100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting (NL) A Concise History of Italy (Christopher Duggan) $5.87   Add to cart

Summary

Samenvatting (NL) A Concise History of Italy (Christopher Duggan)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting in bulletpoints. Met typefouten af en toe, kan gebeuren toch ;)

Preview 3 out of 22  pages

  • Yes
  • August 25, 2021
  • 22
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Duggan – A concise History of Italy
Introductie
-> er wordt gekeken vanuit een angelsaksische hoek: dus dat Italië een natie is met een identiteit. Maar die
nationale identiteit is nou juist het probleem. Bij de eenwording is er amper sprake van een nationale identiteit
en het blijft problematisch.
Giuseppe Garibaldi was met een kleine groep aanhangers (ook Hongaren en Polen) op een missie voor de
eenwording van Italië. Het lukte ze om Sicilië en het zuiden te veroveren van het huis Bourbon. In maart 1861
werd Victor Emmanuel II koning van Piedmont-Sardinië (één Italië). De vijanden waren Frankrijk en Oostenrijk,
met als doel om de pauselijke staten terug te krijgen.

Een aantal factoren waardoor de eenwording van Italië niet geheel succesvol was:
 Geen loyaliteit aan het koninkrijk
 Er was geen politieke substantie of idee van één Italië van voor de 19e eeuw
o Politieke fragmentatie dus
o De Italiaanse natie betekende bijna niks en
 Dit idee heerste alleen onder schrijvers
 Risorgimento ook
o Het was moeilijk identificeren met het koninkrijk
 Er werd verwacht dat de welvaart zou zorgen voor een nationalistisch gevoel maar rond 1870
was er alweer sociaaleconomische onrust.
 De Italiaanse eenwording was in zoverre geen succes dat er vanuit alle lagen in de maatschappij
kritiek kwam waardoor er politieke maatregelen werden genomen -> crisis van legitimiteit tot
Mussolini in 1922.

Cultureel nationalisme:
 Het gevoel van 'Italië' ontstond in veel gevallen bij contact met de buitenwereld.
 De geletterden konden makkelijk met elkaar identificeren en bij elkaar aansluiten vanwege het
gezamenlijke schrift uit de 14e eeuw (Toscaans).
 Intellectuelen en kunstenaars hadden het superioriteitsgevoel overgehouden aan de
Renaissance
 Sinds de Verlichting merken de Italianen dat ze achter liepen op de rest van Europa, en dit
gevoel (samen met interesse in economische en sociale vraagstukken) zorgde ervoor dat het
schiereiland als één land werd gezien.

Vanaf Mussolini
 In het verzet tegen fascisme is iets geboren als wat je echt kunt zien als de grondslag van een
nationaal begrip van wat Italië is.
 Mythe van het verzet, dit is er ook in Nederland, is een bindende factor geworden. Dit is ook
formeel zo in Italië: direct na wo2 is de monarchie afgeschaft en de republiek n 1948 ingesteld
en daarbij is een nieuwe grondwet geschreven. Een product wat heel sterk door het anti-
fascisme wordt gestuurd.

Hoofdstuk 1: De geografische determinsten van verdeeldheid

De kwetsbaarheid een lang peninsula
 Kruispunt van Europa
 Door de lange kustlijn een goede plek voor handel
o 4e eeuw: Syracuse was machtigste stadsstaat in de mediterrane wereld
o In de Middeleeuwen kwam dit vooral van pas omdat de mediterrane wereld het
knooppunt was van de commerciele handel/leven
o Routes van Azië en Afrika naar de noordelijke Europese landen
 Ook kwetsbaar voor aanval
 Het oosten en westen van het peninsula zagen er allebei anders uit door invloeden van buitenaf
 In de moderne tijd was de geografie van Italië meer een handicap

, o Opening van de Atlantische zee in de 16e eeuw en de Islam kwam tot verder in
het westen -> het middelpunt van de Europese handel schoof op naar het
noorden (GB, NL, FR)
 Politieke marginalisatie en de staten hadden weinig meer te zeggen
 Buitenlandse interesse in Italië was alleen nog maar cultureel, niet economisch
 GB had Sicilië want dat ligt op de route naar India. En Italië lag op de route van FR naar Egypte.
Daarom was het land dus wel van belang.
o Het werd een strategische positie
o Kwetsbaar door kustlijn. GB was de grootste macht op zee dus het was van
groot belang om goede relaties te onderhouden.
 Frankrijk en Oostenrijk grenzen aan Italië in het Noorden en waren grote machten; het was dus
van belang om een groot leger te onderhouden. Daarnaast was het ook het meest strategisch
om oorlogen te vermijden.
 In de 19e eeuw kwam Italië niet zo erg op gang omdat het noorden en het zuiden economisch
erg ver uit elkaar lagen.
o Het noorden focuste op de rijke markten van FR en DU -> verder van het zuiden
af
 Lombardije had veel invloed vanuit FR in de 19e eeuw
o Het zuiden was afgeschermd van het rijke noorden en er waren geen wegen ->
leek wel buitenlands
o Zuid was erg katholiek en inquisitie tot 1782

Bodem en klimaat
 Interne geografie van groot belang voor economisch en sociaal leven
 Ecologisch kwetsbaar -> ontbossing en erosie
 Veel regen op één moment -> onhandig voor de landbouw (hoe sla je het op?)
 Door veel regen was er erg veel modder en overstromingen in de lage landen in de winter,
waardoor mensen hoger op een berg gaan wonen. Daarvoor is ontbossing nodig en daardoor
komt er nog meer erosie, losliggende bodem en modderstromen.
 Geen grasland (dus geen paarden en vee) -> geen vlees te eten + slechte condities van het land -
> geen agrarische revolutie.
 Overbevolking door lagere sterftecijfers -> emigratie
 Geloof in een opstand van de boeren door de leidende republikeinen, anarchisten, socialisten
en communisten. Maar zij wisten helemaal niks af van het boerenleven. Er was een duidelijke
scheiding qua economie en cultuur tussen stad en platteland.
o Het platteland was niet één kracht: er waren veel onderlinge verschillen zoals de
taal, rijkdom
 Dit komt onder andere door feodale privileges en verplichtingen
 Het bergachtige landschap zorgde voor verdere fragmentatie
o Wel waren er spontane opstanden door angst voor hongersnood.
o Repressie was het voornaamste middel voor sociale controle in de 19e eeuw.
 Geen kool en weinig mineralen -> Italië deed niet mee aan de eerste industriële revolutie -> nog
afhankelijk van de landbouw.
o Om later toch ook te kunnen industrialiseren moesten de overheden hoge
belastingen innen en de werkers streng controleren.
 Geen sterke binnenlandse markt, alleen noord en midden. Dan nog erg lokaal.
 Geen goede rivieren voor handel (wel in Londen en Parijs)
 Romeinse wegen nog steeds erg gebruikt, maar naar de kleine steden gewoon kleine paadjes.
 De kerk kon ook niet doordringen tot in het hele land. Ze hadden wel de grootste macht op het
platteland. Ze waren erg bezig met zorgen voor mensen.
o Lid zijn van een religieuze gilde was als onderdeel zijn van een lokale elite
 Feest voor de patroonheilige eens per jaar
 Door de jarenlange fragmentatie hadden gemeenschappen een sterk gevoel van
onafhankelijkheid opgebouwd en konden ze niet omgepraat worden naar belastingen betalen
of deelnemen aan het leger.

,  Door afgelegenheid en armoede zijn er nog zo veel gesproken dialecten en talige eenheid is nog
altijd ver weg.
o Dit is wel geprobeerd in het fascistische tijdperk.

Hoofdstuk 2: Verdeeldheid en conflict: van de Romeinen tot de Renaissance, 400-1494

De middeleeuwen, 400 - 1000
 De erfenis van het machtige Romeinse Rijk waren duidelijke wegen en een lijn van semi-
onafhankelijke steden vanaf de Po-vallei, naar centraal tot aan het zuiden (de municipia).
o Ook het gedachtegoed in latere eeuwen stamt af van dit rijk:
 Dante 14e eeuw
 Machiavelli 16e eeuw
o Het idee dat de Italianen zichzelf waardig moesten maken aan hun eigen
machtige geschiedenis -> Risorgimento
 Ineenstorten west-romeinse rijk ging gradueel
 Gotische oorlog (535-554) tussen Byzantijnen en Ostrogoten, voornamelijk in Italië
uitgevochten -> daarna hongersnood
 Lombarden/Longobarden -> een Germaanse stam, oorspronkelijk vanuit Scandinavië. Vestigden
het Lombardische rijk van 568 tot 774.
o Respecteerde de cultuur die er al was
o Voegden zich bij het Christendom
o Traditionele vormen van kledij waren ook al snel weg
o Taal ging ook verloren
o Lombardische wet samengevoegd met romeinse wet
o Geen economische innovaties
o In het noorden administratieve tradities, in het zuiden was er geen sterke
politieke cultuur
 Kerk had de macht op Sicilië (nog minder een breuk met het verleden)
 In het zuidoosten was er de Byzantijnse macht, waardoor er daar (napels bijvoorbeeld) Griekse
invloeden waren en er werd gehandeld met het levant.
 Vanaf de 7e eeuw: expansie van het Arabische rijk -> dreiging voor sicilië en het zuiden van
Italië.
o Hierdoor welvarend Sicilië -> technische uitvinden
o Silver, lood en zwavel
o Palermo als hoofdstad met veel moskeën
 Byzantijnse aanwezigheid was een bedreiging voor de pauselijke staat.
o Vanaf 8e eeuw nieuwe expansie van de Lombarden
 Door die expansie vroeg paus Stefanus II de franken om hulp -> die kwamen met Karel de Grote
als keizer van het Roomse rijk
 Kerstavond 800: De donatie van Constantijn: een vervast document van de keizer (Constantijn)
dat Constantijn de grote het wereldlijke gezag over het westen af aan de bisschop van Rome
schonk
o Als dank voor zijn eigen doop bij Paus Silvester I
o Belangrijk voor de investituurstrijd
o Karel de Grote (Charlemagne) had wel echt macht die niet afhankelijk was van
de pauselijke staat. Ook navolgers hadden dit.
 De Franken lukte het ook niet om een houdbare staat in Italië op te bouwen
o keizers (waren na 962 Germaans) probeerde dit door de macht van de
bisschoppen te versterken
 Platteland 9e en 10e eeuw: verlossen van feodale machten -> handel door boeren vanaf de late
10e eeuw
o Minder economische macht bij landeigenaren
 Nieuwe ontwikkelingen in de Povlakte -> basis voor de economie


De tijd van de communes, 1000 - 1300

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisarietveld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.87
  • (0)
  Add to cart