Het medialandschap is aan veel verandering onderhevig. Ook de regering heeft in zijn
regeerakkoord laten weten het belangrijk te vinden om zijn focus te leggen op het
onderhouden van o.a. een publieke omroep en onafhankelijke journalistiek. Vrijheid van
meningsuiting en persvrijheid (recht op informatie) zijn grondrechten die van groot belang
zijn voor dit rechtsgebied. Het recht op informatie staat echter op gespannen voet met de
privacywetgeving.
Communicatie betreft de informatie-uitwisseling tussen individuele mensen door middel van
een gemeenschappelijk systeem van symbolen. Er worden verschillende communicatie-
settings (Dominick 2005) onderscheiden:
1. Intermenselijke communicatie in persoon (particulier);
2. Intermenselijke communicatie door middel van een technisch hulpmiddel
(telecommunicatie) (particulier);
3. Massacommunicatie door tussenkomst van massamedia (omroep) (publiek).
Massacommunicatie heeft in beginsel een georganiseerd sociaal verband (journalisten)
en een technisch hulpmiddel nodig (programma, zendmast, kabel etc.).
Particuliere en publieke communicatie lopen steeds meer door elkaar heen ten gevolge van
een geïntegreerde telecommunicatie-infrastructuur, ook wel convergentie genoemd. Met het
technisch naar elkaar toegroeien van telecommunicatie, internet en televisie, is er ook sprake
van een sociaal samenvallen van communicatievormen en media, als ook een vervagen van de
grenzen tussen genres.
De Telecommunicatiewet regelt (met behulp van Europese wetgeving) verschillende aspecten
van elektronische communicatie. Elektronische communicatie is de overdracht, uitzending of
ontvangst van signalen door middel van kabels, radiogolven, optische middelen of andere
elektromagnetische middelen. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is de toezichthouder
van de Telecommunicatiewet (Tw).
Het rechtsgebied heeft in beginsel betrekking op openbare communicatie door middel van
massamedia en behandelt het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op die openbare
communicatie en massamedia.
De Mediawet biedt het juridisch kader voor publieke en commerciële omroepen. Uit de
Mediawet vloeit voort dat de media pluriform, toegankelijk en onafhankelijk moet zijn. Het
Commissariaat voor de Media is de toezichthouder van de omroepen.
College 1: Informationele grondrechten I
De drie voorwaarden pluriformiteit, toegankelijkheid en onafhankelijkheid zijn in het leven
geroepen omdat de bevolking zich zonder deugdelijke en diverse nieuwsvoorziening niet
goed genoeg kan informeren om een eigen mening te vormen en in het democratische proces
weloverwogen keuzes te maken. Dit is een duidelijke referentie naar het recht op vrije
meningsuiting (art. 10 EVRM en art. 7 GW). De content is dan ook vrij van
overheidsbemoeienis, er geldt geen voorafgaand verlof wegens de inhoud (behoudens ieders
, verantwoordelijkheid volgens de wet) en er is geen preventieve censuur mogelijk (wel
repressief) (zie commentaar bij artikel 7 GW in de reader).
College 2: Informationele grondrechten II
De ratio van de bescherming van de uitingsvrijheid is tweeledig:
1. Instrumentele functie: publieke debat is nuttig om sociale doelstellingen te bereiken.
Deze functie is weer onder te verdelen in twee stromingen:
- Ontdekken van de waarheid (Amerikaanse visie) (free marketplace of ideas)1;
- Waarde voor de representatieve democratie (continentale visie) (streitbare
Demokratie);
2. Intrinsieke functie: persoonlijke meningsuiting als menselijk doel op zichzelf
(ontwikkeling van de mens).
In de jurisprudentie van het EVRM wordt het recht op vrije meningsuiting gezien als een
kernbeginsel van de democratie. Uit die centrale plek van de uitingsvrijheid vloeit de extra
aandacht voort voor de persvrijheid. Vrije pers is om de volgende redenen van essentieel
belang voor de democratie (public watchdog, Spycatcher-case 1991):
- Informeren
- Controleren
- Platform voor discussie en opinie
- Duiden en analyseren
- Agenderen
In veel gevallen botsen er twee grondrechten, ook wel de horizontale werking genoemd
(bijvoorbeeld het recht op vrije meningsuiting en het recht op privacy). In dat geval moeten de
grondrechten worden afgewogen (fair balance).
Sociaalwetenschappelijk onderzoek naar mediagebruik, -beleving en -effect
Er bestaan verschillende media-theorieën:
- Cognitieve dissonantie (negeren wat je niet uitkomt, bijv. stoppen met roken);
- Selectieve blootstelling (afsluiten voor andere meningen en bronnen);
- Brongeloofwaardigheid (verwachtingen en ideeën bij bepaalde bronnen);
- Vrienden en peers (belangrijke bron, invloed op jouw mening);
- Cultivatietheorie (beïnvloeding door het nieuws);
- Agendasetting (publiek neemt op langere termijn aandacht van media voor
bepaalde issues over) (#MeToo);
- Uses and Gratifications (op zoek naar behoeftebevrediging: selectie van media);
Fake news
Fake news is onjuiste, maar als waar gepresenteerde berichtgeving die bedoeld is om het
gedrag of de politieke keuzes van mensen te beïnvloeden. The High Level Expert Group gaf
de volgende definitie van fake news: ‘Disinformation as defined in this Report includes all
1
Justice Brandeis: ‘The only solution to unpopular speech is more speech, not enforced silence. Those who won
our indepence […] knew that […] the path of safety lies in the opportunity to discuss freely supposed grievances
and proposed remedies, and that the fitting remedy for evil counsels is good ones. Believing in the power of
reason as applied through public discussion, they eschewed silence coerced by law – the argument of force in its
worst form’ (Whitney v. California 274 US 357 – 1927).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellemolenkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.