1.1 Inleiding
1.2 Wat is psychologie?
Onenigheid over de definitie:
Als de vraag gesteld wordt wat de kenmerkende eigenschappen van een wetenschap
zijn, dan stelt men de vraag wat die wetenschap bestudeerd. Het studieonderwerp
van een wetenschap wordt het object genoemd. Er bestaat intern (binnen een
wetenschap) en extern (vanuit andere wetenschappen). Bij de psychologie is er zowel
intern als extern geen eenduidigheid over het object.
De psychologische wetenschap bestaat ongeveer 130 jaar en kende en kent interne
verschillende theoretische stromingen.
de psychologie is extern niet goed afgebakend van andere (mens)wetenschappen.
Vb. depressiviteit is een veelvoorkomende klacht. Als iemand met depressiviteit bij
een psycholoog terecht komt, dan kan (om twee mogelijkheden te noemen) de ene
psycholoog de klachten bekijken vanuit de relatie met de partner van de hulpvrager,
terwijl een andere psycholoog kijkt naar de ervaringen en belevingen daarbij die de
hulpvrager heeft opgedaan in zijn jeugd. De eerste aanpak verraadt een zienswijze
waarin grote invloed wordt toegekend aan het partner- of gezinsrelatiesysteem. De
tweede aanpak is verwant met het psychoanalytische gedachtengoed. Sommige
hersenstofjes – zogenaamde neurotransmitters – kunnen te weinig of te veel
voorkomen.
Psycholoog – kijkt dus meer naar het kind dan naar de buitenwereld.
de arts- kijkt welke medicijnen je daar voor nodig hebt.
de socioloog – vraagt zich af waarom er maatschappelijk gezien een toename van
depressieve klachten is.
KADER 1
Depressiviteit is een stemmingsstoornis. De twee belangrijke symptomen zijn een
neerslachtig gevoel en een verlies van interesse in vrijwel alle dagelijkse
bezigheden. Prevalentie is de mate waarin een stoornis of ziekte voorkomt. Met
de term Lifetimeprevalentie geeft men aan hoe groot het deel van een groep
mensen is dat ooit in hun leven een bepaalde stoornis gehad heeft of op het
moment van het onderzoek nog steeds heeft. Cumulatieve - het berekende
percentage. Bij depressiviteit horen gevoelens van hulpeloosheid (niet weten hoe je
iets moet aanpakken) en hopeloosheid (geen uitweg meer zien).
Een poging tot definiëren van de psychologie:
Psychologie is een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt
,bestudeerd als de gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun
gedrag en de omstandigheden waarin dat plaatsvindt. Het verschil met andere
wetenschappen is erin gelegen dat in psychologisch theorieën de beschrijving en
verklaring van het object vooral plaatsvinden op individueel niveau. Dit in
tegenstelling tot de sociologie , waarin meer naar maatschappelijke of
groepsverbanden wordt gekeken. En in de biologische of medische wetenschappen
wordt juist vooral gekeken naar de biologische bepaaldheid van gedrag.
Psychologen kijken naar de beleving en waardering van gedrag. Dit geldt dan voor
zowel de persoon zelf (hoe ervaar ik mijn eigen gedrag?) als voor zijn directe
omgeving (hoe ervaar ik het gedrag van mijn vriend?). dit betekend dat de
wetenschap getypeerd kan worden aan de hand van:
A. de soorten vragen en problemen (het object),
B. de methoden en theorieën,
De grenzen en legitimiteit van een wetenschap worden beïnvloed door:
C. het maatschappelijke draagvlak van een wetenschap.
de psychologische wereld = de psychologie heeft zich uitgebreid over
verschillende westerse landen.
1.3 Theorieën
De psychologie wordt als een veelkoppige monster gezien, zij kent vele gezichten.
Ongeacht welke matschappelijke verschijnsel gekozen wordt ‘vandalisme,
verkeersdrukte enzovoort, over elk onderwerp heeft de psychologie wel iets te
vertellen.
Theorieën zijn te typeren als referentiekaders van waaruit psychologen te werk gaan.
Ze bieden interpretaties waarmee verschijnselen bekeken en verhelderd worden.
Omdat er binnen de psychologe geen theoretische overeenstemming is, heeft dit tot
gevolg dat eenzelfde verschijnsel vanuit meerdere theorieën verschillend beschreven
en verklaard wordt. Vb. anorexia en boulimia, mensen met eetstoornissen in hun
jeugd een traumatische ervaring hebben meegemaakt zoals het slachtoffer zijn van
een incest. Andere verklaringen zoals de invloed van karaktertrekken of de erfelijke
aanleg worden tegenwoordig als juist gezien. Hiermee bedoelen we dus dat theorieën
kunnen komen en gaan.
Functies van theorieën:
Wetenschappelijke theorieën vervullen drie functies:
-systematiserende of ordenende,(het ordenen van de werkelijkheid),
-verklaren of voorspellen van gedrag,
-heuristische, stimuleren van nieuwe ideeën
1. Systematiserende of ordenende. De eerste stap is een systematische weergave van
wat er wordt waargenomen. Wetenschappelijke kennisverwerving verloopt via
expliciete (uitdrukkelijk/duidelijk) regels. De procedures van verwerving moeten
duidelijke en controleerbaar zijn. En ook herhaalbaar (repliceerbaar), dus wat in het
ene onderzoek wordt aangetroffen moet in het andere onderzoek ook aangetroffen
worden.
, De menselijke waarneming wordt onder andere gekleurd door behoeften, emoties en
kennis. Een angstige persoon ervaart een donkere straat eerder als eng dan een
ontspannen persoon. Ook wetenschappen kennen geen objectieve waarneming
(gebaseerd op feiten niet op meningen), hun waarneming is vooral theoriegeladen –
hun referentiekader bepaald wat ze zien, waar ze de nadruk op leggen en wat ze
verwaarlozen. Dit is de reden dat psychologen hetzelfde gedrag verschillend kunnen
waarnemen en verklaren.
2. Verklaren en voorspellen. De resultaten kunnen verklaard worden door aan te
geven dat ze in specifieke omstandigheden bereikt worden. De gehoorzame persoon
moet bijvoorbeeld extreem afhankelijk zijn van de opdrachtgever. Op grond daarvan
kan voorspeld worden dat in een experiment waarin de proefpersonen minder
afhankelijk zijn, zij ook minder gehoorzaam zullen zijn.
3. Heuristische. Met dit begrip wordt aangegeven dat op grond van het inzicht dat de
theorie heeft opgeleverd nieuwe voorspellingen gedaan kunnen worden.
De psychologie is een pluriform verschijnsel (samenleving waarin verschillende
culturele en levensbeschouwelijke stromingen bestaan).
1.4 Kenmerken van psychische stromingen
1.4.1 Geschiedenis van theoretische stromingen
Historische ontwikkeling:
Om de geschiedenis van de theoretische stromingen te verduidelijken, wordt een
vergelijking gemaakt met de geschiedenis van de (Nederlandse) politieke partijen. De
start van de wetenschappelijke psychologie ligt zo’n 130 jaar achter ons.
Cultuurhistorische bepaaldheid:
net als politieke partijen zijn psychologische stromingen een product van de tijd.
Slingerbeweging:
binnen de politiek zijn de ontwikkelingen te vergelijken met de slingerbeweging.
Binnen de psychologie en vooral binnen de psychotherapie, vinden of dan wel vonden
vergelijkbare ontwikkelingen plaats.
1.4.2 Mensbeelden bij theoretische stromingen
iedere psychologische stroming is te karakteriseren aan de hand van een – meer of
minder uitgewerkt – mensbeeld ‘hoe de mens opgevat wordt’. Mensbeelden bestaan
niet alleen binnen (mens)wetenschappen, wij hebben allemaal een opvatting over wat
typisch menselijk is. Deze opvattingen zijn historisch, cultureel en religieus
bepaald.
Eisenga c.s. omschrijft het mensbeeld als een voorbeeld ter navolging. Bijvoorbeeld
de gewoonte om iemand na een heilige te noemen.
Een mensbeeld kent twee aspecten:
1. Een beschrijving van de kenmerkende eigenschappen (de bodem van het menselijk
bestaan) , gaat het om onder anderen het verschil tussen mensen en dieren of om het
verschil tussen kinderen en volwassenen.
2. Een verwijzing hoe mensen horen te zijn (he zogenaamde doelbeeld). Het
doelbeeld is meer een morele visie. Hoe de mens zich moet gedragen. Hiermee sturen
we onze eigen handelingen aan en beoordelen we het gedrag van anderen. Wordt
beïnvloed door ‘ historische, culturele en religieuze invloeden’.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rossella. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.39. You're not tied to anything after your purchase.