Samenvatting van al de te kennen leerstof over de histologie van nier en urinewegen, als onderdeel van het vak CLN. De bijhorende examenvragen zijn ook nog eens apart samengevat in het document 'examenvragen CLN'.
Histologie hoofdstuk 19: nier en urinewegen
Inleiding
Functies van urinestelsel:
1. Vorming, transport en lozing van urine met water en afvalproducten
2. Regelt de vocht- en ionenbalans, en het zuur-base evenwicht
3. Nieren produceren enzym renine en hormoon erytropoëtine (epo): regulatie bloeddruk en vorming RBC
4. Prohormoon van vitamine D wordt in zijn actieve vorm omgezet
5. Gluconeogenese vindt plaats in de nier
Embryologie
- 2 voorlopernieren (pronefros) = buisjes waaruit tubuli komen
o Tubuli groeien verder en monden uit in de cloaca (wordt later de blaas): mesonefros
o Pronefros verdwijnen
o Onderaan de buisjes ontstaan aan 2 kanten ureterknop daaruit ontstaan verzamelbuisjes,
nierbuisjes, nierkelken en de ureter
- Uit andere embryonale cellen (mesoderm weefsel) rond ureterknop: nefronen ontstaan
o Uit alles samen ontstaan de definitieve nieren: metanefros
o De nieren groeien verder uit naar boven en maken een draai, nieuwe aftakkingen vormen uit aorta
Primordia (orgaan in aanleg) = metanefros (definitieve nier in embryonale fase)
- Ontwikkeling uit metanefrogeen blasteem van de latere nefronen
o Initiële kanaaltjes van metanefros monden uit in sec. urineleider (ureter) en nefrogeen blasteem
Ontstaat als een gepaard orgaan uit 2 componenten
- Ureterknoppen
- Nefrogeem blasteem
Uit ureterknoppen ontstaan afvoerwegen. Bij contact met nefrogeen blasteem urineproducerend deel ontwikkelt.
Cellen van nefrogeen blasteem groeien uit tot miljoen nefronen: functionele eenheid van nieren. Tijdens deze
ontwikkeling maakt elk nefron contact met vaatkluwen/glomerulus die door epitheel van nefron wordt omgroeid.
- Nierlichaampje van Malphigi: op grens van vaatkluwenwand en epitheel vindt filtratieproces plaats
Algemeen bouwplan
Sterke wisselwerking tussen epitheel en doorstromende bloed.
- Primaire urine = ultrafiltraat van bloed veranderingen tot def. urine via nierbekken en ureter afgevoerd
Soorten:
- Unipiramidale nier: kat, konijn (kleine herkauwers) = multipyramidaal versmelt tijdens de ontwikkeling
- Multipiramidale nier: MET externe demarcaties (grote herkauwers) of ZONDER demarcaties (varken, mens-
Nefron bestaat uit een nierlichaampje en een tubulair deel:
- Proximale tubulus
- Lis van Henle: afdalend dun deel en opstijgend dik deel
- Distale tubulus
Nefron gaat via verbindingsbuizen over in afvoergangsysteem bestaande uit verzamelbuizen (ductus colligens) en
monden uit via ductus papillares in top van papil in nierbekken (area cribrosa) ureter
Volwassen nier:
- Boonvormig met aan concave zijde een hilus met zenuwen, bloedvaten en in en uitgaande lymfevaten
- Nierbekken mondt uit in ureter
- 10/15 piramiden, aansluitende calices minores (vangen urine op) en majores (vervoeren urine -> nierbekken
en ureter)
o Piramiden bevatten elk merg en schors, tussen piramiden: mergstralen (columnae renales)
o In schors: nierlichaampjes en urineproducerende delen
o Merg en mergstralen: vnl. betrokken bij urinebewerking en -afvoer
, Nierlichaampje
Bevinden zich in de schors en bestaan uit een arteriolair vaatkluwen, glomerulus en het eerste deel van het nefron
- Eerste deel van Nefron bestaande uit:
o Viscerale en pariëtale blad van kapsel van Bowman dat kapsel- / filtratieruimte omsluit
o Nefron eindigt waar niertubulus uitstroomt in verzamelbuis (ductus colligens)
Filtratie
- Onder arteriële druk. Filtaat = primaire urine, wordt opgevangen door filtratieruimte
o Doorgegeven aan niertubulus filtraat bijgewerkt en geconcentreerd
- Nierlichaampje verbonden
o Aan vaatpool: met het vas afferens en het vas efferens
Vas afferens splitst in 2-5 takken, delen op in dichte capillairkluwen (weinig anastomosomen)
o Aan urinaire pool: met proximale tubulus (daar wordt primaire urine afgevoerd)
Capillairen
- Normaal: arteriool capillair venule maar hier: arteriool capilair arteriool
o Daardoor hoge druk thv capillair thv nierglomerulus hoge druk filter
- Liggen in capillairlussen dicht bijeen aan vaatpool
- Bekleed met gefenestreerd endotheel dat rust op een dikke basale membraan
o Fenestrae liggen in groepjes bijeen
o Hebben een diafragma: bloedplasma in direct contact met basaal membraan
Voorkomt dat bloedcellen in contact komen met basaal membraan
Voorkomt activatie van bloedplaatjes
- Buitenkant bekleed met podocyten die het viscerale blad van het kapsel van Bowman vormen
o Zijn vastgehecht met:
Primaire uitlopers of trabekels
Secundaire uitlopers of pedikels van naburige podocyten: grijpen afwisselend in elkaar
Filtratieruimte
- Bevindt zich tussen viscerale en pariëtale blad van kapsel van Bowman
o Platte plaveiselepitheel bij urinepool gaat over in kubisch epitheel van proximale tubulus
- Tussen pedikels zitten filtratiespleten afgesloten met een diafragma
o Diafragma’s bestaan uit nefrines en andere eiwitten met glycoproteïnen en proteoglycanen
- De ruimten tussen de fenestrae zijn niet de limiterende factor, dat is de basale membraan
Basaal membraan of glomerulaire basaal membraan (GBM):
Bestaat uit versmolten laminae basales van de endotheelcellen en de podocyten
- Bevat collageen type IV, lamine en proteoglycanen (bv. heparansulfaat)
o Heparansulfaat heeft negatieve lading lamina basalis heeft sterke anionische eigenschappen
- Lamina basalis met lamina densa en weerszijden omgeven door lamina rara interna en externa
3 filters: endotheel, lamina basalis en podocyten
Belangrijkste = basaal membraan, deze filtreert op grootte en lading
- Negatief geladen moleculen worden tegengehouden
o Heparansulfaat = nl. negatief
o Neg. Geladen albumine gaat niet door
- Pos. geladen moleculen in lamina densa tegengehouden als
molecuulmassa > 70.000 u
- Nefrine & podocine rol in spleten tussen pedikels van podocyten
Het spaarzame bindweefsel tussen de capillairlussen = mesangium
- Bestaat uit mesangiumcellen en mesangiale matrix
- Meestal tussen 2 capillairen in dezelfde lamina basalis moeilijk te zien met LM
- Mesangiumcel is contractiel en heeft receptoren voor angiotensine II
o Receptoren geactiveerd capillaire doorstroming neemt af
- Bij mens komen hier ook macrofagen voor
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bi0med. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.