100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ODW II $9.47
Add to cart

Summary

Samenvatting ODW II

 0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Met deze samenvatting behaalde ik een 15/20 op het schriftelijke examen.

Preview 4 out of 108  pages

  • Yes
  • August 24, 2021
  • 108
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Thema 1 – Classificatie en diagnostiek
Classificatie
 = systematisch ordenen & groeperen v. problemen o.b.v. gelijke eigenschappen &
onderlinge relaties.
 Gedragsproblemen = problemen die storend, ongewenst of ongewoon zijn.
 Leerproblemen = problemen op vlak v. leren die invloed hebben op schools
functioneren.
 Classificatie ≠ diagnostiek (= wat is er aan de hand?):
o Waarom classificeren:
 Gemeenschappelijke taal.
 Communicatie.
 Verstaan we hetzelfde?
o  Belangrijk voor diagnose & behandeling.
 2 soorten classificatie:
o Klinisch-psychiatrisch.
o Empirisch-statistisch.

Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen
 Psychiatrische stoornissen = onafhankelijke & duidelijk afgelijnde ziekte-entiteiten,
met voor elke stoornis diagnostische & differentiaal diagnostische criteria.
o Diagnostische criteria: kernsymptomen, duur, aanvang & mate waarin
normaal functioneren verstoord wordt.
o Differentiaal diagnostische criteria: criteria v. andere stoornissen kunnen
worden uitgesloten.
o  Indien voldaan aan nodige criteria: stoornis classificeren.
 Categoriaal: men heeft een stoornis of men heeft ze niet.
 Bv. DSM-5, ICD-10 (= International Classification of Diseases).
 DSM-5:
o = Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.
o Systeem om problematieken v. individuen te beschrijven & te classificaren in
‘stoorniscategorieën’.
o Welk paradigma?  Paradigma 3: medisch model.
o Drie grote delen:
 Deel 1: Uitleg over indeling/uitgangspunten.
 Deel 2: 22 hoofdcategorieën.
 Deel 3: Classificaties die nog niet zijn opgenomen.
o Hoofdcategorieën die aan bod komen in ODW II:
 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (ADHD, leerstoornissen).
 Trauma- & stressor-gerelateerde stoornissen (hechtingsstoornis).
 Disruptieve, impulsbeheersing- & andere gedragsstoornissen.
 Middelgerelateerde & verslavingsstoornissen.
 Neurocognitieve stoornissen (o.a. Alzheimer, delirium, …).
o Vernieuwingen doorheen de jaren:
 Nieuwe namen.
 Meer dimensioneel gepresenteerd.
 Geen Romeins cijfer meer.

1

, o Kritiek:
 Hokjesdenken, labeling.
 Overmedicalisering?
 Overdiagnostisering?
 Te sterk gericht op symptomen i.p.v. persoon?
 Te sterk gericht op uitwendig gedrag?
 DSM is geen bijbel.

Empirisch-statistische classificatiesystemen
 Meestal gedragsvragenlijsten: probleemgedrag (laten) inventariseren & beoordelen
 classificeren.
 Dimensioneel: elk syndroom is een continuüm waarop ieder individu een relatieve
plaats inneemt t.o.v. andere individuen.  categoriaal.




 Pijl: niet in een hokje stoppen, maar op een lijn plaatsen.
o In vergelijking met leeftijdsgenoten, waar staat deze persoon?
o Hoe verder op de lijn  hoe erger de stoornis.
o Individueel kind kan vergeleken worden met ‘gemiddelde’ scores v.
leeftijdsgenoten.
 Vb. ASEBA.
 ASEBA:
o = Achenbach System of Empirically Based Assessment.
 Achenbach heeft een Systeem ontworpen.
 Empirically Based Assesment: testen afnemen & hoe plaatsen we deze
person binnen het continuüm (de lijn).
o Veel testen nodig  mensen met ‘normaal gedrag’ te onderscheiden &
afwijkend gedrag sneller te achterhalen.
o Gedragsvragenlijsten:
 CBCL = Child Behavior CheckList  kind wordt bevraagd.
 TRF = Teacher Report Form  leerkracht wordt bevraagd.
 YSR = Youth Self Report  jongere zelf wordt bevraagd.
 Wat zou nog een interessante bevraging zijn?  Ouders.
o Doel: over gedrag v. individuen zoveel mogelijk informatie verzamelen uit
verscheidene bronnen.
 Beoordelen op gelijkenissen & verschillen.
 Globale indruk v. de problematiek.
o  Voorbeeld zie ppt.




2

,Samenvattend




Criteria om te spreken van een stoornis
 Significant meer problemen dan gemiddeld.
 Problemen op de verschillende dimensies.
 Hardnekkig, persistent: niet tijdelijk.
 Pervasief: binnen verschillende contexten.
 Niet leeftijdsadequaat: niet volgens ontwikkeling (bv. koppigheidsfase).
 Significante belemmeringen.

Diagnostiek
 = besluitvormingsproces met als algemeen doel via systematisch onderzoek het
inzicht in de aard v. een problematiek te verhogen & v. daaruit een gepast aanbod
voor behandeling te formuleren.
 ≠ behandeling.

Diagnostiek in engere en ruimere zin
In engere zin In ruimere zin
Onderkennende of Handelingsgerichte diagnostiek
classificerende diagnostiek Verklarende diagnostiek
Formele diagnose - Oorzaak
- Diagnose + inschatting
therapeutische mogelijkheden
Informatie over de ernst, het Diagnostisch proces:
type en de prognose van een gegevensverzameling +
probleem hypothesevorming- en toetsing +
indicatiestelling (zie HP)

Verschillende soorten diagnostiek
 Onderkennende of categoriaal classificerende diagnostiek:
o ‘Wat is er met dit kind aan de hand?’
o Onderkennende (beschrijvende) diagnose: focus uiterlijk waarneembaar, niet
onderliggende eigenschappen.
o Stoornis.

3

,  Verklarende diagnostiek:
o ‘Wat is de oorzaak v. het probleem?’
o Verschillende factoren.
o Oorzaak.
 Handelingsgerichte diagnose:
o ‘Hoe kunnen we dit kind het best begeleiden?’
o Onderkennende diagnostiek + handelingsgerichte diagnostiek.
o Indicatiestelling = gepaste ondersteuning, behandeling, materiële hulp.
o Gericht op individuele handelingsplannen.
o Begeleiding.

Voor- en nadelen van het stellen van een diagnose:
 Nadelen:
o Hokjes denken, labellen, stigmatiseren.
o Reductie tot stoornis.
o Focus op beperking.
o Zich gedragen naar label.
o Label als excuus.
 Voordelen:
o Opluchting.
o Begrip & erkenning v. omgeving.
o Wegnemen v. schuldgevoelens.
o Interprofessionele communicatie.
o Toegang tot instanties & financiële tegemoetkoming.

Conclusie diagnose stellen
 Diagnose mag geen doel op zich zijn, maar richtinggevend voor behandeling,
begeleiding, aanpak, ondersteuning.
 Ook oog voor sterktes, wat goed gaat (niet enkel beperking).
 Centrale focus is kind achter label in al zijn facetten.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ruthmichiels2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64419 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.47
  • (0)
Add to cart
Added