Samenvatting voor blok 1 van het eerste jaar integrale veiligheidskunde, vak Recht.
H 1 t/m 4 en H7 t/m 11. LET OP! niet alle hoofdstukken zijn volledig samengevat, kijk in de inhoudsopgave. Alles wat belangrijk is voor IVK is samengevat.
Inhoudsopgave
Samenvatting Recht................................................................................................................................1
Hoofdstuk 1 Terreinverkenning..........................................................................................................3
1.2 Waarom recht?.........................................................................................................................3
1.3 Waar vinden we het recht?.......................................................................................................3
1.4 Enkele onderscheidingen binnen het recht..............................................................................6
Hoofdstuk 2 Verbintenissenrecht – de overeenkomst.......................................................................8
2.1 Praktijkvoorbeelden..................................................................................................................8
2.2 Wanneer ontstaat er een overeenkomst?................................................................................8
2.4 Welke inhoud heeft een overeenkomst....................................................................................9
2.7 Beëindiging en opzegging.........................................................................................................9
Hoofdstuk 3 De arbeidsovereenkomst en de koopovereenkomst....................................................10
3.2 Arbeidsovereenkomst.............................................................................................................10
3.3 Koopovereenkomst.................................................................................................................13
Hoofdstuk 4 Verbintenissenrecht – de onrechtmatige en rechtmatige daad...................................15
4.1 Rechtsgrond schadevergoeding..............................................................................................15
4.2 Wat te bewijzen?....................................................................................................................15
4.7 Rechtmatige daad...................................................................................................................16
Hoofdstuk 7 Ondernemingsrecht.....................................................................................................16
7.1 Ondernemingsvormen............................................................................................................16
7.2 Handelsregister.......................................................................................................................17
7.12 Recht van enquête................................................................................................................17
Hoofdstuk 8 Burgerlijk procesrecht..................................................................................................18
8.1 Inschakeling van de rechter....................................................................................................18
8.2 Rechterlijke organisatie..........................................................................................................18
8.3 Absolute en relatieve bevoegdheid........................................................................................20
8.4 Enkele beginselen van burgerlijk procesrecht........................................................................21
Hoofdstuk 9 Staatsrecht...................................................................................................................23
9.3 Spreiding van macht: decentralisatie......................................................................................23
9.5 Wetgevende macht bij centrale overheid...............................................................................24
9.6 Hoe ontstaat een wet in formele zin.......................................................................................25
9.7 Hoe ontstaat een algemene maatregel van bestuur?.............................................................27
9.8 Hoe ontstaat een ministeriële regeling?.................................................................................27
9.14 Provincie...............................................................................................................................27
9.15 Gemeente.............................................................................................................................29
9.19 Rechtsbronnen van staatsrecht: het verdrag........................................................................29
, 9.20 Hiërarchie en regelgeving.....................................................................................................30
Hoofdstuk 10 Bestuursrecht en bestuursprocesrecht......................................................................30
10.1 Relatie overheid – burger.....................................................................................................30
10.2 Overheidshandelingen..........................................................................................................30
10.3 Besluit...................................................................................................................................31
10.4 Beschikking...........................................................................................................................32
10.5 Beleidsregels.........................................................................................................................33
10.6 Plan.......................................................................................................................................34
10.7 Attributie, delegatie en mandaat..........................................................................................34
10.9 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur.......................................................................34
10.10 Bestuursrechtelijke sancties...............................................................................................35
Hoofdstuk 11 Strafrecht en strafproces recht..................................................................................35
11.2 Strafprocedure: feitelijke gang van zaken.............................................................................35
11.3 Misdrijf en overtreding.........................................................................................................37
11.4 Tenlastelegging.....................................................................................................................37
11.6 legaliteitsbeginsel.................................................................................................................38
11.7 Uitbreiding van ‘hij die’.........................................................................................................38
11.9 Strafoplegging.......................................................................................................................38
11.10 Economisch strafrecht........................................................................................................39
,Hoofdstuk 1 Terreinverkenning
1.2 Waarom recht?
Recht heeft functies. Hieronder zullen we vier van die functies bespreken.
1. Normatieve functie: gedragsregels waarvan nagenoeg iedereen in de samenleving vindt dat
zij moeten worden nageleefd en opgevolgd. Die gedragsregels (normen) vinden we in moreel
opzicht zo belangrijk, dat we ze schriftelijk vastleggen, met een straf als zij worden
overtreden. Deze normen zijn niet alleen ethische normen, maar zijn daarnaast ook
rechtsnormen. Moord, diefstal, verkrachting, terroristische aanvallen en discriminatie wegens
ras of geslacht zijn voorbeeld van dergelijke rechtsnormen. Sommige rechtsnormen
veranderen nooit (bijv. moord) anderen weer wel.
2. Geschiloplossende functie: wij kennen een rechterlijke organisatie (de rechterlijke macht) die
bij uitsluiting oordeelt of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze en met
behulp van welke procedure.
3. Additionele functie: Mensen regelen niet alles tot in de puntjes. Welke regels gelden als zich
een situatie voordoet waarmee de betrokkenen geen rekening hebben gehouden. Dus als
partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken,
geeft het recht aan welke regel geldt. Hebben zij dit wel gedaan,
dan gaat die afspraak vóór en is de wettelijke regeling niet meer
van toepassing.
4. Instrumentele functie: de wetgever hakt op tal van onderwerpen
de knoop door: zo doen wij het en niet anders. De wet bepaalt
bijvoorbeeld de verkeersregels. Het feit dat de wet bepaalt dat
er rechts gereden moet worden, heeft natuurlijk niks te maken
met een bepaald normbesef. Ook begrijpen we dat je dat niet
aan de mensen zelf kunt overlaten; daarvoor zijn de risico’s veel
te groot.
1.3 Waar vinden we het recht?
1.3.1 Wet
Privaatrecht
Wetten met betrekking tot het privaatrecht
Er zijn wetten op het terrein van het privaatrecht, ook wel het civiele recht of het burgerlijk recht
genoemd. Het privaatrecht valt uiteen in twee deelgebieden: het personen- en familierecht en het
vermogensrecht.
Het personen- en familierecht regelt zaken als geboorte, huwelijk, geregistreerd partnerschap,
echtscheiding, adoptie ondercuratelestelling en de regeling van het vermogen tussen echtgenoten.
Veel van dit recht treffen we aan in het Burgerlijk Wetboek (BW) en wel in Boek 1. Daarnaast kennen
we het vermogensrecht. Binnen dit rechtsgebied, vallen alle op geld waardeerbare handelingen
tussen burgers onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn. Bij geschillen op het terrein
van het vermogensrecht vinden we ook in het BW, maar dan met name in de Boeken 3, 5 en 6.
Momenteel bestaat het BW uit negen Boeken:
- Boek 1: Personen en familierecht
- Boek 2: Rechtspersonen
- Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
- Boek 4: Erfrecht
- Boek 5: Zakelijke rechten
- Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
- Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
Wetten met betrekking tot het ondernemingsrecht
Het privaatrecht kent ook het ondernemingsrecht, het rechtsgebied dat alles regelt wat
ondernemingen en bedrijven betreft. Het uitoefenen van een onderneming of bedrijf vindt vaak
plaats in de vorm van een naamloze of een besloten vennootschap, soms via een coöperatie of een
stichting. Veel activiteiten in club- of teamverband worden ontplooid door middel van een
vereniging. De wettelijke bepalingen die op deze ondernemingsvormen betrekking hebben, worden
tot het ondernemingsrecht gerekend; dit deel van het recht staat voor een groot deel opgetekend in
Boek 2 van het BW.
Traditioneel wordt het ondernemingsrecht tot het privaatrecht gerekend. Als vak heeft het
ondernemingsrecht een zelfstandige ontwikkeling doorgemaakt.
Wetten met betrekking tot het burgerlijke procesrecht
Heeft iemand een privaatrechtelijk geschil met een ander, dan moet die persoon naar de rechter
stappen om zijn gelijk te krijgen. Op het terrein van het privaatrecht is er niet een derde
(onafhankelijke persoon) die daarvoor in actie komt, dat moet de burger zelf doen. Naar de rechter
gaan om een geschil te laten beslechten, noemen we procederen. De regels die op het voeren van
juridische procedures op het terrein van het privaatrecht van toepassing zijn, worden tot het
burgerlijk procesrecht gerekend en zijn voor een groot deel in het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering (Rv) aan te treffen.
Publiekrecht
Wetten met betrekking tot het strafrecht
Kenmerkend voor dit deel van het recht is dat de staat door middel van het Openbaar Ministerie
(OM) actief optreedt om sancties (boete, gevangenisstraf en dergelijke) te eisen bij overtreding van
de normen. Bij het strafrecht bezit de staat een monopoliepositie. Alleen het OM kan tot vervolging
van strafbare feiten overgaan.
Het strafrecht en privaatrecht kunnen op een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn.
Wetten met betrekking tot het staatsrecht
Het Staatsrecht regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt vormgegeven en de
invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen. Op het terrein van het staatsrecht komen de
Eerste en Tweede Kamer, de regering, de verkiezingen en de totstandkoming van wetten aan de
orde. een zeer belangrijke wet op dit gebied is de Grondwet, waarin de basisregels van ons
staatsbestel (een democratische rechtstaat) staan opgesomd.
Wetten met betrekking tot het bestuursrecht
De Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het bestuursrecht heeft betrekking op de mogelijkheden die
de overheid heeft om regulerend op te treden ten aanzien van de maatschappij.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jetskebhoek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.01. You're not tied to anything after your purchase.