Hoofdstuk 1: Inleiding
Uit een spontaan gesprek kan een leerkracht veel informatie halen; over hoe
kinderen naar elkaar kijken, maar ook over hoe ze naar de leerkracht kijken. Zo leert
de leerkracht iets over zichzelf. Dat is fijn, want als je jezelf goed kent, kun je ook
beter met kinderen omgaan.
Omgaan met kinderen vereist talent: vooral het talent om anderen door jou toedoen
te laten groeien. Dit kun je deels leren, als je bereid bent de lat hoog te leggen, en als
je eerlijk naar jezelf kijkt, zul je je steeds verder ontwikkelen.
Als je de gelegenheid hebt om langer naar kleuters te kijken, zul je verbaasd staan
over hoe snel hun ontwikkeling soms verloopt. Soms is het of al die successen vanzelf
op onderbouwleerkrachten afkomen: jonge kinderen hebben een
bewonderenswaardig vermogen zichzelf te ontwikkelen. Het vraagt heel wat van een
leerkracht om uit ieder kind het beste te halen. En het vraagt nog meer energie om
ieder te helpen het best uit zichzelf te halen.
De eerste levensjaren van een kind zijn bepalend voor de rest van zijn leven. Als je in
de onderbouw gaat werken, moet je je realiseren dat je een grote invloed kunt
hebben op de verdere levensloop van al die kinderen in je groep.
1.1 Kenmerken van kleuters
Om met jonge kinderen te kunnen werken, moet je op de hoogte zijn van de typische
kenmerken van deze leeftijdsgroep.
1.1.1 Kleuter en schoolkind
Met schoolkinderen bedoelt men dan kinderen die de leeftijd van zes/zeven jaar
hebben bereikt.
Fröbel(1782-1852)Jonge kinderen zijn gericht op de binnenwereld: ze worden
beheerst door impulsen van binnenuit. Groeien en ontwikkelen doen jonge kinderen
van binnen naar buiten.
Geurtz Jonge kinderen leven nog in een toestand van ‘onbewuste
vanzelfsprekendheid van het bestaan’.
Voor de leeftijd van zes/zeven jaar is het niet effectief om de buitenwereld als
startpunt te willen nemen voor leerprocessen en ontwikkelingsprocessen.
In de eerste vier jaar van hun leven leren mensen meer dan in alle jaren daarna,
zonder dat enig leerprogramma zich daarmee bemoeid heeft. Je moet wel haast
bewondering hebben voor het leervermogen voor jonge kinderen. Alleen als je
onmogelijke eisen aan hen stelt, eisen die niet bij hun leeftijd passen, dan zul je je wel
eens gefrustreerd voelen door wat een kleuter allemaal ‘nog niet’ is.
,1.1.2 Typisch kleuters
Kenmerken kleuters:
- Emotionele beleving
Jonge kinderen beleven emoties heel intens. De manier waarop ze hun
werkelijkheid beleven, is altijd emotioneel gekleurd. Kleuters beleven hun
werkelijkheid als totaliteit waarbij hoofd en hart niet gescheiden zijn.
- Intuïtief
Kleuters hebben niet veel begrip van de wereld, en moeten dit op een of andere
wijze compenseren. Dan doen ze met hun haarscherpe intuïtie. Ze voelen situaties
en mensen aan op een manier die je blijkblaar later jammer genoeg kwijtraakt.
Het is belangrijk dat je jezelf goed kent en dat je eerlijk en open met je eigen
emoties durft om te gaan.
- Egocentrisme
Met de sociale ontwikkeling van egocentrische kleuters hoeft niks mis te zijn. Het
egocentrisme van jonge kinderen is een cognitieve kwestie. Ze kunnen zich niet
verplaatsen in het perspectief van de ander. Het egocentrisme van jonge kinderen
belemmert hen niet anderen goed aan te voelen: het betreft uitsluitend ‘cognitief
egocentrisme’. De leerkracht zal kinderen helpen om zaken vanuit het perspectief
van de ander te leren zien. En dat zal steeds beter lukken naarmate de cognitieve
ontwikkeling vordert.
- Hang naar gewoontes en routines
Vaste gewoontes en routines geven kinderen zekerheid. Kleuters weten van veel
voor óns voor de hand liggende zaken nog niet hoe het hoort.
- Concentratievermogen
De meeste jonge kinderen kunnen zich uitstekend concentreren. Een leerkracht
die kinderen taken oplegt, zal vooral bij de allerjongsten niet altijd kunnen
rekenen op veel succes.
- Behoefte aan handelen en bewegen
Het concentratievermogen van jonge kinderen wordt ook wel eens in twijfel
getrokken omdat zij een enorme behoefte hebben aan handelen en beweging. De
bewegingsbehoefte van jonge kinderen is zo groot dat je bijna kunt voorspellen
dat ze gaan zitten friemelen en wiebelen als ze te lang moeten stilzitten. Een
leerkracht die rekening houdt met de bewegingsdrang van jonge kinderen zal in
haar programma veel tijd inruimen voor rennen, sjouwen, klauteren en klimmen.
, - Magisch denken
Vooral jongste kleuters hebben weinig behoefte aan logische verklaringen. Een
magische wereld is een wonderlijke wereld die door opvoeders niet altijd
begrepen wordt. Je moet jonge kinderen niet geforceerd het rationele
denkschema in willen duwen. Beter is het om, als je met jonge kinderen wilt gaan
werken, zelf weer een beetje in die wonderlijke magische wereld te gaan geloven.
- Geen scherp onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid
Jonge kinderen hebben het vermogen om fantasie als werkelijkheid te beleven.
Omdat kleuters aan hun zelfbedachte realiteit werkelijkheidswaarde toekennen,
hebben ze ook het vermogen om te spelen.
1.1.3 Ieder kind is uniek
Deze opsomming van kenmerken kan je niet helpen om elk individueel kind in je klas
beter te leren kennen. De meeste eigenschappen van kinderen zijn niet aan hun
leeftijd toe te schrijven, maar aan hun eigen, unieke persoonlijkheid.
Een leerkracht die goede relaties heeft met ieder kind is een betere leerkracht.
Hoofdstuk 2 Ontwikkeling van jonge kinderen
De ontwikkeling die kinderen doormaken van peuter, tot kleuter en schoolkind is
vooral op het gebied van denkontwikkeling heel interessant. Wil je kleuters begrijpen,
dan zul je veel van deze specifieke ontwikkelingsfase moeten weten. Als je weet hoe
de ontwikkeling verloopt – in de kleuterfase, in de daaraan voorafgaande en in de
daaropvolgende fase -, vind je dus voldoende aanknopingspunten om te weten hoe je
ontwikkeling een stapje verder kunt brengen.
2.1 Ontwikkeling en leren
Het onderwijs aan jonge kinderen richt zich traditiegetrouw op
ontwikkelingsprocessen en minder op leerinhouden. Dat heeft grote consequenties
voor de manier van onderwijs geven en voor de rol van de leerkracht. Bij een focus
op ontwikkelingsprocessen realiseren we ons dat voornamelijk het kind zelf de
inspanning moet leveren. De rol van de leerkracht in de onderbouw is niet die van
onderwijzer, maar die van stimulator en begeleider: je helpt kinderen
ontwikkelingskansen optimaal te benutten.
Bij ontwikkelingsprocessen verandert er op fundamentele, onomkeerbare wijze iets
in de manier waarop we naar de wereld kijken. De kennis die we hebben opgedaan,
heeft betekenis gekregen en is toepasbaar geworden. Hierbij ordenen kinderen hun
ervaringen op eigen wijze, aangepast aan wat op een bepaald moment voor hen
bruikbaar en mogelijk is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laragijsbers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.