Uitgewerkte Praktijk Fysiotherapie casussen (module C, periode 2/4) die worden getoetst tijdens de minor Fysiotherapie & Kinderen. Iedere casus bevat een RPS-formulier, onderzoeksmodaliteiten, SMART-doelen en behandelmodaliteiten. Het document is geschreven aan de hand van de lesstof, richtlijnen ...
CASUÏSTIEK
Module C (minor Fysiotherapie & Kinderen)
,INHOUDSOPGAVE
Casussen module C .............................................................................................................................. 2
Casus 12.1 .......................................................................................................................................... 2
Casus 12.2 .......................................................................................................................................... 5
Casus 13 ............................................................................................................................................. 8
Casus 14 ........................................................................................................................................... 12
Casus 15 ........................................................................................................................................... 15
Casus 16 ........................................................................................................................................... 19
Casus 17 ........................................................................................................................................... 22
Casus 18 ........................................................................................................................................... 25
Casus 19 ........................................................................................................................................... 28
Casus 20 ........................................................................................................................................... 31
Casus 21 ........................................................................................................................................... 33
1
,CASUSSEN MODULE C
CASUS 12.1
Lars is een jongetje van 3 jaar oud. Hij komt een keer in de week bij de kinderfysiotherapeut.
Lars is gediagnostiseerd met cerebrale parese. Dit uit zich bij Lars in een bilaterale spastische
parese, waarbij zijn benen meer aangedaan zijn dan zijn armen. Lars is geboren toen hij 30
weken oud was. Hij heeft een moeizame start gehad. Twee dagen na zijn geboorte kreeg hij
een hersenbloeding.
Lars zit bij voorkeur in TV-zit (met zijn billen tussen zijn voeten) op de grond en kan zich krui-
pend voortbewegen. Hij trekt zich bij de bank op tot staan en kan gesteund een paar stapjes
maken, hij staat dan op de tenen.
Lars speelt graag op de grond of zittend in zijn kinderstoel aan tafel met Duplo en autootjes.
Hij houdt van tekenen, kleuren, plakken etc. De moeder van Lars wil graag dat Lars fysiothe-
rapie krijgt en dat hij snel zelfstandig leert lopen. Lars komt een keer per jaar bij de kinderneu-
roloog voor consult. Daarnaast gaat hij elk half jaar naar de kinderrevalidatie. Daar wordt hij
onderzocht door de revalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut en de logopedist.
RPS-FORMULIER
RPS-formulier
Diagnose Cerebrale parese.
(Mogelijke) stoornissen Activiteiten Participatie
§ Bilaterale spastische § Zelfstandig leren lo- § Kinderrevalidatie
parese pen
§ Benen meer aange- § Kruipend voortbe-
daan dan de armen wegen
§ Verkorte kuitspieren? § Staan met steun en
§ Balans? een paar stapjes
maken
§ Handvaardigheden
Persoonlijke factoren Externe factoren
§ Jongen, 3 jaar oud § Moeder wil dat Lars snel zelfstandig
§ Geboren met 30 weken oud leert lopen
§ 2 dagen na geboorte hersenbloe- § Komt een keer per jaar bij de kinder-
ding neuroloog
§ Komt elk half jaar naar de kinderreva-
lidatie
THERAPEUTISCH PROCES
Onderzoeks- en behandelplan
Anamnese § Met hoeveel weken is Lars geboren?
§ Hoe zwaar was Lars toen hij werd geboren?
§ Wat waren de APGAR-scores na de geboorte?
§ Zijn er bijzonderheden geweest tijdens de ontwikkeling?
§ Hoever is het kind in zijn ontwikkeling?
§ Heeft Lars broers of zussen?
§ Wat voor therapieën heeft Lars eerder gehad?
§ Gebruikt Lars enige vorm van medicatie?
§ Gaat Lars naar de kinderopvang?
2
, Onderzoek Algehele motoriek (prioriteit: 1)
De algehele motoriek kan in kaart worden gebracht met de Stan-
daard Lichamelijk Onderzoek CMP Revalidatiegeneeskunde.
Cognitie en zintuigelijke waarneming (prioriteit: 2)
Een verminderde cognitie en zintuigelijke waarneming kan gevol-
gen hebben voor de motorische ontwikkeling. Als dit in kaart
wordt gebracht kan je beter rekening houden met de mogelijkhe-
den van iemands leren en waarnemen. Om hier een beeld van te
krijgen kun je gebruik maken van de BSID-III. De onderdelen ‘taal’
en ‘cognitie’ zijn in dit geval het meest relevant, maar je kunt het
ook aan andere specialisten overlaten.
Mobiliteit (prioriteit: 2)
De mobiliteit kan in kaart worden gebracht middels de range of
motion. De Becher-methode is specifiek voor kinderen voor cere-
brale parese.
Spierlengte (prioriteit: 2)
Door een verminderde spierlengte in de kuiten is het niet mogelijk
om de voeten plat op de grond neer te zetten. Dit kan mogelijk
zijn ontstaan vanuit de spastische aandoening, wat ontstaat door
een disbalans in de exciterende en inhiberende signalen vanuit
de alfa-motorneuronen. Door een spierlengtetest te doen is het
mogelijk om te zien of het een verkorting van de spier is, of dat
iets anders de voet weerhoudt om het plat neer te zetten.
Balans (prioriteit: 2)
Verminderde balans kan een rol hebben in het loop- en zitgedrag
van Lars. Door de verminderde balans kan Lars namelijk niet
goed lopen zonder steun en niet ‘normaal’ zitten. Dit kan gemeten
worden door de Pediatric Balance Scale.
Grove en fijne motoriek (prioriteit: 1)
De grove motoriek kan in kaart worden gebracht door de Gross
Motor Function Measure (GMFM). De fijne motoriek (ofwel de
arm-/handvaardigheid) kan in kaart worden gebracht met de Ma-
nual Ability Classification System (MACS) of de Abilhand-Kids.
Spiertonus (prioriteit: 1)
Bij spasticiteit is er over het algemeen sprake van een verhoogde
spiertonus (hypertonie) door disbalans in de exciterende en inhi-
berende GABA-signalen vanuit de Alfa-motorneuronen. Dit is te
testen door middel van palpatie, Modified Ashworth Scale of de
Tardieu-schaal.
Loopvaardigheid (prioriteit: 2)
De loopvaardigheid kan bepaald worden door het in kaart bren-
gen van het looptype en de Functionele Mobiliteitsschaal (FMS).
SMART-behandeldoe- Hoofddoel
len Binnen acht weken is Lars in staat om twintig meter te lopen op
een gladde ondergrond door middel van oefentherapie en hulp-
middelen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wd-fysiotherapie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.