Sociologie: begrippenlijst
Hoofdstuk 1: Het sociologisch perspectief
1.2 Over sociale relaties, bindingen en verbanden
Sociaal handelen Het handelen van een actor is geörienteerd op het handelen
van 1/meerdere actor(en).
o Eenrichtingsverkeer
o Vb: tv kijken
Actor Handelaar, heeft handelingsvermogen
o Collectieve actoren
o Individuele actoren
Sociale De sociale handelingen van 2/meerdere actoren geraken met
relatie/verhouding/betrekking elkaar verweven.
→ uitkomst van samenhandelen
Samenhandelen Wederzijdse oriëntatie van handelen.
o Tweerichtingsverkeer
o Vb: een gesprek hebben
Sociaal verband Samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere
duurzaamheid en voor derden observerende grenzen.
o Vb: gezinnen-families, vriendengroepe-schoolklassen,
bedrijven-vakbonden,...
1.3 Van veralgemeende afhankelijkheid naar wereldsamenleving
Sociaal netwerk Een lange ketting van afhankelijkheden
Verdinglijking/ reïficatie Een sociaal verband/... gaan beschouwen als een zelfstandige
actor
o Vb: ‘Amerika’ heeft beslist ...
→ In feite: de Amerikaanse regering (sociaal verband)
Kosmopolitisme Mondiaal of wereldbewustzijn
o Vb: bekommernis van mensenrechten
1.4 Sociologiche verbeeldingskracht
Egocentrische ‘ik’ is het centrum met daarrond concentrische cirkels van
maatschappijbeeld anderen. ~ Norbert Elias
Sociale blindheid Het niet onderkennen van relaties/onafhankelijkheden.
Decentrering Het sociale is niet langer meer een reeks van concentrische
cirkels met ‘ik’ in het centrum.
Sociologische > Het vermogen om zichzelf te observeren als een knooppunt
verbeeldingskracht van én in sociale bindingen, verbanden of netwerken die het
eigen denken & handelen mede vorm geven.
> Het vermogen om persoonlijke problemen met sociale
feiten/veranderingen te verbinden.
~ Wright Mills
1
,1e bachelor psychologie Femke Marckx
Victim Het slachtoffer krijgt de schuld voor problemen dat eigenlijk
blaming/slachtofferblamage sociale problemen zijn en is daardoor géén slachtoffer meer
maar de dader/medeverantwoordelijke.
o Ongewenst gevolg vd sociologische verbeeldingskracht
o Vb: Mannelijke verkrachter: “ze vroeg er zelf om”
1.5 Sociologie en sociaal engagement
Defamiliarisering Tot dan nu toe vertrouwde stukjes realiteit worden engiszins
onvertrouwd, schijnbaar bekend terrein blijkt bij nader inzien
meerdere onbekende dimensies te herbergen.
De socioloog als mythejager De socioloog als ontmaskeraar van voorstellingen die in brede
maatschappelijke kirng evident wordt gevonden, maar bij
nader inspectie niet blijkt te kloppen.
Waarderingsvrijheid Morele neutraliteit.
Kritische of geëngageerde Een solidaire opstelling van de socioloog met de bewoners vd
sociologiebeoefening onderste treden van de sociale ladder, of met wie de
ondergeschikte positie inneemt.
Standpunttheorie Je hebt pas recht om van een bepaald fenomeen te spreken
als je zelf de feiten bent ondergaan.
Scheiding tussen waarde en De onderzoeker moet een onderscheidt kunnen maken tussen
feiten het constateren van empirische feiten en zijn eigen praktische
waardebepalingen
Sociaal reformisme De oriëntatie op idealen als rechtvaardigheid of sociale
kansengelijkheid.
Sociaalprobleemsociologie De sociologische benadering van sociaal achtergestelde
groepen.
1.6 Goede bedoelingen en hun onbedoelde gevolgen
Onbedoelde gevolgen Uitkomsten die anders uitvallen dan werd bedoeld door de
handelde actor.
Perverse effecten Uitkomsten die het effect hebben in plaats van het effect
dat men juist wou bereiken.
o Mattheüseffect: ‘aan hen die heeft, zal gegeven
worden’
De paradox van sociale Het nastreven van gewenste resultaten kan resulteren in
verbeeldingskracht ongewenste gevolgen.
Self-denying prophecy Een aanvankelijke correcte voorspelling zorgt voor onbedoeld
handelen die de voorspelling teniet doet.
o Vb: te kort aan informaticaspecialisten => studenten
overwegen deze opleiding => na afstuderen:
overaanbod.
Self-fulfilling prophecy Een aanvankelijke onware situatiedefinitie resulteert
onbedoeld in handelen dat de oorspronkelijke onware
voorstelling van zaken waarmaakt.
2
, 1e bachelor psychologie Femke Marckx
o Vb: Lk gaat ervan uit dat zwarte kindjes minder
interesse hebben => gaat zo handelen dat ze er minder
tijd gaat insteken om hen te helpen => deze kindjes
hebben slechtere resultaten hebben.
Stereotypen/sociale Geschematiseerde collectieve voorstelling van een sociale
vooroordelen groepering en haar leden.
Het thomas-theorema Feitelijke waarheidsgehalte van een situatiedefinitie of de
interpretatie van een verschijnsel die zegt ‘wat het geval is’.
Sociale geloofscirkel De onbewijsbare definitie van een toekomstige situatie is
geloofwaardig omdat het afkomstig is van geloofwaardige
voorspellers, en leidt daarom dat de voorspelling bevestigt,
waardoor de geloofwaardigheid van deze voorspellers alleen
maar toeneemt.
1.7 Sociologie en theorie
Theorie Een samenhangend geheel van naar elkaar verwijzende
begrippen/concepten.
Begrip/concept Een eerder abstract, overkoepelend begrip voor de
verschillende uitingen van een bepaald fenomeen.
Ondergrens Weinig conceptueel/theoretisch werk, wel het beschrijven
van het sociaal fenomeen
o Grounded theory = inductief ontwikkelen van
begrippen en conceptuele uitspraken vanuit concreet
onderzoek met een onbevooroordeelde blik.
Middengrens Concepten en theoretische uitspraken doen over specifieke
sociale verbanden waarbij de deductie van empirische
toetsbare hypothesen uit de aangemaakte theorie centraal
staan.
o Middle-range theory = een empirisch toetsbaar geheel
van abstracte concepten & uitspraken dat zich situeert
tussen de louter empirische beschrijving en de
alomvattende theorie vh sociale.
Bovengrens Theorieën met universalistische aanspraken, een
totaaltheorie van het sociale waarbij de 3 sociologische
basisvragen kunnen beantwoord worden.
o Supertheory
Sociaalwetenschappelijk Een sociologische theorie werkt als een conceptuele bril
onderzoek waarbij men bepaalde dingen sterk ziet en de anderen
vervaagd zien omwille van de gekozen
berippen/uitgangspunten.
Theoretisch pluralisme Het gegeven van uiteenlopende theoretische
referentiekaders binnen de socioloige en andere sociale
wetenschappen.
Theoretisch referentiekader Een globale visie op de basiselementen vh sociale en hoe die
bestudeerd moeten worden.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fmrx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.