100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Verloskunde en JGZ samenvatting aan de hand van de toetsmatrijs $4.34   Add to cart

Summary

Verloskunde en JGZ samenvatting aan de hand van de toetsmatrijs

3 reviews
 271 views  26 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

uitgebreide samenvatting van de onderwerpen binnen de toetsmatrijs.

Preview 4 out of 72  pages

  • No
  • Volgens toetsmatrijs jaar 2020/2021
  • August 25, 2021
  • 72
  • 2020/2021
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: Fleurvdbergxxx • 2 year ago

Translated by Google

Not so organized

review-writer-avatar

By: dineshraghosing10 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Sam014 • 3 year ago

avatar-seller
TOETSMATRIJS VERPLEEGKUNDIGE KENNIS VERLOSKUNDE & JGZ (2020-2021)


Je kunt de anatomie en functie van de vrouwelijke geslachtsorganen, placenta, vliezen en navelstreng
benoemen

De algemene functies van de geslachtsorganen bevatten: productie van geslachtshormonen geregeld vanuit de hypofyse gestimuleerd door de
hypothalamus en hogere zenuwcentra, seksuele functie, productie van voortplantingscellen in de geslachtsklieren die ook wel gonaden worden genoemd,
transport van voortplantingscellen, en ook de ontwikkeling van een voortplantingsproduct, ofwel de zwangerschap.

Geslachtskenmerken worden bepaald door geslachtsklieren, deze worden gekenmerkt door de geslachtschromosomen waarbij: XY = testikels, XX =
normale eierstokken, OX = eierstok afwezig of onderontwikkeld, OY = ontwikkelt niet, niet verenigbaar met leven, XXY: testikels maar geen ontwikkeling
van zaadcellen.

Overzicht van de vrouwelijke geslachtsorganen

Uitwendig
Vulva: algemene aanduiding van de uitwendige geslachtsorganen, met uitzondering van de schaamlippen.
Labia majora: De grote schaamlippen, de behaarde huidplooien aan beide zijden die de grens van de vulva vormen. Bevatten vet, zweet- en talgklieren en
zenuwen. In elk ook een klier van Bartholin die slijmerig vocht produceert, uitgescheden via een opening in de onderste binnenkant van de kleine
schaamlip. Bij verstopping stapelt slijm op en wordt de klier zichtbaar en voelbaar en ontstaat een ontsteking genaamd Bartholinitis.
Labia minora: De kleine schaamlippen, veelal ook binnenste schaamlippen genoemd omdat ze vaak groter zijn dan de buitenste. Onbehaarde dunne
huidplooien tussen de grote schaamlippen. Ze komen vooraan samen en bedekken de clitoris, bevatten talgklieren. In de basis is weefsel aanwezig dat
onder seksuele prikkels kan zwellen door verhoogde bloedtoevoer.
Clitoris: kegelvormige verhevenheid onder de verbinding van de kleine schaamlippen, rijk voorzien van zenuwen en bloedvaten en uiterst gevoelig voor
prikkelingen die veelal zwelling veroorzaken. Hieronder ligt de urinebuisopening met links en rechts ernaast klieren van skene die slijmerig vocht kunnen
produceren. Deze monden uit in plooitjes of kuiltjes van de uitwendige urinebuisopening. Goed opletten bij katheteriseren, midden is urethra.
pubisstreek,venusheuvel,monspubus: de behaarde verhevenhuid van onderhuis vetweefsel die tussen de clitoris en de onderbuik ligt.
perineum: de bilnaad ligt tussen de vulva en de anus en bestaat uit vet- en spierweefsel.

Inwendig
vagina(schede): ruimte tussen hymen(resten) en de baarmoederhals (cervic uteri) en is gemiddeld 10 centimeter lang, roze van kleur, dwars geplooid en
gevormd door plaveiselepitheel. Eronder ligt bind- en spierweefsel, met de voorwand tegen de urethra en de blaas, de achterwand tegen het rectum.
Rondom de baarmoederhals vormt de schede een gewelf : Voor en achter (fornix anterior en posterior). Daar waar de baarmoederhals uitsteekt heet het
portio. Achter het achterste schedegewel ligt de holte van douglas. Weefsel links en rechts naast de vagina bevat bindweefsel en bloedvaten en heet

,TOETSMATRIJS VERPLEEGKUNDIGE KENNIS VERLOSKUNDE & JGZ (2020-2021)

paracolpium.

Vaginaslijmvlies heeft geen klieren, het produceert vooral vocht tijdens geslachtsgemeenschap, het bevat namelijk poriën die bloed filteren en vloeistof
doorlaten, bij opwinding is er meer doorbloeding zodat filtratie ook toeneemt. Onder normale hormonale invloeden gebonden aan de menstruele cyclus
schilferen cellen van de vaginale wand af. Ook bevinden zich lactobacillen of bacillen van Döderlein die melkzuur produceren uit glycogeen afkomstig van
vagina epitheel. Dit veroorzaakt een zuur mileu (PH van minder dan 4), dit biedt bescherming tegen infecties. Er is door afschilfering, vochtproductie en
aanwezigheid van lactobacillen altijd vochtafscheiding.

baarmoeder (uterus): hol, iets afgeplat, peervormig orgaan dat gemiddeld 6 tot 8 cm lang is. Het bestaat uit het Baarmoederlichaam (corpus uteri) en de
baarmoederhals (cervic uteri). Het corpus uteri is een holle spier gelegen tussen het blaas en de rectum, de baarmoederspier of het myometrium is
bekleed met een typische slijmvlieslaag: het endometrium. De holte heet cavum uteri, en het bovenste koepelvormige deel hiervan het fundus uteri, hier
monden links en rechts de eileiders of tubae uit. Het onderste deel van het corpus uteri (isthmus) gaat over in een baarmoederhals die voor het grootste
gedeelte in de schede ligt.

Baarmoederhals: in de schede wordt dit deel portio genoemd en bekleed met plaveiselepitheel. Aan de voorkant ligt de cervix tegen de blaas aan, het
bevat een kanaal, cervixkanaal, en de overgang van cervix naar baarmoederholte wordt gemaakt door het ostium internum, de overgang naar de vagina
door het ostium externum. Bij een nullipara is het ostium externum gaaf, klein en rond, bij een multipara is deze meestal minder gaaf, minder rond en
soms spleetvormig.

Het cervicale kanaal is bekleed met slijmvliesepitheel waarin slijmvormende klieren. Op de overgang tussen het plaveisel en slijmvliesepitheel of de
transformatiezone komen soms celveranderingen voor welke kunnen zorgen voor baarmoederhalskanker. Hier wordt ook een cytologisch uitstrijkje (pap-
smear) afgenomen. Het slijm dat wordt geproduceerd vormt een slijmprop die het cervixkanaal vult, dit is een tweede barriére voor opstijgende
infectiekiemen en speelt een belangrijke rol bij het transport van zaadcellen. Door hormonale invloeden veranderd de consitentie van cervixslijm,
oestrogenen verhogen productie van slijm, rond de eisprong (ovulatie) wordt de slijmprop vloeibaar en hangt vaan als een soort tong uit de cervix tot in
het achterste schedegewelf (waar sperma terecht komt). Hierin kan zaad makkelijk binnendringen en zich voortbewegen. Progesteron remt productie van
slijm, na ovulatie wordt slijm taai en troebel zodat slijmcellen niet meer kunnen binnendringen. Bij ontsteking van deze klieren wordt de slijmprop troebel,
lijkt op pus en bevat veel witte bloedcellen.

Baarmoederlichaam (corpus uteri): bekleed met buikvlies (peritoneum) dat daar perimetrium heet. Het buikvlies ligt over de eileiders heen en heet daar
het ligamentum latum (brede band). Het corpus uteri is via banden en weefselplooien in het bekken bevestigd, dit is de ronde band die vanaf de fundus
vlakbij de plaats waar de eileiders met het corpus uteri zijn verbonden via het lieskanaal naar de grote schaamlippen lopen (ligamentum rotundom). Ook
een band tussen heiligbeen en uterus (ligamentum sacro-uterinum) en het ligamentum cardinale wat op de overgang van het corpus en de cervix uteri

,TOETSMATRIJS VERPLEEGKUNDIGE KENNIS VERLOSKUNDE & JGZ (2020-2021)

loopt.

De binnenkant van de baarmoederholte is bekleed met sijmvlies, het endometrium. Dit bevat klieren en bestaat uit twee lagen, de oppervlakkige en basale
laag. Oppervlakkig wordt elke menstruatie afgestoten en opnieuw opgebouwd vanuit de basale laag. Het endometrium veranderd door de cyclische
invloeden en hier zijn 3 fasen te onderscheiden:
Proliferatiefase) de groei of follikelfase, na de menstruele bloeding tot aan de eisprong, duurt 14 dagen gemiddeld bij een cyclus van 28 dagen. Na afstoten
bij menstruatie begint vanaf de basale laag de klierbuizen opnieuw te groeien onder invloed van oestrogenen uit de rijpende follikels in het ovarium.
Secretiefase) of curpus luteumfase, vanaf de ovulatie tot aan de menstruatie en duurt 14 dagen, de klierbuizen blijven groeien, krinkelen en vullen zich met
slijm en voedingsstoffen (glycogeen o.a). na bevruchting ontwikkelt het endometrium zich nog verder en er wordt en decidua gevormd, volledig geschikt
voor innesteling en voeding van een bevrucht eitje. Opbouw van endometrium gaat onder invloed van progesteron afkomstig uit het gele lichaam of
corpus luteum van het ovarium, zonder zwangerschap wordt het oppervlak na 14 dagen vanaf ovulatie afgestoten bij menstruatie.
Menstruatiefase) vier totvijf dagen en gaat gepaard met bloedverlies in wisselende hoeveelheden, oppervlakkig slijmvlieslaag, endometrium dus, wordt
afgestoten doordat oestrogeen en progesteron spiegels in het bloed dalen en de laag afsterft.

Door kunstmatige toediening van oestrogenen en progestagenen kan het endometrium in proliferatie en secretiefase gebracht worden, na stoppen treedt
afstoting plaats = ontrekkingsbloeding.

Eierstokken (ovaria): de gonaden ofwel de geslachtsklieren. Grijswitte, hobbelige, langwerpige organen onder de eileiders. Gemiddeld 3-4 cm lang en 2-3
cm hoog. Verbonden met de bekkenzijwand en uterus via banden,de buitenste laag van het ovarium (schorslaag/cortex) bevat follikels in alle stadia en de
binnenste laag/merg bevat bindweefsel, hiluscellen, bloedvaten en zenuwen. Bij slanke vrouwen kunnen de ovaria gevoeld worden, eileiders niet. Follikels
in de schors bevatten bij geboorte 3 tot 400.000 eicellen. Follikels ontwikkelen door FSH vanuit de hypofyse, per cyclus ontwikkelt 1 follikel verder door
groei en holtevorming. Een primordiale follikel bestaat uit een eicel, omgeven door follikelwand die oestrogene hormonen produceren. Ook vormt zich
follikelvocht in de holte.

De holte is bekleed met epitheel aan de binnenkant en buitekant theca interna en theca externa (cellagen) en de follikel neemt in omvang toe, in dit
stadium heet het de graafse follikel en ligt aan de oppervlakte van het ovarium, follikelvocht neemt toe tot de follikel 2-3 cm in diameter heeft bereikt. Dan
barst de follikel : Eisprong of ovulatie genoemd.

Dit doet hij door luteïniserend hormoon of LH vanuit de hypofysevoorkwab, de eicel spoelt naar buiten terwijl de gebarsten follikel in de schors van het
ovarium achterblijft. Er treedt een bloeding op die soms gering is en soms omvangrijk, de bloedende follikel heet nu het rode lichaam (corpus rubrum). In
het stolsel treden organisatie en ingroei van cellen op (granulosa en theca interna). Deze produceren naast oestrogeen nu ook progesteron en de kleur van
het follikel wordt geel (corpus luteum, geel lichaam nu). Zonder zwangerschap schrompelt dit na 12 dagen op, en door ingroei van weefsel blijft nog enkele
maanden een litteken achter in de ovariumschors (corpus albicans of wit lichaam). Bij een zwangerschap blijft het gele lichaam nog 3 maanden bestaan als

, TOETSMATRIJS VERPLEEGKUNDIGE KENNIS VERLOSKUNDE & JGZ (2020-2021)

het corpus luteum graviditatis.

Eileiders, tubae of salpingen: holle, dunne, bewegelijke buisjes van gem. 7-10 cm lang, zij lopen van het koepelvormige deel van de uterus trechtervormig
met aan het uiteinde franje achtige uitlopers genaamd fimbriae. Het gedeelte dat bij de uteruswand loopt heet pars uterina, nauwe middelste deel het
isthmus en het wijde laterale deel de ampulla.

Epitheelcellen bekleden de binnenkant, deze dragen trilharen en bewegen richting de baarmoeder. Het al bevruchte of niet bevruchte eitje wordt vanuit
de fimbriae naar de baarmoederholte getrild.

Borsten of Mammae: bestaan uit klierweefsel dat wordt omgeven door vetweefsel, volume bepaald door hoeveelheid vetweefsel. Is vastgehecht op
peesbladen van de grote borstspier tussen de derde en zevende rib. Bestaand uit:
Huid;
Tepel of mamilla, waar melkgangen uitmonden, de areola bevat de kringspier van de tepel (glad spierweefsel) en de tepel zelf ook spier;
tepelhof, gepigmenteerde deel rondom de tepel. Klieren van montgomery verzorgen smering;
Klierweefsel, vijftien tot twintig kliergroepen met elk een eigen uitvoergang, de melkgang in de tepel;
bind- en spierweefsel, samentrekking helpt bij ontlediging klieren;
Vetweefsel, diffuus verspreid over de borst.

Baringskanaal: het kanaal waar de foetus uitgedreven moet worden. Bestaat uit een benig, en een week gedeelte en heeft een gebogen vorm.
Benige deel: bestaat uit 2 heupbenen/os coxae bestaand uit het os ilium, os pubus, en os ischium. Deze vormen de voorwand en de zijwanden van het
bekken. Het heiligbeen bestaat uit 5 onderlig vergroeide wervels de bovenrand van het eerste sacrale wervel steekt naar voren en wordt het
promontorium genoemd. Het staartbeen (os coccygis) bestaat uit 4 onderling vergroeide kleine wervels en zit onder het heiligbeen, heeft enige
beweeglijkheid. De twee vormen de achterkant van het bekken.

Het weke gedeelte van het baringskanaal bestaat uit:
- De uterus: vooral het onderste segment, dat gedurende de baring bestaat uit de isthmus en het bovenste gedeelte van de cervic
- De vagina
- Bekkenbodem en perineum, spiermassa die de achterwand en een deel van de zijwanden van het weke baringskanaal vormt.
De werkelijke uitgang van het baringskanaal wordt gevormd door de weke delen.

Hormoonvorming
geregeld door de hypothalamus en de hypofyse. Waarbij de hypothalamus de hypofyse reguleert door vorming van ‘releasing hormones’

De hypofyse voorkwab maakt onder andere Follikelstimulerend hormoon en Lutheniserend hormoon , en prolactine, die een rol spelen bij melkproductie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rianneBA1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.34  26x  sold
  • (3)
  Add to cart