B2+ B3: Onderzoeksmethoden: hoe vergaren
psychologen nieuwe kennis?
1. Stappen van de wetenschappelijke
methode
Empirisch onderzoek= onderzoeksbenadering waarbij gegevens
worden verzameld door middel van objectieve informatie uit de
eerste hand, gebaseerd op ervaringen en observaties.
1.1Wetenschappelijke theorie
= een toetsbare verklaring voor een verzameling van feiten of waarnemingen. Het toetsen
gebeurt in 4 methodische stappen.
Eigenschappen:
- Kan feiten verklaren
- Kan worden getest
1.2 Hypothese
= falsifieerbare voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek, een
bewering over de relatie tussen variabelen.
2 hypothesen:
H0, Geen verband: bv brunettes en blondines zijn even intelligent
H1, Wel een verband: bv brunettes zijn intelligenter dan blondines.
Operationele definities= objectieve beschrijving van een concept dat bij een wetenschappelijk
onderzoek hoort. Operationele definities kunnen concepten die worden bestudeerd herformuleren
in gedragsmatige termen. Operationele definities zijn ook exacte omschrijvingen van de manier
waarop een experiment moet worden uitgevoerd en waarop belangrijke variabelen moeten worden
gemeten.
1.3 Dataverzameling
We gaan zorgvuldig systematisch bewijs verzamelen aan de hand van verschillende methoden die
zich bewezen hebben.
Psychologen gebruiken verschillende termen om twee verschillende groepen te maken in het
dataverzamelingsproces.
• Groep met speciale behandelingen → experimentele conditie (= omstandigheden waaraan de
leden van de experimentele groep tijdens de speciale behandeling worden blootgesteld.) →
mensen die zich hierin bevinden= experimentele groep
1
,Algemene Psychologie
• Groep met geen speciale behandelingen → controle conditie (= omstandigheden waaraan de
leden van de controlegroep tijdens het experiment worden blootgesteld. Deze zijn bijna identiek
aan de experimentele conditie maar dan zonder de speciale behandelingen.)→ mensen die zich
hierin bevinden = controlegroep
De onafhankelijke variabele = de variabele in het experiment is de factor die kan variëren de anderen
zijn constant. Zo kan de onderzoeker zien welk effect deze variabele heeft.
Afhankelijke variabele = de variabele die wordt gemeten of geobserveerd. Binnen een experiment
wordt deze door het manipuleren van de onafhankelijke variabele beïnvloed.
Randomisering = indelen volgens toeval.
1.3.1 Observatie
Observeerders
• Proffesionele onbekenden: objectief en soms artificieel
• Bekenden: subjectief, natuurlijke omgeving, multiple sociale personae
Voordelen Nadelen
+ onbekend gebied - Geen controle over omgeving
- Niet alles waarneembaar
+ multiple sociale personae
- Observatie beïnvloedt wat je wil observeren
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
- Correctheid van de menselijke observatie niet altijd
feilloos (bv. Ooggetuigen,..)
➔ Neuro-imaging
= ondersteuning van observatie door apparatuur geeft een meer systematische registratie van de
feiten.
A. Structureel
• CT/ CAT-scan
• Tomografische onderzoeksmethode van menselijk lichaam
• Eerste vorm maakte gebruik van röntgenstraling
• Niet enkel hersenen
• MRI- scan
• Magnetic Resonance Imaging
• Beeldvorming met magnetische resonantie
• Niet enkel hersenen
B. Functioneel
• fMRI-scan
• functionele MRI
• activiteit van hersenen wordt gemeten door computer die een drie dimensionaal beeld
geeft
• SPECT-scan
• Single Photon Emission Computed Tomography
• Radioactieve vloeistof wordt ingespoten
• Bloedtoevoer in hersenen wordt in beeld gebracht
2
,Algemene Psychologie
C. EEG
• Elektro- encefalogram
• Event-related potentials ERP’s
• Elektrische potentiaalverschillen die in hersenen ontstaan via hoofdhuid registreren.
• Wordt gebruikt om de tijdsaspecten van de cognitieve in kaart te brengen, slechte
ruimtelijke positie, dus is niet 100% duidelijk waar exact
1.3.2 Interview
3 vormen: gestructureerd, semigestructureerd en vrij (ongestructureerd)
Voordelen Nadelen:
+ flexibel - Invloed van ondervrager of situatie
+ geschikt voor exploratief onderzoek - Geringe betrouwbaarheid
1.3.3 Gevalstudie (case study)
= diepgaand onderzoek naar individuen met
zeldzame stoornissen of ongewone talenten. Subjectief en niet eenvoudig te generaliseren.
1.3.4 Vragenlijstonderzoek (survey) → KIJK VALIDITEIT EN BETROUWBAARHEID
Voordelen
Nadelen:
+ Eenvoudig en groot bereik
- Steekproeffouten
+ niet- observeerbaar gedrag te bevragen - Eerlijk en objectief?
- Taal als mogelijke vertekende factor
+ gemakkelijke statistische verwerking - Invloed van de manier van vraagstelling
Problemen:
• Manier van afnemen beïnvloedt responsgraad (online, per post, “live”,…)
• Bedreigende vragen: mensen gaan gedrag overdrijven/minimaliseren
- Technieken om bedreigende vragen minder bedreigend te maken (sandwich, anoniem,
geruststellen,…)
• Sociale wenselijkheid
- Bias
- Persoonlijkheidstrek
1.3.5 Correlationeel onderzoek
= vorm van onderzoek waarbij de relatie tussen variabelen wordt bestudeerd zonder een
onafhankelijke variabele in een experiment te manipuleren. Hieruit kan geen oorzaak – gevolgrelatie
worden afgeleid
• Onderzoek van verband/ relatie tussen 2 variabelen
• Uitgedrukt in correlatiecoëfficient
~ Richting
-> positieve/ negatieve/ geen correlatie
~ Sterkte
-> 0.10 = zwak
-> 0.30 = gemiddeld
-> 0.50 = sterk
3
, Algemene Psychologie
1.3.6 Experimenteel onderzoek
= type onderzoek waarbij de onderzoeker gebruik maakt van vergelijkbare groepen en alle
omstandigheden controleert en rechtstreeks manipuleert, inclusief de onafhankelijke variabele
(Gouden standaard voor het vinden van een relatie tussen oorzaak en gevolg)
• Afhankelijke variabele (AV) = de variabele die wordt geobserveerd of gemeten
• Onafhankelijke variabele (OV) = wordt onafhankelijk van andere variabelen door de
onderzoeker gemanipuleerd, hiervan wil men nagaan of die een invloed heeft op de
afhankelijke variabele.
• Manipulatie van de onafhankelijke variabele
• Randomisatie: random assignment
= Op toeval bewuste toewijzing van de proefpersonen aan een experimentele groep.
→ Wanneer dit niet lukt: quasi – experimenteel onderzoek
• Toepassing: invloed van suiker (ov) op hyperactiviteit (av)
- Experimentele conditie: suiker → hyperactiviteit
- Controle conditie: geen suiker → hyperactiviteit
→ Randomisatie : alfabetisch om de beurt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavanwiele. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.66. You're not tied to anything after your purchase.