100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Summary Psychodiagnostisch Werken 2 $11.32   Add to cart

Summary

Summary Psychodiagnostisch Werken 2

2 reviews
 48 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van Psychodiagnostisch Werken 2. Aan de hand van powerpoint en cursus van lector. 17/20 gehaald met samenvatting.

Preview 4 out of 57  pages

  • August 23, 2021
  • 57
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jolien1vg • 2 year ago

review-writer-avatar

By: Mazeri • 2 year ago

avatar-seller
PSYCHODIAGNOSTISCH WERKEN 2



Inleiding
Alle info over olod te vinden in eerste PPT.

Hoorcollege 1: Wat is intelligentie?
1. Intelligentie in de naïeve psychologische theorie
o Standpunten m.b.t. intelligentie
o Intuïtieve mensenkennis
o Wat denkt een leek over intelligentie?
o Taak van de psychologie
2. Wetenschappelijke afbakening van het begrip
o Academische intelligentie
o Intelligentie: wat de test meet
o Wetenschappelijke definities
o Niveaus van intelligentie: A, B en C
o Niet slechts één definitie: wat nu?

1.1 intelligentie in de naïeve psychologische theorie

Onderzoek van sternberg
 Wat denkt een leek over intelligentie?
 Impliciete theorie over intelligentie
o Iedereen heeft een theorie over intelligentie maar impliciet
 Inschatting van intelligentie bij anderen correleert hoog met resultaten uit intelligentietesten (bij iemand die
je goed kent)
 Breder en diffuser beeld van intelligentie dan de wetenschap:
o Ook alledaags functioneren in rekening genomen
o Common sence idee van intelligentie

Taak van psychologie als wetenschap
 Vanuit veelheid aan opvattingen: begrip intelligentie afbakenen
 Door middel van onderzoek: definitie formuleren
 Wetenschappelijke opvattingen onderscheiden zich van ‘leken’-opvattingen:
o Zo zuiver mogelijk gedefinieerde en meetbare concepten.
o Theorieën, hypothesen en verwachtingen over psychologische verschijnselen worden getoetst

1.2 Wetenschappelijke afbakening van het begrip
 Intelligentie in onderzoek = afgebakend tot ‘academische’ intelligentie
o Schoolse taken en problemen die een vastgesteld doel, een vaste structuur en vaststaande
onderdelen hebben

Boring: wat de test meet
 Definitie van Boring uit 1923: "Intelligentie is dat wat de test meet"
o Definitie = circulair -> klopt niet volledig (de twee elementen van de definitie hebben elkaar nodig
om een verklaring te geven)
o Zeer veel gebruikt
o Eerder verwarrend dan helder, meer kwaad dan goed gedaan


1

,1.3 Niveaus van intelligentie: A, B, C
 Niveau A:
o Aangeboren potentieel tot intelligent handelen
o Ligt vast in de fysieke hersenstructuren
o Cultuuronafhankelijk en stabiel
o Niet meetbaar en is daarom een theoretische veronderstelling

 Intelligentie B:
o Interactie tussen genetische aanleg en omgevingsinvloeden/leerervaringen
o Mede afhankelijk van:
 Opvoeding
 Leefomstandigheden voor en na de geboorte (voeding, culturele gewoonten)
 Onderwijs
 Levenservaringen
o Cultuurgebonden en veranderlijk
 Kijk op intelligentie
o In principe meetbaar

 Intelligentie C:
o Wat een intelligentietest meet
o De gemeten intelligentie van een persoon
-> meeste wetenschappelijke definities van intelligentie: op niveau van intelligentie B en intelligentie C

1.4 Niet 1 definitie: wat nu??
 Er is geen vaste definitie van intelligentie, gaat ook niet bevraagd worden
 Verschillende moderne definities van intelligentie :
o Nadruk op allerlei onderliggende verstandelijke cognitieve processen en vaardigheden
o Belang van “metacognitie” (het meer of minder gericht sturen van de eigen cognitieve processen en
vermogens)
o “Uitvoeringsprocessen” komen in meer dan 40 % van de moderne definities voor en in slechts 10 %
van de oudere definities
o “Abstract redeneren” in helft van de moderne definities
o Vermogen tot probleem oplossen
o Vermogen om te leren en zich aan te passen aan nieuwe taken en nieuwe omstandigheden komt
men regelmatig tegen.

Mogelijke definitie
 Intelligentie is een conglomeraat van verstandelijke vermogens, processen en vaardigheden, zoals abstract,
logisch en consistent kunnen redeneren, relaties kunnen ontdekken, leggen en doorzien, problemen oplossen,
regels kunnen ontdekken in schijnbaar ongeordend materiaal, met bestaande kennis nieuwe taken kunnen
oplossen, zich flexibel aanpassen aan nieuwe situaties, in staat zijn leervermogen te tonen zonder directe en
onvolledige instructies.




2

,Hoorcollege 2: Geschiedenis en theorieën rond intelligentie
2.1 Geschiedenis van intelligentie
 Wetenschappers bestuderen al meer dan honderd jaar het fenomeen van intelligentie
 Veel verschillende soorten onderzoek
 Veel verschillende theorieën
 Belangrijk om deze achtergrond mee te hebben om de huidige modellen te begrijpen

2.1.1 2 grote stromingen in intelligentieonderzoek




2.2 Psychometrische theorieën rond intelligentie
 Gebaseerd op statistische analyses
 Uit statistisch onderzoek: één factor intelligentie of meerdere factoren die samen intelligentie vormen

2.2.1 Spearman
 Pionier op vlak van factoranalyse (statistiek: rangcorrelatiecoëfficiënt)
 Eén van de eerste onderzoekers: constructie van een theoretisch intelligentiemodel
 Vond positieve correlaties tussen enerzijds eenvoudige sensorische en motorische proefjes en anderzijds
schoolse prestaties

Theorie van Spearman
 Intelligentie = ‘g’ of general intelligence
 g-factor
o = latente variabele die de correlaties veroorzaakt tussen de verschillende maten van cognitieve
vaardigheid
o = gemeenschappelijke variantie tussen de diverse maten van cognitieve vaardigheid (wat de
verschillende maten van cognitieve vaardigheid gemeenschappelijk hebben)
-> single factor model of intelligence
o Zou het wel kloppen? Kan 1 factor (g) de intelligentie bepalen?
Mensen kunnen in veel factoren slim zijn en in andere minder
 Naast g-factor ook meer specifieke factoren = s-factoren
o g = algemene mentale activiteit
o s = mentale activiteiten die specifiek voor één taak nodig zijn rest
van de variantie
o Omwille van “g” én “s” ook tweefactorentheorie van intelligentie genoemd



3

, Spearman: intelligentietest
 Eerste intelligentietesten gebaseerd op idee: intelligentie = 1 factor
o Stanford-Binet intelligentietest van Terman
o Eerste Wechlerschalen
Kritiek op Spearman
 Eén algemene intelligentiefactor en daarnaast vele kleine, specifieke factoren = veel te eenvoudig volgens
andere onderzoekers
 Verschillende onderzoekers:
o Geen één algemene intelligentiefactor
o Wel verschillende intelligentiefactoren zijn die slechts in beperkte mate overlappen
 Geen enkelvoudige maar meervoudige theorie van intelligentie

2.2.2 Thurstone: Primary Mental Abilities
 Ontwikkelt de statistische techniek van de multiple factoranalyse (= statistische techniek)
 Theorie over de ‘primary mental abilities’
 Op basis van factor analytisch onderzoek op een uitvoerige batterij van 57 tests

Theorie van Thurstone
 Thurstone niet eens met Spearman
 Thurstone zocht naar meerdere onafhankelijke factoren met een eenvoudige structuur
 >< Spearman: 1 algemene factor “g”
 Volgens Thurstone bestaat “g” niet = statistisch artefact
 Later compromis: een algemene vorm van intelligentie + zeven specifieke sub vormen
 Zeven onafhankelijke factoren = ‘Primary mental abilities’

7 primaire mentale vaardigheden (Thurstone)
1. Verbaal inzicht/verbaal begrip (verbal comprehension V)
Het begrijpen van woorden en geschreven tekst

2. Woordvlotheid (word fluency Fw)
Het snel kunnen bedenken van woorden die voldoen aan een bepaald criterium

3. Rekenkundig inzicht/cijferen (numerical facility N)
Snel en accuraat eenvoudig rekenwerk kunnen uitvoeren

4. Visueel-ruimtelijk inzicht (spatial visualization S)
In gedachten objecten kunnen manipuleren

5. Associatief geheugen (associative memory Ma)
Aangeboden informatie kunnen onthouden

6. Waarnemingssnelheid (perceptual speed P)
De snelheid waarmee informatie wordt waargenomen en verwerkt

7. Logisch redeneren (reasoning)
Logisch kunnen nadenken

Kritiek op Thurstone + uitbouwen
 Kritiek:
o Spearman (1939) behoudt een extreme positie: gegevens toch indicatief voor één factor (g)
 Verder bouwen op theorie van Thurstone:
o Meeste psychologen volgen Thurstone
o Begrijpbare factoren = link naar de praktijk
o Door andere onderzoekers zelfs sterk uitgebreid
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alexanderwillems1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.32  6x  sold
  • (2)
  Add to cart