Alle stof voor het jaar 2014-2015 (hoofdstuk 1, 2-7, 8 tot en met 8.3, 9,10,13)
January 7, 2015
45
2014/2015
Summary
Subjects
burgerlijk
procesrecht
klaassen
snijders
meijer
burgerlijk procesrecht
nederlands burgerlijk procesrecht
radboud universiteit nijmegen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Rechtsgeleerdheid
Burgerlijk procesrecht
All documents for this subject (20)
1
review
By: benjaminh • 7 year ago
Seller
Follow
michellesangers
Reviews received
Content preview
Samenvatting Nederlands burgerlijk procesrecht
Stof college 1
Hoofdstuk 1 (§1.1-1.3 en 1.5)
§1.1 Rechtsterreinverkenning
Burgerlijk procesrecht = burgerlijke rechtsvordering = burgerlijke rechtspleging.
Burgerlijk procesrecht laat zich kenmerken als recht van gemend publiekrechtelijke en
privaatrechtelijke aard. Handhaving van privaatrecht is een staatstaak (dus indirect kan het ook tot
publiekrecht gerekend worden). Kenmerkend voor het burgerlijk procesrecht is ook een zekere
dwangmatigheid: de ene persoon kan de ander dwingen tot een procedure en tot het ten uitvoer
(laten) leggen van een uitspraak in die procedure. Dwangmatig is het ook soms in die zin dat een
rechtsgevolg in het geheel niet buiten de overheidsrechter om te realiseren is. In zoverre heeft de
overheidsrechter dan een monopoliepositie.
Onderscheid:
1. subjectieve recht: materiële aanspraak van de schuldeiser
2. vorderingsrecht: actierecht/ius agendi, het recht om zonodig in rechte aanspraak te maken
op een subjectief recht.
3. rechtsvordering: actie/actio, de processuele handeling zelf.
Plaats van regeling:
1. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (vanaf 1838)
2. Wet op de rechterlijke organisatie (vanaf 1838)
Twee civiele procedures:
1. Dagvaardingsprocedure
2. Verzoekschriftprocedure (rekestprocedure)
Verschil Dagvaardingsprocedure Verzoekschriftprocedure
Rechtsingang Namens de eisende partij door Verzoeker dient het
een gerechtsdeurwaarder aan verzoekschrift ter griffie in en
de wederpartij uitgebracht en het verzoekschrift is aan de
is ook aan de wederpartij rechter gericht.
gericht.
Formaliteiten Meer dan bij Minder dan bij
verzoekschriftprocedure: denk dagvaardingsprocedure.
aan verplichte inbreng
deurwaarder en specifieke
voorwaarden voor deelname
van derden aan een procedure.
Schriftelijk versus mondeling Meer schriftelijk Minder schriftelijk
Processtukken Veel: is gefragmenteerder! Minder processtukken
Voordelen Met meer procedurele Goedkoper en sneller!
waarborgen omkleed; levert
minder foute beslissingen op
Burgerlijk procesrecht ziet toe op de contentieuze jurisdictie (eigenlijke, ziet op uitspraken in
geschillen tussen partijen) en de voluntaire jurisdictie (oneigenlijke, strekt niet tot bepaling van
rechtsbetrekkingen die in geschil zijn; denk aan benoeming van een voogd door de rechter).
,Contentieuze jurisdictie vindt meestal plaats op basis van dagvaardingprocedures (instellen van
‘acties’ ofwel ‘rechtsvorderingen’), terwijl voluntaire jurisdictie plaats vindt op basis van
verzoekschriftprocedures (verzoeken om iets).
§1.2 Functies en desiderata
Vijf functies van burgerlijk procesrecht die zich laten onderkennen:
1. rechtsverschaffing
2. bedreiging die uitgaat van mogelijke toepassing
3. de politionele functie (voorkoming van eigenrichting)
4. rechtsontwikkeling
5. rechtseenheid
Mediation = een gestructureerde bemiddeling door een derde, waarbij partijen
proberen onder leiding van die derde tot een oplossing van hun conflict in der minne komen, bij
gebreke waarvan alsnog het burgerlijk procesrecht in klassieke zin kan worden verkozen.
Facilitation(facilitatie) = een vorm van gestructureerde bemiddeling tussen partijen die een
probleem hebben zonder dat men kan spreken van een conflict. Denk aan bijvoorbeeld de
kabinetsinformateur als facilitator.
1. rechtsverschaffingsfunctie. Ziet op de handhaving van het objectieve recht(het geheel van
rechtsregelen) en op de beïnvloeding, waaronder handhaving van subjectieve rechten (rechten van
rechtssubjecten). Het gaat om het verschaffen van middelen voor het (a) vaststellen, (b)
totstandbrengen, (c) wijzigen, (d) beëindigen en (e) effectueren van privaatrechtelijke rechten en
verplichtingen.
Declaratoir = uitspraak van de rechter, waarin een dergelijke verklaring wordt gegeven.
Constitutief = uitspraak van de rechter, waarin rechten en verplichtingen in het leven
worden geroepen.
Condemnatoir = bijvoorbeeld veroordeling tot betaling van de koopprijs
Als een verliezende partij niet aan de rechterlijke uitspraak voldoet: gebruik executiemiddelen
(waaronder executoriale beslagen).
2. bedreigingsfunctie. ‘stok achter de deur’, van groot preventief belang. Dreiging met civiel proces.
3. politionele functie. De bescherming tegen eigenrichting.
Eigenrichting = het eigenmachtig, tegen de wil van belanghebbenden en zonder toepassing
van het (burgerlijk) procesrecht beïnvloeden van rechten.
Waar rechterlijke beslissingen ontbreken, begint de eigenrichting. – ubi iudicia deficiunt, incipit
bellum.
4. rechtsontwikkelingsfunctie. Burgerlijke processen stellen de rechter in staat om niet wettelijk
geregelde rechtsproblemen toch, althans provisorisch, op te lossen door jurisprudentiële regelgeving
(rechtsvinding praeter legem), om open normen uit de wet in te vullen en onduidelijkheden te
verhelderen(rechtsvinding intra legem) en om verouderde wetteksten een actueel relevante
betekenis te geven, zelfs door contrair aan de (geïnterpreteerde) wettekst te beslissen
(rechtsvinding contra legem).
5. rechtseenheidsfunctie. Rechtseenheid bevordert de rechtszekerheid in de zin van de
voorspelbaarheid van toekomstige rechterlijke uitspraken.
, Adequate rechtspleging lijkt bereikbaar door optimale verwezenlijking van desiderata als kwaliteit
(zorgvuldigheid), kwantiteit (voldoende aanbod van rechtspraak en rechtshulp), eenvoud, snelheid
en prijsvriendelijkheid van de rechtspleging. Problematisch is echter dat deze desiderata kunnen
conflicteren.
§1.3 Kenbronnen
Rechtsbronnen van burgerlijk procesrecht:
1. Internationaal verdragsrecht
2. Grondwet
3. Wet op de rechterlijke organisatie
4. Wetboek van burgerlijke rechtsvordering
Ingedeeld in vier delen: - procederen in het algemeen
- tenuitvoerlegging (executie)
- diverse rechtspleging
- arbitrage(particuliere rechtspraak) & Algemene slotbepaling
5. Jurisprudentie
6. Literatuur (doctrine)
7. Gewoonte: usus (gebruik) en opinio necessitatis (de algemene mening dat men zich ook
overeenkomstig het gebruik dient te gedragen)
8. Collectieve rechtersregeling (CRR): regeling vanuit de rechterlijke macht zelf die zich pleegt
te bewegen binnen de grenzen van de wetgeving en de hogere rechtspraak. Er bestaan
landelijke en regionale (procesreglementen)
§1.5 Grenzen aan het procederen
Procederen berokkent vaak (im-)materieel nadeel. Algemeen erkend: procederen moet een ultimum
remedium zijn (een laatste redmiddel), proefprocessen daargelaten. De initiatiefnemer moet een
redelijk belang hebben misbruik van procesbevoegdheid wordt afgestraft en degene wordt niet-
ontvankelijk verklaard door gebrek aan belang. Hem komt geen rechtsvordering in de zin van ius
agendi toe (recht om in rechte te ageren) gecodificeerd in 3:303 BW; geen belang, geen actie.
Zuiver emotioneel belang = geen (voldoende) belang!
Op bepaalde gronden kan een vordering echter niet meer in rechte worden gehonoreerd:
Verval, verjaring en rechtsverwerking.
3:13 jo. 3:15 BW misbruik van (proces-)bevoegdheid = met geen ander doel dan de wederpartij te
schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of de partij had in redelijkheid niet tot de
uitoefening kunnen komen (3:13 lid 2 BW). De laedens is dan schadeplichtig jegens de gelaedeerde
ex art. 6:162 BW: denk aan niet-ontvankelijkverklaring met veroordeling in de proceskosten,
schorsing van executie en opheffing van een beslag.
In kracht van gewijsde gegaan vonnis: bindende kracht art. 236. gezag van gewijsde.
Een vonnis gaat in kracht van gewijsde indien tegen dat vonnis geen gewoon rechtsmiddel meer kan
worden aangewend. Let op! Niet ieder vonnis dat in kracht van gewijsde gaat heeft gezag van
gewijsde! Denk hierbij aan een kortgedingvonnis. Slechts beslissingen aangaande de
rechtsbetrekking in geschil hebben gezag van gewijsde in een opvolgend geding: objectieve zijde van
het gezag van gewijsde. Subjectieve omvang van het gezag van gewijsde: art. 236 lid 2.
Het gezag van gewijsde wordt niet ambtshalve toegepast: partijen moeten er een beroep op doen.
Negatief en positief gezag van gewijsde
Positief gezag van gewijsde: de partij doet ter ondersteuning van haar stellingen een beroep op de
bindende kracht van een eerder gewezen vonnis. Geslaagd beroep: leidt ertoe dat de beslissingen in
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellesangers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.