100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting sociale psychologie, 8 gehaald $5.98   Add to cart

Summary

samenvatting sociale psychologie, 8 gehaald

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

dit is een samenvatting van sociale psychologie: aantekeningen en het boek. Ik heb zelf een 8 gehaald met deze samenvatting.

Preview 3 out of 28  pages

  • August 21, 2021
  • 28
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting sociale psychologie
Sociale psychologie = bestuderen manier waarop gevoelens, cognities en gedrag beïnvloed
worden door de impliciete, dan wel expliciete aanwezigheid van mensen

Vergelijkingen tussen
- Binnen personen
- Tussen personen
- Tussen groepen
- Binnen groepen

Driehoek
- Cognitie
- Affect
- Gedrag

4 perspectieven
1. Evolutionair
2. Sociaal-cultureel = focussen op normen en waarden in cultuur
3. Sociaal-leren = behaviorisme, “straffen&belonen”
4. Sociaal-cognitief = hoe we iets interpreteren

Fundamentele attributiefout = neiging van mensen om de mate waarin andere mensen hun
gedrag intern is te overschatten en de mate waarin het gedrag van anderen situationeel is te
onderschatten

Sociaal psychologen zien de interactie tussen sociale omgeving en individu als tweerichtings
verkeer. Situatie beïnvloedt niet alleen gedrag maar gedrag hangt ook af van constructie (=
manier waarop individu de wereld interpreteert).

Fundamentele motieven Aronson
1. Behoefte wereld accuraat waar te nemen
2. Behoefte aan positief zelfbeeld
3. Behoefte aan controle
4. Liefde, goedkeuring van anderen
5. Biologische drijfveren zoals honger

2 basisprincipes sociale psychologie
1. Sociaal gedrag is doelgericht, interacteren met
mensen om doelen voor elkaar te krijgen.
a. Doelen zijn hiërarchisch: vandaag,
semester, carrière, leven
b. Pyramide van Maslow
c. Egodepletie = hoe meer wilskracht je
nodig hebt, hoe minder goed dat lukt ->
blijkt niet waar te zijn.
d. Onderzoek onderdrukken stereotype: “denk niet aan associaties skinhead”, na
onderdrukken meer afstand houden van een skinhead dan controlegroep.
2. Sociaal gedrag is voortdurende interactie tussen persoon en situaties

, a. Bijstander effect: diffusion of verantwoordelijkheid en pluralistic ignorance
(elkaar aankijken van wat gaan we doen?)
b. Overjustification effect = neiging tot spontaan gedrag vertonen vermindert
wanneer gedrag beloond is.
c. Mensen onderschatten de invloed van de situatie op het gedrag van anderen en
soms ook op hun eigen gedrag.
1. Correspondence bias = onderschatting rol vd situatie
2. Hindsight bias = achteraf denken dat iets makkelijk te
voorspellen was

Observatiemethode = onderzoeker observeert mensen en systematisch opschrijven
impressies van gedrag

 Interbeoordelersbetrouwbaarheid om vooroordelen te vermijden
 Bijvoorbeeld etnografie (= infiltreren in groep) en archiefanalyse (= verzamelde
documenten cultuur onderzoeken)

Demand characteristics = hints die ervoor zorgen dat de proefpersoon kan bepalen wat de
hypothese is van het onderzoek

Voor externe validiteit is ecologische validiteit en psychologisch realisme belangrijk (= mate
waarin de veroorzaakte psychologische processen in exp vergelijkbaar zijn met real life)

2 soorten onderzoek
1. Basisonderzoek = vraag beantwoorden wrm mensen zich gedragen zoals ze zich
gedragen
2. Toegepast onderzoek = oplossen specifiek sociaal probleem

Hoorcollege 2

Sociale cognitie (= denken over onszelf en anderen)
- Automatisch = snel, geen bewuste afweging van gedachten en perceptie
- Gecontroleerd denken = minder snel, meer inspanning
o Counterfactual denken = mentaal veranderen van aspecten van verleden als
manier van verbeelden hoe het nu zou kunnen zijn

4 basisprocessen
1. Aandacht = focussen op kenmerken vd omgeving en onszelf
a. Is gelimiteerd
2. Interpretatie = betekenis geven aan de info die we vergaren
a. Situaties kunnen op meer dan 1 manier geïnterpreteerd worden
b. Voorbeeld studie over studenten pro-palestina en pro-israel
3. Oordeel = gebruiken van info om indrukken te vormen en beslissingen te maken
a. Vanwege onvolledige info vaak gissen
4. Geheugen = opslaan en terughalen info
a. Kan onze beslissingen beïnvloeden door een effect te hebben op waar we onze
aandacht op richten en hoe we het interpreteren

, 3 doelen
1. Zuinigheid/efficiëntie
2. Zelfbeeld beschermen
3. Accuraat zijn

1. Zuinigheid
De sociale wereld is complex en de menselijke capaciteit beperkt  dus gebruiken schema’s,
dispositionele interferenties en heuristieken.

Schema’s = mentale structuren die mensen gebruiken om hun informatie over de sociale
wereld te organiseren

 Oproepen in dubbelzinnige situaties, gebeurt dmv toegankelijkheid

Beschikbaar worden door:
1. Sommige schema’s altijd beschikbaar door eerdere ervaringen
2. Sommige dingen beschikbaar omdat het gerelateerd is aan huidig doel
3. Tijdelijk beschikbaar door eerdere ervaring: PRIMING

Verschil per cultuur:
- Westers denkt analytisch = focussen op objecten zonder rekening te houden met
omringende context
- Oosters denkt hollistisch = focussen op algemene context, manier waarop objecten in
verband staan met elkaar

Dispositionele interferenties
- Correspondence bias / fundamentele attributiefout (=het is makkelijk om gedrag aan
persoonlijkheidskenmerken toe te schrijven)
- Studie Castro

Heuristieken
1. Beschikbaarheidsheuristiek = oordeel baseren op hoe gemakkelijk het is om iets te
bedenken
2. Representiviteitsheuristiek = hoeveel lijkt het op wat je kent?
3. Anker- en correctieheuristiek = begin bij wat je weet en pas het aan
a. Voorbeeld studie schat % Afrikaanse landen in de VN -> redeneren vanaf getal
dat al in je hoofd zit
b. False consensus effect = denken dat mensen het meer met ons eens zijn dan ze
daadwerkelijk zijn
4. Basic rate information = info over frequentie van leden van verschillende categorieën
in een populatie

2. Zelfbeeld beschermen

Bescherm strategieën
1. Sociale vergelijking = omhoog vergelijken of omlaag (bv Federer bij tennis)
2. Overdrijven of minimaliseren
3. Illusie van controle = idee hebben dat je altijd controle hebt over jezelf
4. Zelfdienende attributies = neiging om positieve uitkomsten aan jezelf toe te kennen en
negatieve aan externe factoren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunvanbrussel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart