100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ethiek in praktijk H14 en 17 $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Ethiek in praktijk H14 en 17

 147 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 3 pagina's voor het vak Ethiek en recht GGZ aan de HW (H14 en H17)

Preview 1 out of 3  pages

  • January 10, 2015
  • 3
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Ethiek in praktijk
H14, H17

Hoofdstuk 14

In een moreel conflict blijkt soms dat andere mensen onze vanzelfsprekendheden niet delen, of dat
zij prioriteit geven aan overwegingen die wij misschien minder fundamenteel vinden. Consensus is
niet altijd bereikbaar.
Het morele perspectief streeft naar alpartijdigheid.
Subjectieve morele oordelen: als de juistheid van morele oordelen gebonden is aan het eigen
perspectief en de voorkeuren van de persoon (subject). Hierover is nauwelijks een dialoog mogelijk.
Als er echter een feitelijk oordeel geveld wordt en je bent het er niet mee eens, dan ontstaat er een
discussie die wel mogelijk is. Feitelijke uitspraken kunnen objectief zijn omdat ze een object hebben
waaraan je ze in principe kunt toetsen.
Morele oordelen kunnen niet op dezelfde manier objectief zijn als feitelijke uitspraken, je kan het
niet toetsen. Toch is het te simpel om ze subjectief te noemen. Redenen:
1. Mensen verlangen van elkaar dat ze hun keuzen kunnen verantwoorden: de keuze wordt
ondersteund met redenen die anderen ook kunnen begrijpen en kunnen onderschrijven of
weerleggen. Redenen (ook morele redenen) zijn niet louter subjectief.
2. Fundamentele overwegingen (respect voor autonomie, niet schaden, etc.) kunnen niet of
nauwelijks weerlegd worden. Het heeft een zekere objectieve geldigheid. Het zijn
noodzakelijke uitgangspunten voor een vreedzame en ordelijke samenleving.
3. Veel morele normen kunnen begrepen worden als wederkerige verwachtingen die mensen
de facto van elkaar hebben. Moraal = intersubjectief fenomeen. Zelfs als morele
overwegingen gebonden zijn aan het perspectief van het individu, dan is dat kennelijk een
perspectief dat door anderen gedeeld wordt.
Realisten: morele oordelen kunnen in principe waar of onwaar zijn.
Moreel realisme: er is een fundament voor moraal dat onafhankelijk is van de wensen en emoties
van mensen.
Immanuel Kant ziet een fundament in de rationele vermogens van de mens. Andere realisten
benadrukken de rol van morele intuïties die volgens hen niet betwijfelbaar zijn (moord,
verkrachting). Dat vinden we niet immoreel, het is gewoon zo.
Non-cognitivisten: David Hume. Morele oordelen behoren uiteindelijk niet tot het domein van
rationele kennis. Er is niet een ultieme en objectieve toetssteen aan de hand waarvan we kunnen
bepalen of een moreel oordeel waar is of niet. We kunnen ook geen overeenstemming vinden over
morele principes, en we kunnen inzien dat sommige morele conventies nuttig voor ons zijn. Het non-
cognitivisme sluit een zekere intersubjectiviteit van moraal niet uit.

Sommige voorbeelden wekken de indruk dat moraal gerelateerd is aan de specifieke cultuur. Dit is
een realistische stelling. Deze lijkt in tegenspraak te zijn met de universele geldigheidspretentie van
moraal. Kunnen we morele kritiek hebben op gewoonten die in een heel andere cultuur acceptabel
worden geacht?
Het is zinvol om een onderscheid te maken tussen relativisme als een descriptieve (beschrijvende)
theorie en relativisme als een normatieve theorie. In het cultureel relativisme wordt gesteld dat
verschillende culturen verschillende morele uitgangspunten en praktijken hebben. Dit is een
beschrijvende stelling over de gewoonten en opvattingen die men de facto in verschillende culturen
kan vinden. Het zegt niets over de kwestie of die verschillende praktijken juist zijn, of over de kwestie
of sommige normen universeel (zouden moeten) gelden. Dit cultureel relativisme hoeft niet
onverenigbaar te zijn met de stelling van de universele geldigheidspretentie van moraal, het kan bij
verschillende opvattingen zo zijn dat sommigen het bij het juiste eind hebben en anderen niet.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nerdjesdigitaal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  1x  sold
  • (0)
  Add to cart