Recht: regelt veel verhoudingen tussen de mensen onderling en tussen mensen en overheid > recht
stelt veelal sancties op het niet-naleven van rechtsregels
Eigenrichting: in een geschil je gelijk halen door zelf geweld te gebruiken (mensen gaan voor eigen
rechter spelen)
Rechterlijke macht:
- Rechtbank > behandeld de zaak > in hoger beroep
- Gerechtshof > zaak opnieuw bekijken/ kijken of rechtbank goed heeft geoordeeld > in
cassatie gaan >
- Hoge raad > kijkt of lagere rechter het recht juist heeft toegepast
Sanctie: straf
Arrest: uitspraak van de Hoge Raad
H2
Privaatrecht: objectieve recht dat zich bezighoudt met de rechtsverhouding tussen personen
onderling > rechtspersonen: stichting, vereniging, nv/bv
Publiekrecht: heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen overheid en een persoon >
bestuursrecht en strafrecht / publiekrecht van toepassing als de overheid een specifieke
overheidshandeling verricht, uitsluitend en alleen door de overheid verricht kan worden
(bouw,milieu)
Materieel recht: bevat regels die rechten verlenen en verplichtingen opleggen tussen burgers
onderling, tussen burgers en overheid en tussen overheden.
Formeel recht: bij conflicten, bv wanneer verkoper weigert de verkochte zaken te leveren
H3
Objectieve recht: bestaat voor een belangrijk deel uit geschreven en ongeschreven regels > normen
Subjectief recht: bevoegdheid die een persoon heeft tegenover een ander persoon
Rechtssubjecten:
- Natuurlijk persoon > mensen, dragers van het subjectieve recht > eigendom
- Rechtspersonen > organisatievorm en drager subjectieve recht > eigenaar
Rechtsobject: voorwerp van het recht
Recht:
- Dwingend recht > wetgever legt burgers voorschriften op waarvan ze niet mogen afwijken >
dwingt onvoorwaardelijk > nietigheid: nietige afspraak wordt geacht niet te zijn gemaakt en
nakoming ervan kan dus niet worden afgedwongen (contract)
- Aanvullend recht > laat burgers vrij om naar goeddunken in afwijking van regels een regeling
overeen te komen > treffen burgers zelf geen regeling? > geldt de wettelijke regeling >
herkenbaar aan geen sanctie
, - Semidwingend recht > partijen toegestaan om van wettelijke regel af te wijken (proeftijd) >
herkenbaar aan voorwaarden die gesteld worden
H4
Wet:
- Wet in formele zin > gezamenlijk besluit van de regering en Staten-Generaal (BW)> wordt
gesproken over wet of wetboek? > formele zin
- Wet in materiele zin > bevat algemene regels (normen) van een tot regelgeving bevoegd
overheidsorgaan die de burgers binden
Hiërarchie: rangorde
Gewoonterecht: een geregeld handelen in een zekere kring (bedrijfstak)
Jurisprudentie: rechterlijke uitspraken
Rechtsvinding: vinden van recht in een concreet geval > gezocht naar antwoord volgens Nederlands
recht
Interpretatiemethoden:
- Grammaticale > uitlegger van de wet onderzoekt wat er taalkundig eigenlijk staat
- Wetshistorische > onderzocht wat de bedoeling van de opstellers van de wet was /
rechtshistorische > wat de uitlegger van de wet vooral in het totaal van de geschiedenis van
het recht wil beoordelen (maatschappelijke ontwikkelingen)
- Teleologische > bedoeling van de wet
- Anticiperende > houdt rekening met komend recht en anticipeert op een wettelijke regel die
nog niet ingevoerd is
- Systematische > nieuwe wetsbepaling wordt in verband met andere wetsbepalingen
toegepast en uitgelegd
- Keuze > rechter zelf de keuze door argumenten/ eerdere uitspraken
Analogie: het uitbreiden van een wettelijke regel door deze van toepassing te verklaren op een in
essentie gelijke situatie waarvoor geen eigen wettelijke regel bestaat en waarvoor strikt genomen de
wel geregelde bepaling niet geschreven is
a-contrario-redenering: wettelijke regel alleen maar van toepassing verklaard op het uitdrukkelijk
genoemde geval en niet op een niet concreet genoemde situatie
Verdrag: internationale overeenkomst tussen 2 of meer staten
Ratificatie: medegedeeld dat NL zich aan het verdrag gebonden acht
-Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan
BW3: rechtshandelingen
BW6: > gevolg > verbintenissen > betalen/leveren > (eigendom overdragen)
H5
Vermogensrecht: rechten die tot het vermogen van rechtssubjecten behoren, omdat zij een
bepaalde geldswaarde vertegenwoordigen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mrtjjansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.