ideologische verschillen.
Ze streden tegen de asmogendheden (Duitsland, Japan en Italië). (k.a.: Het voeren
van twee wereldoorlogen) voorheen boekten de asmogendheden veel successen,
nu keerden de kansen.
• Na de Tweede Wereldoorlog liep ondanks de samenwerking de spanning op tussen
de VS en de SU. Tijdens de Conferentie van Potsdam (1945) werd duidelijk was de
struikelblokken waren. De VS en de SU verschilden volledig van mening over hoe de
macht in Europa verdeeld moest worden.
• Conferentie van Potsdam:
Truman, Stalin en Churchill wilden afspraken maken over een vredesregeling met
Duitsland en over nieuwe machtsverhoudingen in Europa. daar kwam niets van
terecht, want het wantrouwen werd tijdens de conferentie groter door de atoombom.
(Amerikanen hadden in het geheim aan het super-wapen gewerkt en deze lieten ze
tijdens de conferentie ontploffen in een woestijn.)
• Het wantrouwen tussen de VS en SU nam steeds verder toe. Er ontstonden twee
invloedssferen: een communistische en democratische/kapitalistische.
- Oost-Europa: volksdemocratieën naar het model van de SU. Burgers mocht in
deze ‘democratie’ stemmen, maar alleen op de communistische partij. Landen
werden vazalstaten.
- West-Europa: liberale democratie en het kapitalisme werden bevorderd.
• Na de Tweede Wereldoorlog waren de economische omstandigheden slecht. De
Amerikaanse president Truman was bang dat westerse landen door het communisme
(gelijkheid) gegrepen zouden worden. Hij introduceerde daarom de Trumandoctrine.
• Trumandoctrine: politiek om het communisme overal in te dammen waar de VS
communistische expansie vreesden. Landen kregen economische en militaire steun
als ze het communisme buiten de deur hielden. In hetzelfde kader werd het
Marshallplan ontwikkeld.
• De Marshallhulp:
- Na de oorlog was er in Europa veel armoede. De Amerikanen waren bang dat
veel Europeanen zich dan aangetrokken zouden voelen tot het communisme. In
juni 1947 presenteerde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken het
Marshallplan. → de VS boden de Europese landen enorme hoeveelheden geld en
goederen aan. ze moesten daarvoor met elkaar samenwerken en Amerikaans
, toezicht accepteren. Stalin kon ook hulp krijgen, maar dat weigerde hij. Hij
verbood ook andere Oost-Europese om hulp aan te nemen.
- In West-Europa bracht de hulp de Europese eenwording op gang en stond aan
het begin van een lange periode van welvaartsgroei.
• Blokkade van Berlijn
• De scheidingslijn tussen het oosten en westen kwam dwars door Duitsland. Berlijn
was apart verdeeld.
• 1948: Stalin was boos over de invoering van een eigen munt (de D-mark) door de
geallieerden, daarom besloot hij alle toegangswegen tot West-Berlijn af te sluiten. →
Amerika besloten geen oorlog te beginnen, maar via een luchtbrug werden de
mensen voorzien van voedsel en brandstof. Doordat dat Amerikanen veel Berlijners
in leven hielden, werden ze in Duitsland populair.
• 1949: Stalin hief de blokkade van Berlijn op. → twee weken later werd in West-
Duitsland een democratische Duitse staat gevormd: de Bondsrepubliek Duitsland
(BRD). In Oost-Duitsland werd de Duitse Democratische Republiek (DDR) gesticht.
• 1949: de SU testten hun eigen atoombom. Dat was een schok voor de Amerikanen.
De wapenwedloop ontstond.
• Er waren ook al twee militaire bondgenootschappen ontstaan. De NAVO en het
Warschaupact.
• Uit angst voor een derde wereldoorlog besloot een aantal West-Europese landen
samen te gaan werken op economisch terrein. Dat was de basis voor de Europese
eenwording. (k.a.: De eenwording van Europa)
• De redevoering van McCarthy:
- Joseph McCarthy hield een redevoering. Volgens hem hadden de
communistische infiltranten grote invloed. Ze waren er de oorzaak van dat de VS
te slap waren tegen het communisme. Hij bleef zijn beschuldigingen herhalen, hij
noemde steeds andere getallen en viel andere mensen aan. (het waren
verzinsels). → doordat veel Amerikanen bang waren voor het communisme,
geloofde ze het.
- Voor veel Amerikanen hadden de acties van McCarthy nare gevolgen: ze verloren
hun baan.
(k.a.: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging voor een atoomoorlog.)
Personen
Josef Stalin
- Leider van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie
Harry Truman
- President van de Verenigde Staten
- Lid van de Democratische Partij in de VS.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentfoodandbusiness. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.