100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Stabiliteit onderzoek en training $12.43   Add to cart

Other

Stabiliteit onderzoek en training

 304 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van stabiliteitsonderzoek en training. Zeer uitgebreid en compleet.

Preview 3 out of 16  pages

  • January 7, 2015
  • 16
  • 2014/2015
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Stabiliteit

Functionele stabiliteit

Actieve en passieve stabiliteit
Stabiliteit wordt vaak opgedeeld in twee componenten, de passieve en de actieve stabiliteit.
Zowel de actieve als de passieve stabiliteit hebben een aandeel in de functionele stabiliteit die
een persoon ervaart tijdens zijn dagelijks functioneren of sportactiviteiten.

- Passieve stabiliteit
De passieve stabiliteit wordt bepaald door passieve structuren, zoals kapsels en ligamenten.
Deze zijn verantwoordelijk voor de sturing van gewrichten, ze hebben het vermogen de
reactiekracht loodrecht op het contactoppervlak te richten (anders glijdt het gewricht namelijk
uit).

- Actieve stabiliteit
De actieve stabiliteit wordt ook wel aangeduid als „coördinatie‟ en wordt bepaald door het
neuromusculaire systeem. Dit neuromusculaire systeem bestaat uit de sensorische detectie
(propriocepsis/coördinatie), maar ook uit de neurale verwerking van deze informatie en de
motorische output (neuromusculaire controle).


Het sturen van ons menselijk bewegen is het resultaat van een complexe interactie tussen
descenderende feedforward-input van motorische programma's en feedback-input vanuit de
perifere mechanosensoren.
Oftewel: bij het sturen van onze bewegingen is feedback en feedforward geïntegreerd.


De propriocepsis is vermindert bij stress, vermoeidheid en voornamelijk bij (chronische) pijn.
Patiënten krijgen echter niet meteen klinische klachten, aangezien zij dit kunnen compenseren
door middel van:
1. Visus (meer kijken naar de grond, onzeker zijn in het donker e.d.)
2. Langzamer bewegen (meer tijd voor feedbackresponses)
3. Co-contractie


Cocontractie
Cocontractie verhoogt de stijfheid in een gewricht en is dus een compensatiemechanisme voor
passieve en/of actieve stabiliteitsproblematiek. Gezonde motoriek kenmerkt zich door een
grote variatie; iedere beweging die je maakt, iedere stap die je zet of iedere worp die je
maakt, is telkens weer anders (zie ook het voorbeeld van het steunvlak in onderstaande
figuur). Deze variatie is belangrijk voor de leerbaarheid/adaptatie van motoriek.

Bij verstoring van de gezonde motoriek (bv. ten gevolge van arthrogene problematiek) gaan
mensen middels cocontractie stijver en met minder variatie bewegen. Hierdoor is de motoriek
van een patiënt minder leerbaar, kan deze minder goed reageren op veranderingen en zit de
patiënt „gevangen‟ in zijn compensatie. Fysiotherapeuten moeten de motoriek van patiënten
weer leerbaar maken, door variatie aan te bieden in de vaardigheden. Coördinatieoefeningen
dienen patiënten uit hun compensatie te lokken.

,Stabiliteit

Dus:
1. Actieve (in)stabiliteit is dus niet hetzelfde als passieve (in)stabiliteit. Ze kunnen elkaars
functie niet overnemen (eventueel wel compenseren)
2. Men kan passieve stabiliteitsproblemen d.m.v. actieve stabilisering wel succesvol
compenseren, waardoor men geen klinische klachten heeft, maar dit gaat echter ten koste van
de efficiëntie.
3. Patiënten met actieve stabiliteitsproblemen (problemen met de neuromusculaire controle)
bewegen stijver en met minder variatie en zijn daardoor motorisch minder leerbaar.
4. Stabiliteitsoefeningen moeten de patiënt uit hun compensatie/stereotype bewegingspatroon
lokken.


Definities stabiliseren
- Externe focus instructie/fb
Vormen van instructie en feedback waarbij de fysiotherapeut de aandacht van de patiënt laat
richten op het effect van de beweging op de omgeving (zoals het zwaaien van het racket, de
club of waar de hand of de voet terecht moet komen). Dus de aandacht richt zich op iets,
iemand buiten de beweger zelf (dus niet op de eigen lichaamscoördinatie) met als doel de
organisatie en planning van de beweging spontaner te laten verlopen.

- Interne focus instructie/fb
Er is sprake van interne focus instructie of feedback wanneer de fysiotherapeut de aandacht
van de patiënt laat richten op de uitvoering van de beweging of op de mechanische of
neuronale processen die daaraan ten grondslag liggen (zoals spierspanning of de verdeling van
het lichaamsgewicht over beide voeten). De aandacht is hierbij intern gericht.

- Impliciet(e) kennis/leren
Ook wel procedurele kennis genoemd: de beweger heeft kennis van de beweging waarvan
hij/zij zich niet bewust is (Eng: tacit knowledge). Deze vorm van kennis is beter bestand tegen
stressfactoren.

- Expliciet(e) kennis/leren
Ook wel declaratieve kennis genoemd: de beweger heeft kennis van de (achterliggende feiten
en regels van de betreffende) beweging, waarvan hij/zij zich bewust is en die hij desgevraagd
kan benoemen, uitleggen, vertellen. Deze vorm van kennis is gevoelig voor stressfactoren.

- Metaforen/analogieën
Het gebruiken van beeldspraak bij instructie of feedback aan de patiënt met als doel de
planning en organisatie van de doelbeweging spontaner te laten verlopen. Op grond van de
beeldspraak is de patiënt beter in staat zich een (visuële dan wel een gevoels)voorstelling te
maken van de doelbeweging en daardoor kan hij/zij de beweging makkelijker uitvoeren.

- Varied practice
Oefenen van één vaardigheid waarbij er tijdens de training voortdurend variaties van de
vaardigheid aangeboden worden, veelal door manipulatie van de taakeisen en de
omgevingskenmerken. “Herhalen zonder te herhalen.” Varied pracitice geeft een betere
retentie (opslag) van de te leren vaardigheid in het lange termijn geheugen in vergelijking met
constant practice (waarbij een taakje geoefend wordt zonder variaties).

- Time on task
De hoeveelheid tijd die een patiënt besteedt aan het leren van een taak/vaardigheid (of het
aantal keren dat de patiënt een te leren beweging uitvoert tijdens een sessie of een
behandelingenreeks).

, Stabiliteit

Onderzoek ligamenten onderste extremiteit

Lig. collaterale medialis
Dit ligament loopt aan de mediale zijde van de knie van het femur
naar de tibia. De diepere vezels van de MCL zitten vast aan de
mediale meniscus. Een van de hoofdfuncties van de MCL is het
stabiliseren van de knie. De MCL geeft zowel statische als
dynamische weerstand tegen directe valgus stress, maar helpt de
knie ook bij rotatiebewegingen en voor- en achterwaartse
(anterieure-posterieure translatie) bewegingen te stabiliseren. Bij
25 graden flexie knie is de MCL de primaire restraint tegen valgus
stress.

Letsel ontstaat vaak door een forse naar mediaal gerichte kracht
op de knie terwijl de voet op de grond staat. Deze letsels treden
vaak op in combinatie met VKB- en AKB-letsels.


Testen
 Valgus stress test in 0 graden
Onderzoekspositie patient
Ruglig op de behandelbank.

Uitgangshouding therapeut
Staat naast de patiënt aan de te onderzoeken zijde.

Uitvoering
De therapeut fixeert met één hand het femur en geeft met de andere
hand een valgiserende druk distaal op het onderbeen.

Beoordeling
Bewegingsuitslag en wegdraaien van de knieschijf worden
beoordeeld. Test is positief bij een vergrote bewegingsuitslag ten
opzichte van de andere knie.


 Valgus stress test in 20 graden
Onderzoekspositie patient
Ruglig, waarbij het bovenbeen op de behandelbank ligt en het
onderbeen iets afhangt (20 graden flexie knie).

Uitgangshouding therapeut
Staat naast de patiënt aan de te onderzoeken zijde.

Uitvoering
De therapeut fixeert met één hand het femur en geeft met de andere
hand een valgiserende druk distaal op het onderbeen.

Beoordeling
Bewegingsuitslag en wegdraaien van de knieschijf worden
beoordeeld. Test is positief bij een vergrote
bewegingsuitslag ten opzichte van de andere knie.


Lig. collaterale lateralis
Dit ligament hecht aan de laterale epicondylus van het
femur en insereert op het proximale gedeelte van de fibula:
het caput fibula. De functie van dit ligament is stabiliteit
bieden aan een varusbeweging en aan een exorotatie van
de knie. De LCL bereikt maximale spanning in een

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AriVi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.43
  • (0)
  Add to cart