Persoonlijkheidspsychologie bestudeert verschillen tussen mensen
Persoonlijkheid = verzameling psychologische kenmerken en mechanismes die een individu
typeren, die op een relatief duurzame manier georganiseerd zijn en die de interactie van een
persoon en diens aanpassing aan zijn omgeving beïnvloedt
Domeinen waarin mensen verschillen
1. Interindividuele verschillen: verschillen tussen individuen over
condities/situaties/tijdstippen
2. Intergroepsverschillen/interpersoonlijke verschillen: verschillen tussen 2 of meerdere
personen over condities/situaties/tijdstippen
3. Intra-individueel: verschil binnen één persoon over condities/situaties/tijdstippen
Proximale verschillen = verklaringen die factoren hebben die tegelijk voorkomen met de te
verklaren verschillen
Distale verklaringen = verklaringen die factoren hebben die verderaf liggen in de tijd
(evolutionair)
4 vragen onderzoek persoonlijkheidstrekken
- Hoeveel karaktertrekken zijn er?
- Hoe zijn deze karaktertrekken georganiseerd?
- Waar komen deze karaktertrekken vandaan?
- Hoe correleren de karaktertrekken met elkaar en wat zijn de gevolgen?
Persoonlijkheidskenmerken zijn handig vanwege 3 redenen:
1. Beschrijven van (verschillen tussen) mensen
2. Verklaren van gedrag
3. Voorspellen van later gedrag
Elementen psychologische mechanismen
- Input: mechanisme kan mensen meer gevoelig maken voor bepaalde info uit omgeving
- Decision rules: regels die mensen hebben, waardoor ze sneller aan specifieke opties
zullen denken. Bv als je dapper bent, ga je gevaar aan
- Outputs: gedrag wordt richting een bepaalde vorm van actie gestuurd
Persoon-omgeving interactie
Perceptie: hoe we de omgeving zien/interpreteren (verschilt per persoon)
Selectie: e.g. hoe we onze vrienden/hobby’s/carrière kiezen
Evocaties: de reacties die we veroorzaken in anderen
Manipulaties: de manieren waarop de opzettelijk andere beïnvloeden
3 niveaus persoonlijkheidsanalyse
1. Human nature = de mens is als alle anderen: iedereen moet eten
2. Individueel/groepverschillen = mens is als sommige anderen
a. Individueel: sommige mensen houden meer van vet, anderen niet
b. Groep: ene cultuur eet meer rijst, andere meer aardappelen
3. Individuele uniekheid = de mens als geen anderen: hoeveel eten afgelopen week
gegeten
Idiografisch = focust op 1 persoon
Nomothetisch = focust op statistische vergelijkingen en wordt gebruikt om universele
menselijke eigenschappen te ontdekken
6 domeinen persoonlijkheidspsychologie
- Dispositioneel: persoonlijkheid wordt beïnvloed door de karaktertrekken waarmee een
persoon geboren wordt of die worden ontwikkeld door de persoon
- Biologisch
o Genetica
o Psychofysiologie
o Evolutie
- Intrapsychisch: conflicten binnen geest
- Cognitieve-ervaring: persoonlijke gedachten, gevoelens, behoeftes
- Sociaal-cultureel: persoonlijkheid beïnvloed door sociale positie in wereld
- Aanpassing: persoonlijkheid wordt beïnvloed door aanpassingen die een persoon moet
maken aan onvermijdelijke uitdagingen in het leven
5 wetenschappelijke standaarden
- Omvattendheid: alle feiten en observaties binnen het domein worden op een goede
manier verklaard
- Heuristische waarde: handleiding tot nieuwe ontdekkingen over persoonlijkheid die
we nog niet wisten
- Testbaarheid: precieze voorspellingen die anderen empirisch kunnen testen
- Spaarzaamheid: een theorie bevat maar een aantal stellingen
- Compatibiliteit: theorie komt overeen met de theorie uit andere wetenschappen
Geschiedenis
- Ancient China: werknemers keizer getest of ze geschikt waren voor politiek
- Ancient Greece:
o Theophrastus beschreef collectie persoonlijkheidsschetsen en noemde deze
karakters
o Hippocrates en Galen: 4 humors vloeistof in lichaam beïnvloedt
eigenschappen
o Plato: persoonlijkheidsontwikkeling begint in kindertijd
- Opnieuwe interesses in 19e eeuw:
o Meten van individuele verschillen
Galton vingerafdrukken
Cattell grijpkracht en reactietijd
o Binet: intelligentietest
o William James en Freud: ideeën, geen empirisch onderzoek
o WWI: testen of mensen gevoelig waren voor combat stress
- Start persoonlijkheidspsychologie: Gordon Allport boek “Personality, a psychological
interpretation”
Zelfrapportage (S-data)
= rapport van persoon over eigen persoonlijkheid
Voordelen:
- Sommige info weten alleen individu (eigen gevoelens)
- Interview -> grondige verkenning, vervolgvragen stellen
- Vragenlijst -> tijdbesparend en grote steekproef mogelijk, anoniem
Nadelen:
- Soms niet eerlijk
- Sommige mensen kennen zichzelf niet goed
- Alexithymie = moeite met beschrijven eigen emoties
Type zelfrapportages
- Ongestructureerd
o Interview
o Autobiografie
o Open vragen
- Gestructureerd
o Zelfrapportage met bn
o Likert schaal
o Verschillende facetten gebruiken voor zelfde construct
Omgaan met verschillende contexten
- Context geven: tijdens werk, met je partner
- Experience sampling: soort dagboek
O-data
= info die door iemand anders wordt verstrekt over persoon
Voordelen:
- Geven toegang tot info die niet anders te verkrijgen is, bijvoorbeeld reputatie in groep
- Meerdere waarnemers kunnen gebruikt worden interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
Selecteren observant
- Professionele persoonlijkheidsbeoordelaars
o In een lab omgeving controleren
o Nadeel: generaliseerbaar? Naturalistische setting
- Mensen die target persoon kennen
o Kunnen natuurlijke gedrag persoon beter bestuderen
o Zorgt voor assesment van verschillende sociale persoonlijkheden persoon
o Nadeel: vooroordelen bij relatie positiever
, T-data
= info door gestandaardiseerde tests
- Verschillende mensen kunnen anders reageren op zelfde situatie
- Situaties designed om gedrag uit te lokken dat kan dienen als indicator van
persoonlijkheid
Verschillende vormen
- Impliciete-associatie test: cognitieve reactietaak die ontworpen is om de sterkte van
associaties tussen begrippen in het geheugen te onderzoeken.
- Mechanische registratieapparatuur: apparatuur die biologische processen meet
o Bv activiteit levels kinderen
o Voordeel is geen bias
o Nadeel is alleen handig voor bepaalde eigenschappen
- Fysiologische gegevens: info over niveau opwinding / reactiviteit op prikkels
o Bv cortisol awakening response door speeksel vrouwen met borderline
meer, misschien door hoger stresslevel
- Projectieve technieken: aanbieden ambigue stimuli en beschrijven
o Idee is dat je je eigen structuur projecteert, je innerlijke kenmerken
o Probleem is misschien antwoorden hoe je gezien wil worden
Projectieve technieken
1. Rorschach test
2. Thematic Apperception Test
a. Kijken naar situatie; wat gebeurt er hier? Wie zijn dit en wat is de relatie tussen
hen?
b. Motieven, concerns, views van sociale wereld persoon
Problemen:
- Bizarre antwoorden: uniek zijn? Verveling?
- Standaardisaties: zo veel opties dat je niet kan scoren
- Interpretaties: misschien zegt het meer over therapeut dan patiënt
L-data
= gegevens over het leven van individuen, bv werk, opleiding huwelijk
- S-data en O-data gebruikt om L-data te voorspellen
- Veel objectieve gegevens
- Beperking: bv scheiding komt niet alleen door persoonlijkheid
Triangulation = combineren verschillende methodes om 1 fenomeen te bestuderen
Meet instrumenten ontwikkelen
1. Ontwikkelingen van een schaal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunvanbrussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.