Doelstelling van voedingsepidemiologie:
Het duidelijk in kaart brengen van de voedselconsumptie, de nutriënteninneming en de
voedingsstatus van een populatie, het genereren van nieuwe hypothesen over voeding en
ziekte, het testen van bestaande hypothesen, het vaststellen van de richting en de sterkte
van bepaalde associaties tussen voeding en ziekten
een bijdrage leveren aan de preventie van ziekten en de verbetering van de
volksgezondheid
Onderzoeksontwerpen die van aard kunnen zijn in de voedingsepidemiologie:
observationeel onderzoek: dwarsdoorsnedenonderzoek (= onderzoek waarbij binnen
een bepaalde groep mensen de aanwezigheid van de determinanten (=
beïnvloedende factoren) en gezondheidsuitkomst tegelijkertijd worden vastgesteld),
ecologisch onderzoek, patiënt-controleonderzoek en cohortonderzoek (groep
personen met bepaalde ziekte)
de gevonden associaties behoeven nt zonder meer causaal te zijn
experimenteel onderzoek: interventieonderzoek (trial) = onderzoek naar oorzaak van
ziekte waarbij een interventie (behandeling of ingreep) wordt uitgevoerd om beter
inzicht te krijgen in oorzaak-gevolg relaties. Hierbij volg je patiënten een aantal
maanden op om te zien of de interventie effect heeft invoeren vn een verandering
in de bestaande situatie (meestal systematisch) = interventie plegen
er kan direct een oorzakelijk verband (causaliteit) gemaakt worden
deze verschillende onderzoeken met elk zijn sterke en zwakke punten dragen bij tot een
beter begrip vn relaties tussen voeding en ziekten.
!! Het gaat om de relatie tussen de blootstelling (voedselinname) en het effect ervan (ziekte)
verschillende technieken beschikbaar om die blootstelling, de voedselinname te meten.
Strikt genomen kunnen observationele epidemiologische onderzoeken enkel
associaties vaststellen, er kan nt bewezen worden dat een bepaalde blootstelling
(voedselinname) de oorzaak is vn een gezondheidseffect.
vaak gecombineerd met andere vormen vn wetenschappelijk onderzoek om
uitspraken te kunnen doen over de mogelijke causaliteit vn een verband
Interventieonderzoek is beter geschikt om causaliteit aan te tonen, maar de
betekenis is soms beperkt door de korte duur van het onderzoek
Sterke punten:
directe relevantie voor de menselijke gezondheid (nt genoodzaakt om gegevens uit
diermodellen of in-vitrosystemen te nemen)
risico’s worden berekend uit de onderzoeksresultaten, die direct te vertalen zijn in
specifieke aanbevelingen voor nutriënteninname of voedselconsumptiepatronen
direct toepassing op voedselproductie en levensmiddelentechnologie
Vb: een duidelijke associatie bestaat tussen een hoge inname van transvetzuren (in harde
margarine en andere plantaardige vetten) en verhoogd risico op coronaire (met betrekking
tot kransslagader) hartziekten
Met als gevolg dat ze de hoeveelheid transvetzuren verlagen in de margarine (meer OV)
, Zwakke punten:
de potentiële aanwezigheid van vele soorten bias (= een systematische verkenning
die resulteert in over- of onderschatting van de sterkte van de aanwezigheid
associatie)
zorgvuldig worden ontworpen en uitgevoerd om het optreden van bias zoveel
mogelijk te voorkomen.
wnr voeding onnauwkeurig of op verkeerd moment in de tijd wordt vastgesteld, kan
een associatie die de daadwerkelijkheid bestaat gemist worden.
De populatie te homogeen is ten aanzien van bepaalde voedingsgewoonten
Vb: verband tussen de inname van keukenzout en cardiovasculaire sterfte gemist worden in de
populatie die in zijn totaliteit is blootgesteld aan te veel zout in de voeding, omdat er niet kan
vergeleken worden met een lage zoutinname (iedereen neemt te veel zout in)
Verder wordt dit bemoeilijkt door de rol van energie-inname, die met logischerwijs verband
houdt met de inname van specifieke voedingstoffen
de moeilijkheid om vast te stellen of een waargenomen associatie causaal is
dn heeft de verandering van de blootstelling geen effect op het risico om de
desbetreffende ziekte te krijgen
Vb: een verlaging van de koffieconsumptie heeft geen effect op het aantal mensen dat aan hart-
en vaatziekten overlijdt omdat de associatie niet causaal (= de aanwezigheid van een oorzakelijk
verband. De blootstelling moet in elk geval voorafgaan aan het optreden van de ziekte om te
kunnen spreken van een causale associatie) is.
2. ziektefrequentiematen en associatiematen
Het optreden vn ziekten wordt uitgedrukt in zogenaamde ziektefrequentiematen:
prevalentie: prevalentie van een aandoening is het aantal gevallen per duizend of per
honderdduizend op een specifiek moment in de bevolking
incidentie: voorkomen per jaar
mortaliteit: sterftecijfer
De ziektefrequenties van de blootgestelde en de niet-blootgestelde groepen worden met
elkaar vergeleken, waarbij het gaat om het vinden van een associatie tussen de blootstelling
en de desbetreffende ziekte.
richting en sterkte vn zo een associatie worden uitgedrukt in associatiematen = maten die
samengesteld zijn uit schattingen vn ziektefrequentiematen bij 2 versch. groepen.
Prevalentie
= het percentage ziektegevallen in een populatie op een bepaald tijdstip
Als je dus bv. 500 mannen tussen de leeftijd vn 50 en 70 jaar zou onderzoeken op een soort
hartziekte en als er dan 50 mannen zijn die aan de ziekte lijden is dit een prevalentie vn 50 of
10%.
het laat zowel de veranderingen in de overlevingsduur van de patiënten zien als de
verandering in het optreden van de ziekten (incidentie)
Vb: de prevalentie van diabetes mellitus nam toe na de ontdekking van insuline, omdat
patiënten hierdoor niet meer kort na de diagnose overleden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diëtiste12345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.14. You're not tied to anything after your purchase.