Other
Werkblad week 1- Wat is recht? (vragen & antwoorden)
- Course
- Institution
In dit document treft u uitwerking van week 1 van werkblad van het Inleiding Recht, blok 1.
[Show more]Preview 1 out of 3 pages
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is het verschil tussen publiekrecht en privaatrecht?
Answer: Publiekrecht is de verhouding tussen de overheid en de burger. Dit is een verticale relatie. Exclusieve bevoegdheden die de burger niet heeft bijvoorbeeld het geven van een vergunning. Het privaatrecht is een horizontale relatie. Dat is de relatie tussen de burgers onderling en/of bedrijven onderling.
2.
Welke rechtsgebieden worden gerekend tot het publiekrecht en welke tot het privaatrecht?
Answer: Publiekrecht: 1. Staatsrecht-organisatie van de staat 2. Bestuursrecht 3. Straf (proces) recht 4. Internationaal publiekrecht Privaatrecht (civielrecht): 1. Personen en familierecht 2. Vermogensrecht 3. Ondernemingsrecht 4. Burgerlijk procesrecht 5. Internationaal privaatrecht
3.
Geef de definities van de volgende begrippen: “het objectieve recht” en “een subjectief recht”.
Answer: Objectief recht hiermee wordt bedoeld het geldende recht, of ook wel het positieve recht. Het zijn dan de regels die in algemene bewoordingen aangeven wat rechtens is. Anders gezegd het objectief recht is het geheel van regels dat uit alle al eerdergenoemde rechtsbronnen voortvloeit. Een subjectief recht is een recht dat een individu in concerto bezit omdat het objectief recht dit met zoveel woorden zegt. Een subjectief recht is een recht dat iemand kan hebben: ik heb het recht van vrijheid van meningsuiting, en ik heb als eigenaar het recht mijn fiets te gebruiken, en die eventueel te verkopen.
4.
Welke vier functies van het recht noemt auteur Loonstra (p. 8-9 van de reader)? Geef aan wat onder deze functies van het recht wordt verstaan. Geef bij iedere functie een voorbeeld uit de actualiteit.
Answer: Er zijn 4 soorten functies van het recht, dat zijn het volgende: Normatieve functie, Geschil oplossende functie, Additionele functies en instrumentele functie. 1. De normatieve functie houdt in dat het recht uit verschillende gedragsregels bestaat waarvan het grootste gedeelte van de samenleving vindt dat deze opgevolgd moeten worden. Bij het overtreden van deze regels (ook wel normen genoemd) kun je een straf krijgen opgelegd. Voorbeeld uit de actualiteit: een voorbeeld hiervan is moord, diefstal, verkrachting etc. 2. Geschil oplossende: in de Westerse cultuur is een eigeninrichting verboden, oftewel zelf actie ondernemen, het is namelijk zo dat er rechterlijke organisaties zijn die bepalen of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze de desbetreffende persoon moet worden gestraft. Voorbeeld uit de actualiteit: rechtbank is een voorbeeld van een organisatie die zich daarmee bezighoudt 3. Additionele functies: deze bieden een rechtsregel als partijen zijn vergeten afspraken te maken op een bepaald punt. Voorbeeld uit de actualiteit: dit als er bijvoorbeeld onderling een iemand een bepaald geldbedrag leent en er worden afgesproken om deze bedrag per maand af te lossen. Maar er degene die het heeft geleend verliest zijn baan en kan het bedrag per maand niet meer aflossen. 4. Instrumentele functie houdt in dat de wetgever bepaalt op welke wijze bepaalde dingen gebeuren. Dit zijn vaak alledaagse dingen. Voorbeeld uit de actualiteit: Een voorbeeld is dat iemand van rechts voorrang heeft.
5.
Welke rechtsbronnen kent het positieve recht (= alle in Nederland Geldende rechtsregels)?
Answer: Het Nederlandse recht kent vier rechtsbronnen dat zijn het volgende: • De wet • De gewoonte • Het verdrag • De jurisprudentie (rechtspraak)
6.
Op welke wijze kan worden vastgesteld of men te maken heeft met een rechtsregel van positief recht (= alle, op dit moment geldende rechtsregels in Nederland)?
Answer: Men heeft te maken met een rechtsregel wanneer een rechtsnorm een algemene werking heeft. Een rechtsnorm is in het recht een bepaling met bindende werking.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller klaudiak. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
52510 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now