Accounting is het registreren van transacties volgens het genormaliseerd rekening stelsel (jaarrekening). Dit is
van belang voor de stakeholders:
Bedrijven
Aandeelhouders
Bank
Overheid
Kostprijsberekening is de som van alle kosten die nodig zijn om een bepaalde prestatie te leveren. De balans
zorgt ervoor dat deze gegevens gemakkelijker terug te vinden zijn.
Kostprijsberekening is een verplichting maar ook een interne behoefte. Het is een techniek die zowel:
Intracomptabel is
Bijvoorbeeld: een inkomende elektriciteitsfactuur wordt ingeboekt
Extracomptabel is
Bijvoorbeeld: de onderneming wil weten welke machines welke hoeveelheid elektriciteit verbruiken dus
er worden elektriciteitsmeters per machine geïnstalleerd.
1.2 KOSTPRIJS ALS INTERNE EN EXTERNE INFORMATIE
1.2.1 VOORRAADWAARDERING (KLASSE 3)
Voorraden bestaan uit: grondstoffen, hulpstoffen, afgewerkte producten, halffabricaat, handelsgoederen en
onroerend goed bestemd voor verkoop.
De resultatenrekening laat de winst voor belasting zien. De waarde van de voorraad heeft hier een grote
invloed op. Het verschil tussen de beginvoorraad (aankopen 60+61-rekeningen) en de huidige voorraad wordt
de voorraadmutatie genoemd. Er kan een toename of een daling van voorraad zijn. De eindvoorraad wordt
bepaald aan de hand van stocktellingen.
1.2.2 TRANSFER PRICING
Bij transfer pricing wordt er gefactureerd door verschillende bedrijfsonderdelen.
Bijvoorbeeld: - Volvo motors worden geproduceerd in Zweden
- Volvo montage wordt gedaan in België
Het probleem hierbij is dat taxen per land verschillend zijn. De ondernemingen willen de winst naar buiten
brengen in het land waar ze het minste belasting op de winst moeten betalen.
,1.2.3 INVESTERINGSBESLISSINGEN
Er zijn drie soorten investeringsbeslissingen:
1. Starten met een nieuwe activiteit (strategisch)
2. Bijvoorbeeld de aankoop van een nieuwe machine (operationeel)
3. Make or buy beslissingen (strategisch): Is het interessant om producten die nu aangekocht worden
zelf te produceren in de toekomst?
1.2.4 BUDGETAFWIJKINGEN VERKLAREN
Hoe is de kostprijs ontstaan en waar zijn we afgeweken van ons budget?
, MODULE 2: KOSTENBEGRIPPEN EN KOSTPRIJSCOMPONENTEN
1 KOSTEN EN KOSTPRIJS
Kosten zijn de middelen die doelmatig worden ingezet in een onderneming. Dit zorgt ervoor dat de kostprijs
van een object het geheel is van de kosten die ervoor gemaakt worden.
2 KOSTENINDELING
Algemeen kunnen kosten verdeeld worden in de categorieën:
Kosten van grondstoffen en hulpstoffen, kosten van diensten en diverse goederen, arbeidskosten,
afschrijvingskosten, verkoopkosten, distributiekosten, administratiekosten.
2.1 DIRECTE EN INDIRECTE KOSTEN, VASTE EN VARIABELE KOSTEN
Er zijn 4 kostendimensies:
1. Vaste kost:
Blijft constant en is niet afhankelijk van de inspanning.
2. Variabele kost:
Is afhankelijk van de inspanning.
3. Directe kost:
Is toe te wijzen aan een activiteit, hebben rechtstreeks betrekking op een kostenobject.
4. Indirecte kost:
Deze is niet rechtstreeks toe te wijzen aan het kostenobject. De kost blijft bestaan ook al is de
activiteit verdwenen.
Nota’s bij slides:
Personeel:
Een vaste kost op korte termijn (bediendecontract). Op lange termijn kan deze kost eventueel variabel
zijn.
Food of non-food: directe kost
Food en non-food: indirecte kost
Incoterm: Transport, verzekering en douane hebben een grote invloed op de kost. Soms zijn het kosten
voor de onderneming, soms ook niet.
2.3 COST DRIVERS
Een cost driver is een factor die de kost enorm beïnvloed.
2.4 PRODUCTIEKOSTEN EN NIET-PRODUCTIEKOSTEN
Productiekosten zijn kosten die verbonden zijn aan de middelen die instaan voor de vervaardiging van
producten:
Directe materialen of grondstofkosten
Directe arbeidskosten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wederhelft. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.66. You're not tied to anything after your purchase.