100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Siegler - How Children Develop Hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8 $6.34
Add to cart

Summary

Samenvatting Siegler - How Children Develop Hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8

8 reviews
 510 views  31 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Siegler - How Children Develop Hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8

Preview 3 out of 21  pages

  • No
  • Unknown
  • January 8, 2015
  • 21
  • 2014/2015
  • Summary

8  reviews

review-writer-avatar

By: jillkieftenbelt • 1 month ago

review-writer-avatar

By: stijnvanstekelenburg • 3 year ago

review-writer-avatar

By: renatekroes2000 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: marleenvink97 • 8 year ago

review-writer-avatar

By: kimster2010 • 7 year ago

review-writer-avatar

By: nasira-1996 • 7 year ago

review-writer-avatar

By: r200 • 8 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
How Children Develop - Siegler

1. An Introduction to Child
Development
Redenen om de ontwikkelingspsychologie (ontwikkeling van een kind) te onderzoeken:
 Opvoeding van kinderen: bijv. wat te doen als kinderen vaak boos worden (is slaan effectief?)
 Kiezen van sociaal beleid: bijv. mogen kinderen getuigen bij rechtszaken (betrouwbaar?)
 Begrijpen van menselijke natuur: bijv. wat het effect is bij kinderen die in hun vroege leven
niet goed behandeld zijn (pleeghuizen bijv.)


Geschiedenis van de ontwikkelingspsychologie
Vroege filosofen:
 Plato: zelfbeheersing en discipline zijn de belangrijkste doelen van opvoeding. Kinderen
hebben aangeboren kennis.
 Aristoteles: discipline is belangrijk, maar de opvoeding moet aangepast worden aan het
individuele kind. Kinderen leren door ervaring, ze worden geboren met geen enkele kennis.
Sociale hervormingen:
Tijdens de industriële revolutie werkten veel kinderen voor weinig geld en geen beschermingen >
kinderarbeid. Sociale bewegingen zorgden ervoor dat kinderen jonger dan 10 jaar niet meer mochten
werken.
Theorie van Darwin:
Intensieve bestudering van ontwikkeling

Ontwikkeling als discipline:
 Behaviorisme (rond 1880)
 Klassieke conditionering: associatie van stimuli zorgt voor leren (Pavlov > die hond)
 Operant conditioneren: beloning of straf zorgt voor leren
Er wordt dus vooral gekeken naar gedrag. Veel onderzoek is gericht op het verbeteren van
uiteindelijke toets prestaties. Vooral wat, niet waarom of hoe…
Uitspraken op basis van toetsscores is behavioristisch.
 Cognitivisme
Cognitieve psychologen houden zich bezig met de innerlijke werking van menselijke
gedachten en processen van kennis en weten. Er wordt dus vooral gekeken nar gedachten
(cognitie). Sterke connectie met biologie. Wat gaat er in het hoofd van de leerling om en wat
zijn de interne beperkingen war rekening mee gehouden moet worden: aandacht en
geheugen, intelligentie en metacognitieve vaardigheden.
Vooral hoe (een een beetje wat en waarom)…
In het onderwijs zie je dit veel in methodes terug: bijv. nieuwsbegrip > leesstrategieën.
 (Sociaal-)constructivisme
De enige manier om de werkelijkheid te kennen is door representatie in de menselijke
gedachten. De werkelijkheid zelf is onafhankelijk van menselijke gedachten, maar betekenig
of kennis is altijd een menselijk construct.
Er wordt dus vooral gekeken naar leren als een proces en hoe men (gezamenlijk) kennis
opbouwt: expertise, conceptuele verandering, samenwerkend leren.

, Hier merk je vooral de rol van de docent en vaardigheden als klassenmanagement.
Zowel waarom, hoe en wat..

Zeven thema’s
1. Nature/nurture: aangeboren/aangeleerd?
Nature: biologische aanleg > uiterlijk, persoonlijkheid, intelligentie
Nurture: omgevingsinvloeden > thuissituatie, vriendenkring, school, voeding
2. Het actieve kind: aandacht, taal, spel, keuzes.
3. Continuïteit/discontinuïteit: gaat het geleidelijk of in snelle stappen (zoals bij rups naar
vlinder)
4. Mechanismen verandering: het ontwikkelde brein > hersengebieden, neurotransmitters,
myelinatie.
5. Socioculturele context: geschiedenis, economische structuur, culturele normen en waarden,
sociaal-economische status, etniciteit.
6. Individuele verschillen: genetica, verschillende omgang, verschillende reacties bij
verschillende ervaringen, omgeving.
7. ‘Well-being’: geloof over leren en intelligentie
Attributies: intern/extern, fixed/veranderbaar
Leerstijl

Typen wetenschappelijk onderzoek
 Beschrijvend onderzoek
Interviews: gestructureerd, klinisch
Observatie: naturalistisch, gestructueerd
 Correlationeel onderzoek
Samenhang, probleem van causale verbanden(een samenhang geeft niet aan wat de oorzaak
is en welke het effect), derde-variable probleem(samenhang van twee variabelen kan het
resultaat zijn van een derde)
Bij het GION: grote databestanden.
 Experimenteel onderzoek
Interventiegericht werken, controle groep vs experimentele groep.

Het ethische probleem:
 Je mag met wetenschappelijk onderzoek niet leerlingen negatief beïnvloeden.
 Een interventie mag nooit negatief werken
 Ethische regels zijn strikt; het zijn niet langer de jaren vijftig/zestig (gelukkig).


3. Biology and behavior College 2 - periode 1b - 20-11-14
Nature-Nurture
Dit was aanvankelijk een of/of situatie. Tegenwoordig nemen we beide factoren. Het samenspel
tussen genen en ervaring is erg complex.

Het genotype is het genetisch materiaal dat een individu erft.
Het fenotype is de observeerbare uiting van het genotype, dus de lichaamskenmerken en het gedrag.

, De omgeving omvat elk ander aspect van het individu en zijn omgeving dan zijn genen.

Er zijn 4 fundamentele relaties:

1. Genetische bijdrage van ouders aan het genotype van het kind
Genetisch materiaal wordt doorgegeven via chromosomen (lange, draadachtige moleculen
bestaande uit DNA). Je hebt in totaal 23 chromosoomparen. Chromosomen dragen alle biochemische
instructies die betrokken zijn bij de vorming en het functioneren van een organisme. Ze zorgen
ervoor dat informatie naar een volgend individu wordt overgedragen.
Genen zijn delen van chromosomen: basiseenheden van erfelijkheid.

Het geslachtschromosoom bepaalt of iemand man of vrouw is. Vrouwen hebben twee X
chromosomen in het 23e paar, terwijl mannen een X en een Y chromosoom hebben.
Een gen op het Y chromosoom zorgt ervoor dat een bepaald eiwit leidt tot de vorming van
zaadballen, die testosteron produceren. Dat is verantwoordelijk voor de mannelijke eigenschapen.
Als het Y chromosoom niet geactiveerd raakt, wordt een individu met het X en Y chromosoom alsnog
een vrouw. Mannen moeten zich dus verder ontwikkelen.

Diversiteit en individualiteit:
Mutaties zijn veranderingen in stukjes van het DNA veroorzaakt door toevallige of
omgevingsfactoren. Mutaties vinden elke keer dat we ons voortplanten plaats.
Sortering op basis van toeval: mixen van de 23 paren van chromosomen in de zaadcel en eicel; toeval
bepaalt welk lid van het paar naar de nieuwe zaadcel en eicel gaat.
Crossing over: proces waardoor stukjes DNA van het ene naar het andere chromosoom gaan
gedurende de meiose, waardoor de genetische variabiliteit verder toeneemt.

2. Bijdragen van genotype van kind aan zijn of haar fenotype
Hoewel elke cel in je lichaam kopieën bevat van alle genen die je van je ouders hebt gekregen,
komen slechts enkele van deze genen tot uitdrukking. Alle cellen in je lichaam hebben dus alle DNA
in zich zitten. In elk lichaamsdeel komen slechts bepaalde stukken DNA tot uiting (dus niet dat er op
je voet een oog groeit).

Het tot uitdrukking komen van genen wordt bepaalt door regulator genen. Deze controleren
grotendeels ‘het continue aan- en uitzetten’ van de genen die gedurende de levensloop ten
grondslag liggen aan ontwikkeling. Een voorbeeld van een regulator gen is de puberteit (verandering
in ontwikkeling). Een bepaald gen beïnvloedt de ontwikkeling en het gedrag alleen als het ‘aanstaat’.
Ongeveer een derde van de genen heeft twee of meer verschillende vormen (allelen). Het dominante
allel is de vorm van het gen dat tot uitdrukking komt als het aanwezig is. het recessieve allel komt
niet tot uitdrukking als er een dominante allel aanwezig is.
Iemand die twee dezelfde allelen erft voor één eigenschap is homozygoot. Iemand die twee
verschillende allelen erft voor één eigenschap is heterozygoot. Voorbeeld: 2 ouders met bruine ogen.
Bruin is dominant. Blauw is recessief. Mogelijke combinaties: BB, Bb, bb. Ouders hebben beide Bb 
kruisingsschema  75% kans op kinderen met bruine ogen, 25% kans op kinderen met blauwe ogen.

Polygenetische erfelijkheid: als eigenschappen gestuurd worden door meer dan één gen. Dit is van
toepassing op de meeste eigenschappen en gedragingen waarin gedragswetenschappen zijn
geïnteresseerd.

3. Bijdragen van omgeving van kind aan zijn of haar fenotype
Zoals het model laat zien, zijn de observeerbare eigenschappen van het kind het resultaat van de
interactie tussen de omgevingsfactoren en de genetische aanleg.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller k2908. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.34  31x  sold
  • (8)
Add to cart
Added