Collegedictaat met daarin alle hoorcolleges voor het vak Ageing en Concepten (gegeven tijdens de minor Fysiotherapie & Kinderen, Volwassenen & Ouderen). Naast alle colleges zijn ook de wetenschappelijke artikelen uitgewerkt + vier oefenbetogen aanwezig, die kunnen dienen als voorbeeld voor het schr...
HOORCOLLEGES –
AGEING & CONCEPTEN
Minor kinderen, volwassenen en ouderen
,INHOUDSOPGAVE
Hoorcolleges ......................................................................................................................................... 2
College 1 “Lifestages/Concepts of ageing” .......................................................................................... 2
College 2 “Veroudering van bindweefsel en sarcopenie” .................................................................... 5
College 3 “Filosofie” ............................................................................................................................. 9
College 4 “Veroudering van hart en longen” ...................................................................................... 13
College 4.1 “Veroudering van het hart” .......................................................................................... 13
College 4.2 “Veroudering van de longen” ...................................................................................... 16
College 5 “Levenslooppsychologie” ................................................................................................... 18
College 6 ”Body compositie en veroudering” ..................................................................................... 23
College 7 “Ethiek” .............................................................................................................................. 30
College 8 “Interculturele communicatie” ............................................................................................ 32
College 9 “Sarcopenie” ...................................................................................................................... 36
College 10 “Extra” .............................................................................................................................. 42
Literatuur.............................................................................................................................................. 45
Wetenschappelijke artikelen .............................................................................................................. 45
Piaget on childhood ....................................................................................................................... 45
Evaluating self-concept and ego status in Erikson’s last three psychosocial stages ..................... 47
Physical change with aging ............................................................................................................ 51
Sarcopenia and functional decline ................................................................................................. 53
What is succesful ageing and who should we define it? ................................................................ 56
Books reconsidered: the structure of scientific revolutions ............................................................ 58
The evolving concept of health literacy .......................................................................................... 60
KNGF ................................................................................................................................................. 63
Beroepsethiek en gedragsregels voor de fysiotherapeut ............................................................... 63
Meldcode Huiselijk geweld & Kindermishandeling ......................................................................... 69
Implementatiekaart huiselijk geweld en kindermishandeling ......................................................... 73
Betogen ................................................................................................................................................ 75
Opbouw van een betoog ................................................................................................................... 75
Stellingen en kernbegrippen .............................................................................................................. 77
Voorbeeldbetoog 1 ......................................................................................................................... 78
Voorbeeldbetoog 2 ......................................................................................................................... 79
Voorbeeldbetoog 3 ......................................................................................................................... 81
Voorbeeldbetoog 4 ......................................................................................................................... 83
1
,HOORCOLLEGES
COLLEGE 1 “LIFESTAGES/CONCEPTS OF AGEING”
Levensduur ontwikkeling
Vanaf de geboorte tot aan het overlijden doorlopen mensen verschillende fasen:
§ Baby en peuter (infancy): geboorte tot twee jaar.
§ Kindertijd (childhood): twee tot tien jaar.
§ Adolescentie (adolescence): tien tot twintig jaar.
§ Vroege volwassenheid (early adulthood): twintig tot veertig jaar.
§ Middelbare leeftijd (middle age): veertig tot vijfenzestig jaar.
§ Oudere leeftijd (older age): vijfenzestig jaar en ouder.
Ontwikkeling
De menselijke (fysiologische) ontwikkeling wordt beïnvloed door het optreden van gelijktijdige
veranderingen in sociaal, cognitief, fysiek en emotioneel gebied. Wanneer er problemen op-
treden in één van deze gebieden, dan heeft dit invloed op de andere gebieden. De totale
ontwikkeling van de mens komt in dit geval in het geding. Je hebt daarom tijdens jouw werk
altijd te maken met alle vier deze gebieden, ook al concentreer jij je met name op het fysieke
gebied.
Ontwikkelingsfasen
De ontwikkeling kan verder worden onderverdeeld in ‘algemene normale ontwikkelingsstadia’.
In elk fase staat een ander deel van de ontwikkeling centraal.
Leeftijdscategorie Ontwikkeling
0-2 jaar (sensomotorische fase) § Ontdekken van jezelf en de wereld om je heen;
§ Motorische ontwikkeling: zelfstandig na 24
maanden.
2-7 jaar (pre-operationele fase) § Toename van de buitenwereld, kennis van na-
men en plaatsen;
§ Verdere motorische ontwikkeling en specialisa-
tie: verdere centrale neurologische ontwikkeling;
§ De ontwikkeling van het bewegingsapparaat is
afhankelijk van gedrag en fysieke activiteiten.
7-12 jaar § Organisatie van de buitenwereld, redenering en
abstract denken;
§ Optimalisatie van motor control: afhankelijk van
de fysieke activiteiten.
12-18 jaar § Verdere ontwikkeling van abstract en theore-
tisch redeneren;
§ Fysieke groei en verfijning van motorische func-
ties.
18-30 jaar § Fysieke topprestaties;
§ Mentale/emotionele ontwikkeling: motivatie en
lange termijn doelen;
§ Neurofysiologie: rijping van de frontale cortex.
30 jaar en ouder § Fysiologische regressie, veroudering;
§ Mentaal: groeiende kennis op basis van erva-
ring;
§ Afnemend leervermogen.
2
, Motorische ontwikkeling
Pasgeborenen
De motorische ontwikkeling begint al vanaf het moment dat een kindje net geboren is. We
spreken bij pasgeborenen van ‘paleomotoriek’. Dit is motoriek die wordt aangestuurd vanuit
onze hersenkernen en deze zorgen onder andere voor reflexen. In pathologische situaties
kunnen de hieronder genoemde reflexen terugkomen bij volwassenen:
§ Voeding (zoek-, zuig- en slikreflexen);
§ Bescherming (grijpen, opvangreacties, lopen, magneetplantaris en nekreflexen);
§ Ontwikkeling.
0-2 jaar
Bij de ontwikkeling van kinderen gelden de volgende algemene ontwikkelingswetten:
§ Het flexiepatroon verandert langzaam in een extensiepatroon;
§ De ontwikkelingsvolgorde vindt plaats van craniaal naar caudaal: eerst het hoofd, dan
de armen en de handen, gevolgd door de romp en als laatste de benen;
§ Ontwikkeling is vaak stapsgewijs en niet continu;
§ Een sterke ontwikkeling van één aspect vertraagt de ontwikkeling op andere gebieden;
§ Reflexen fungeren als start voor de motorische ontwikkeling. Zo ontwikkelt de zuigre-
flex zich tot kauwen;
§ Coördinatie en controle van motorische functies: myelinisatie van het zenuwstelsel:
- Verfijnde motorische functies, manipulatie van objecten, oog-handcoördinatie.
§ Specialisatie van de cortex: linker en een rechter hemisfeer.
De ontwikkeling vindt ook op andere velden plaats, namelijk:
§ Zintuigen: eerst worden de zintuigen van dichtbij ontwikkeld. Later wordt er pas gere-
ageerd op prikkels die van afstand komen.
- Dichtbij: sensibiliteit, reuk en smaak en evenwichtsreflexen.
- Omgeving: interpretatie van visie, gehoor en evenwicht.
§ Taal;
§ Persoonlijkheid;
§ Sociale ontwikkeling.
2-4 jaar (peuter)
§ Fijne motorische functies, integratie, planning en tekenen;
§ Grove motorische functies, zoals rennen, traplopen, vangen en springen;
§ Gedrag: imitatie, acteren en problemen oplossen;
§ Communicatie: taal en non-verbale communicatie;
§ Sociaal: het begin van samen spelen.
4-12 jaar (schoolkinderen)
§ Grove motorische functies variëren veel en zijn afhankelijk van de groeisnelheid;
§ Totaal bewustzijn van lichaamsschema: sporten en competitie;
§ Fijne motorische functies, zoals schrijven, tekenen, dansen en instrument bespelen.
12-18 jaar (puberteit)
De motorische ontwikkeling wordt sterk beïnvloedt door hormonale, sociale, emotionele en
(sub)culturele ontwikkeling. Daarnaast beïnvloeden groeispurten de ontwikkeling. In de puber-
teit groeien sommige kinderen tot wel een centimeter per maand.
De sociale ontwikkeling bestaat uit:
§ De peer-groep (oftewel de klasgenoten en vrienden) wordt steeds belangrijker;
§ Verminderde invloed van ouders en andere broers/zussen;
§ Oriëntatie van hun positie in de samenleving;
§ Politieke problemen, zoals het welzijn van de wereld, worden belangrijker (meer kun-
nen meepraten over maatschappelijke problemen).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wd-fysiotherapie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.