Deze uitgebreide samenvatting van het vak N1WZ bevat voldoende informatie om te slagen voor het examen. Alle theorie is hierin samengevat, maar er zijn ook extra schema's toegevoegd om de leerstof en verbanden tussen concepten duidelijker te maken.
Deel 1: Compositionele
grammatica
Hoofdstuk 1: Woord- en zinsbetekenis
1.1 Klankenreeksen en woorden
Klanken: kleinste betekenisvolle eenheden in gesproken taal
Letters: schrifttekens en tekenreeksen die klanken(reeksen) proberen weer te geven
basiselementen (elementaire tekens)
Voorwaarden woord:
1) fonologisch welgevormd
2) betekenis
3) gebruikt
Lexicon = mentaal woordenboek gekoppeld aan passende betekenis
in juiste categorie plaatsen (woordsoort)
adequaat verbinden met andere woorden (valentie) en vormen (vormleer)
Voorbeelden grammaticale betekenis:
- meervoudsvorm
- verledentijdsvorm
- valentie van een werkwoord
1.2 Woordbetekenis
1.2.1 Denotatie (=referentie)
Denotatie = verwijzing van teken naar zaak, via mentale voorstelling of begrip van de zaak
Semiotische driehoek:
Conceptuele betekenis maakt mogelijk om af te toetsen of teken toepasbaar is op referent in de
werkelijkheid (referentiële betekenis)
Taalteken, begrip en referent: zowel diachrone als synchrone variatie
Semiotiek = studie van tekens (verbaal en niet-verbaal)
3 types van tekens:
- index: verwijzing naar iets
- icoon: afbeelding
- symbool: conventioneel teken
1
,N1WZ
1.2.2 Connotatie
Connotatie = additionele betekeniselementen bovenop kernbetekenis; invloed op gebruikswaarde
(vaak emotioneel of stilistisch gekleurd)
1.3.1.1 Homonymie
Homonymie = toevallige samenval van woordvormen (geen verband)
Homofonen: verschillende woordsoort of gelijkluidende woorden met verschillende spelling
Homografen: dezelfde manier geschreven, verschillende betekenissen
1.3.1.2 Polysemie
Polysemie = niet-toevallige samenval van woordvormen (onderling verband)
(meestal resultaat van betekenisdifferentiatie)
Polysemie Homonymie
Taaluniverseel Taalspecifiek
Constructief Niet-constructief
Systematisch Niet-systematisch
Oorzaken polysemie
1) Metafoor
gelijkenis tussen referenten
naam voor A wordt toegepast op B
<-> vergelijking: “als”
2) Metonymie
verbondenheid van referenten
door associatie
Vormen:
Stof of materiaal voor voorwerp
Omvattende voor omvatte
2
,N1WZ
Eponiem (genoemd naar maker) of geoniem (naar plaats van herkomst)
Kenmerkende eigenschappen
Deel voor geheel (en omgekeerd)
D -> G: pars pro toto
G -> D: totum pro parte
Term voor perspectief A voor omgekeerde perspectief B
3) Betekenisverruiming
ruimer toepassingsveld/betekenisomvang
via verlies van betekeniskenmerk/connotatie
4) Betekenisverenging
beperkter toepassingsveld
via toevoeging van betekeniskenmerk of connotatie
1.3.2 Meerwoordigheid
Synonymie:
Volledige synonymie: onderling verwisselbaar in alle contexten
Partiële synonymie: beperkingen op onderlinge verwisselbaarheid
woorden kunnen niet los gezien worden van de context :
(partiële) synonymie gebruikswaarde ingeperkt door gebruikscontext
-> betekenisverwante woorden gaan onderling collocaties aan
1.4 Woorden in familieverband
1.4.1 Hyperonymie en hyponymie
Hyperonymie: superordinatie
overkoepelt betekenisomvang van hyponiem
ruimste toepassingsbereik
Hyponymie: subordinatie
door hyperoniem gedekt
Elke X (hyponiem) is Y (hyperoniem), maar niet elke Y is een X
1.4.2 Antonymie
Antoniemen = onderling betekenisverwante woorden met betekenistegenstelling
Vermogen om verbogen/vervoegd te worden ( flexie)
Deel uit te maken van samenstellingen en afleidingen ( compositie en derivatie)
Productiviteit: van bekende woorden nieuwe samenstellingen/afleidingen maken
gesloten woordklasse: onmogelijk
open woordklasse: mogelijk
1
(on)mogelijkheid om op zichzelf als zin te fungeren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lou-louvanrobaeys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.87. You're not tied to anything after your purchase.