Voorontwikkelingen:
- Helmholz: onderzoek naar reactietijd zenuwimpulsen
- Donders: onderzoek mentale chronometrie = meten van de tijd van mentale
processen om de structuur van de geest te begrijpen
- Wundt: introspectie & structuralisme (= legt elementen geest bloot door
zelfrapportage)
- Gestaltpsychologie = het geheel is meer dan de som der delen. Wertheimer, Kohler &
Koffka
- Binet en Simon: eerste intelligentietest
- James aanhanger functionalisme = kijkt naar nut bewustzijn
- Watson en Skinner: behaviorisme
- Freud: psychoanalyse (= bewuste krachten zijn slechts oppervlakkige fenomenen,
terwijl onbewuste krachten zoals seks en agressie de oorsprong zijn van het
menselijk gedrag)
- Copernicus: wereld is aan natuurwetten onderworpen
Logisch positivisme (= zorgen voor repliceerbaarheid):
1. Operationele definitie
2. Afhankelijke en onafhankelijke variabelen
3. Stimulus – response psychologie
Biologie bij de psychologie
1. Centrale zenuwstelsel: maakt gedragingen mogelijk aandoeningen CZ effect op
psychologisch handelen
2. Invloed van lichaam op geest bv pijn en honger
3. Erfelijkheid: eigenschappen kunnen erfelijk zijn bv IG of ADHD
4. Evolutie bv partnerkeuze
6 dimensies Hofstede waarop culturen verschillen
- Kleine machtsafstand vs hoge machtsafstand
- Individualisme vs collectivisme
- Masculien vs feminien
- Lage onzekerheidsvermijding vs hoge onzekerheidsvermijding
- Korte termijn gericht vs lange termijn gericht
- Terughoudendheid vs toegefelijkheid
WEIRD people = western educated industrialized rich democratic
Onderzoeksmethoden
1. Beschrijvend onderzoek
a. Vragenlijst
b. Interview
c. Naturalistische observatie
d. Opiniepeiling
e. Gevalsstudie = 1 persoon onderzoeken
, f. Archiefdata = Data bestaat al
g. Gestandaardiseerde persoonlijkheidstesten
h. Kwalitatief = geen tabellen maar gesprek
2. Correlatie onderzoek
a. Variabele = gemeten kenmerk dat kan fluctueren
b. Correlatie = verband tussen 2 variabelen
c. Correlatiecoëfficiënt
d. Confound = onderliggende verklaring die kan zorgen voor verband
3. Experimenteel onderzoek
a. Afhankelijke variabele is de variabele die wordt gemeten
b. Onafhankelijke variabele wordt gemanipuleerd
c. Interne validiteit = meten we wat we willen meten? Wordt verschil idd
veroorzaakt door verschil in onafhankelijke variabelen?
d. Externe validiteit = generaliseerbaar?
Ethiek
- Geen schade ondervinden
- Toestemming geven
- Informatie krijgen wat de test inhoudt
- Recht om te stoppen
- Gegevens anoniem opgeslagen
- Na de proef inlichten
- Commissie zijn waar ze terechtkunnen als zij vinden dat grenzen overschreden
worden
Gewaarwording = stimulatie vertalen naar neurale signalen
Waarneming (perceptie)= interpreteren en begrijpen van de gewaarwording
10 zintuigen:
1. Gezichtsvermogen
2. Gehoor
3. Geur
4. Smaak
5. Tastzin
6. Pijngewaarwording
7. Temperatuur gewaarwording
8. Evenwichtsgevoel
9. Kinesthesie = positie en beweging van gewrichten en spieren
10. Introspectie = interne sensaties zoals honger en hartslag
Lichtintensiteit = aantal fotonen dat per tijdseenheid een opp bereiken
- Zichtbaar licht 400-700 nm
- Blauw kleinere golflengte en rood groter
Route waarnemen van een stimulus naar de retina
Lichtgolf bereikt cornea (=hoornvlies) lichtgolf gaat door pupil (=opening in de iris)
licht dringt lens binnen (gefocust op retina) via glasachtig lichaam naar retina
, Retina = netvlies achterin de oogbol waar het licht wordt opgevangen en vanaf daar door de
gezichtszenuw wordt overgebracht naar de hersenen
Retina bestaat uit:
1. Visuele receptoren
a. Kegeltjes: vooral in fovea kleur, detail, hoge licht I
b. Staafjes: in periferie weinig detail, beweging
2. Horizontale cellen, bipolaire cellen en amacriene cellen
3. Ganglioncellen (= oogzenuw)
Ganglioncellen zijn belangrijk voor contrast. De uitlopers van deze
cellen oftewel axonen, vormen de oogzenuw. Ze hebben een
donutvormige structuur met centerON/surroundOFF en
centerOFF/surroundON cellen.
Aandoeningen zicht
1. Myopie = bijziendheid, -, van dichtbij goed en in de verte onscherp. Lens niet plat
genoeg niet genoeg licht op retina
2. Hypermetropie = verziendheid, +, van veraf goed, van dichtbij onscherp. Lens niet bol
genoeg
3. Presbyopie = verziendheid bij ouderen door verharding lens
4. Astigmatisme = cornea niet geheel bolvormig laseren
5. Staar = vertroebeling lens
6. Macula degeneratie = focus in gezichtsveld is zwart en vervormd. Rokers
7. Glaucoom = perifeer zicht minder door uitval M-cellen ter gevolg van druk in oog
tunnelvisie
Vanaf V1 (primaire visuele cortex) 2 belangrijke routes:
1. Ventrale route: naar inferotemporale cortex (IT) WAT-route
2. Dorsale route: naar pariëtaal kwab WAAR-route
Oogbewegingen
- Saccades = ballistische sprongen van 20 ms waardoor je even blind bent lezen en
scannen omgeving
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunvanbrussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.