100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Algemene basisprincipes. H1,2,5,6,8,9,10 & 11. a.d.h.v boek en powerpoints. incl. aantekeningen $3.90   Add to cart

Summary

Samenvatting Algemene basisprincipes. H1,2,5,6,8,9,10 & 11. a.d.h.v boek en powerpoints. incl. aantekeningen

1 review
 374 views  4 purchases
  • Module
  • Institution
  • Book

samenvatting van het boek algemene basisprincipes. Gemaakt i.c.m. het boek en powerpoints.

Preview 4 out of 40  pages

  • Yes
  • January 6, 2015
  • 40
  • 2014/2015
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: gizmo90 • 9 year ago

avatar-seller
AEC samenvatting H1, 2, 5, 6 & 8
Hoofdstuk 1.

Macro omgeving
DESTEP (Demografisch, Economisch, Sociaal-cultureel, Technologisch, Ecologisch
en Politiek)

Directe omgeving:
 Ontwikkeling huidige en
toekomstige
marktvraag

Concurrentieverhoudingen
 Afnemersgedrag
 Leveranciers
 Substitutieartikelen
 potentiële toetreders tot
de markt

Het centrale economische probleem
 Schaarste  te weinig beschikbaar om wensen te voldoen. Prijs gaat
omhoog. Te weinig geld om te investeren of te weinig grondstoffen.
 Alternatief aanwendbaar  voor meerdere doeleinden te gebruiken.
 Opportunity costs of alternatieve kosten  geld contant aanhouden kost
de rente die je had kunnen krijgen als je het geld op je spaarrekening had
gezet.

Welvaart is de mate waarin je in je behoefte kunt voorzien

 Materieel  flat screen, dure auto, smartphone  meten welvaart
 Immaterieel (WELZIJN)  rust, ruimte, zonlicht  kost niks

Vrije goederen
Dit zijn goederen die onbeperkt gebruikt kunnen worden. Ze vormen geen
keuzeprobleem. Bijvoorbeeld de zon.

Productiefactoren
 Arbeid  Loon
 Kapitaal  Rente
 Natuur  Pacht
 Ondernemerschap  Winst
= Primair inkomen.

Economische orde
Wie, wat, waar, hoe en voor wie?

Budgetmechanisme
Vanuit de overheid wordt beslist welke goederen en diensten geproduceerd
worden, op welke manier en tegen welke prijs.

,Welke goederen er geproduceerd worden, dmv budgetten samenstellen.

Marktmechanisme
De omvang en samenstelling van productie. Wordt bepaald door vraag en aanbod
in de markt. Sterk afhankelijk van goederen die in dezelfde behoefte voorzien.

Allocatie van productiefactoren
Waarvoor worden de productiemiddelen gebruikt?
Micro  één bedrijf , één consument
Meso  bedrijfstak
Macro  het hele land

C = 0,75 Y + 100
Qv = -3p + 800.

‘’-‘’ teken geeft aan dat kopers bij hogere prijzen minder toestellen vragen.

Qv = Vraag naar …
P = Prijs van …
800 = Invloed van andere factoren zoals weer of inkomen

Exogene grootheden
De getallen die gegeven zijn (0,75 en 100)

Endogene grootheden
De onbekenden die je uitrekent (C en Y)

Reële verandering = Volume verandering
Absolute verandering = Prijs verandering
Nominale verandering = Totale verandering incl. prijs en volume

Hoofdstuk 2.

- Individuele vraag
De individuele vraag van een consument naar een product.
- Collectieve vraag
De collectieve vraag van alle consumenten gezamenlijk naar dat product.

Welke factoren bepalen de behoefte?
 Behoefte
 Prijs product
 Prijzen andere goederen / diensten
 Inkomen
 (Aantal consumenten ALLEEN bij collectieve vraag)




Afgeleide vraag:
Meer vraag naar een iPhone, meer vraag naar een grondstof van de iPhone.
Behoefte.

,Prijs

P1




P2




H1 H2 Gevraagde hoeveelheid
Gevraagde hoeveelheid
Lineaire vraag curve

Effecten prijsdaling:
 Inkomenseffect  meer kopen voor hetzelfde geld. Hogere koopkracht
 Substitutie-effect  door daling benzine, autorijden aantrekkelijker. Één
vervangt de ander.

Prijselasticiteit van de vraag
De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een goed verandert ten gevolge
van een verandering van de prijs van dat goed.

Ep (elasticiteit) = Procentuele verandering van Qv(hoeveelheid vraag)
--------------------------------------------------------------------
Procentuele verandering van P(prijs)

Prijselastisch  prijs gevoelig vb. Smartphone
Prijsinelastisch  niet prijs gevoelig vb. Brood

Kruislingse prijselasticiteit
Complementaire artikelen = koffie & koffiemelk , benzine & auto’s
Substitutieartikelen = Coca cola en Pepsi cola

Ek = Procentuele verandering van Qv(a)
----------------------------------------------
Procentuele verandering van P(b)

Qv(a) = de vraag naar goed A
P(b) = de prijs van goed B
Substitutiegoederen hebben altijd een positieve kruislingse prijselasticiteit
Complementaire goederen hebben altijd een negatieve kruislingse
prijselasticiteit.


Inkomenselasticiteit is zichtbaar bij:
 Luxegoederen (>1)
 Primaire- of noodzakelijke goederen (0 - 1)

,  Inferieure goederen  minder waard. Etos luchtje vs Chanel luchtje. (<0)

Hoofdstuk 5.

5.1 Marktfalen
Redenen voor overheidsingrijpen:
Uitkomsten van het marktmechanisme (vraag en aanbod) zijn niet altijd
maatschappelijk gewenste uitkomsten.
1. Allocatie: Waar worden de productiemiddelen voor ingezet? (misbruik
voorkomen) . géén kosten, geen allocatie. Waar je niks voor hoeft te
betalen.
2. Redelijke inkomensverdeling: is de uitkomst van de markt een te
ongelijke verdeling? Wat is ‘te’?
3. Stabilisatie: de markt zorgt niet altijd voor een evenwichtige en
gelijkmatige economische groei. Wat is evenwicht?
Balans van werkloosheid.

5.2 Externe effecten: (gevolgen)

Kosten of opbrengsten van productie of consumptie die de producent of
consument van dergelijke goederen of diensten niet ervaart.

Het gaat om gevolgen van de productie en consumptie die niet in de prijs
tot uiting komen. (worden niet doorberekend) Hierdoor geeft de prijs een
verkeerd signaal aan producent en consument. Het kan gaan om positieve en
negatieve gevolgen.

Positieve externe effecten: Betaald er niet voor, geniet er wel van. (genieten
van de tuin van de buren) (inenting van kinderen tegen mazelen, geen epidemie
dus iedereen heeft er baat bij.
Negatieve externe effecten: Autorijden. Veel uitstoot van gassen, slecht voor
het milieu. (misbruik van het milieu)

Maatschappelijke kosten: de kosten voor de maatschappij als geheel
Particuliere kosten: de kosten die voor rekening komen van producent en
consument

Marktconforme maatregelen: via het marktmechanisme: V.B. milieubelasting.
Heffing = product duurder maken. Heeft altijd met de PRIJS te maken.
Niet marktconforme maatregelen: Via regelgeving, V.B. een verbod.




5.3 Overheid als producent.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sandok. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling
$3.90  4x  sold
  • (1)
  Add to cart