Verzekeringsrecht..............................................................................................................................3
Hotel Wilhelmina(Relevantievereiste)................................................................................................3
Nationale Nederlanden/Westdorp(Kenbaarheidsvereiste)................................................................3
Transport...........................................................................................................................................4
GMS/Peterson(expediteur wordt door fictie 8:63 geen juridische vervoerder).................................4
Sriwijaya(Aflevering/bewaringsovereenkomst)..................................................................................5
Cigna/Overbeek(Toepassing CMR binnenland)..................................................................................6
Godafoss(Multimodaal vervoer toepasselijk regime).........................................................................6
Oegema/Amev(Overmacht)...............................................................................................................7
NDS/Provider(Zorgplicht zeewaardigheid containers ).......................................................................8
Quo Vadis II(Onzeewaardigheid bemanning).....................................................................................9
Quo Vadis I(Onzeewaardigheid overriding obligation).....................................................................10
Philip Morris/Van der Graaf II(23 lid 4 CMR)....................................................................................10
Cargofoor(17 CMR slechts aansprakelijk voor vervoerde goederen)................................................11
Cigna/Overbeek(Doorbreking van aansprakelijkheidsbeperking bewuste roekeloosheid)..............12
Van der Graaf/AIG(Doorbreking van aansprakelijkheidsbeperking bewuste roekeloosheid)...........12
Philip Morris/Van der Graaf I(Doorbreking van aansprakelijkheidsbeperking bewuste
roekeloosheid)..................................................................................................................................12
Atlantic/Frigo(Uitsluiting aansprakelijk deklading tijdens laden lossen)...........................................12
Damco/Meister(Derden te goeder trouw).......................................................................................13
Waardepapieren..............................................................................................................................15
Brouwersgracht(Cognossementhouder exclusief recht aflevering en schade).................................15
Heliopolis Star(Regelmatige houder)................................................................................................15
Zürich/Lebosch(Open stelsel waardepapieren)................................................................................16
Betalingsmechanisme......................................................................................................................16
Gesnoteg/Mees Pierson(Strikte conformiteit)..................................................................................16
Anthea Yachting(Strikte interpretatie en conformiteit)....................................................................17
Bulk Oil/Mac Oil(Kennelijk willekeur)...............................................................................................19
Opdracht & Derdenwerking.............................................................................................................19
Geldnet/Kwantum(6:76 BW)............................................................................................................19
Citronas(Derdenwerking exoneraties)..............................................................................................20
Sungreen(Derdenbeding).................................................................................................................23
Handelsagentuur en Distributie.......................................................................................................24
1
, T-Mobile/Klomp(Begroting klantenvergoeding)...............................................................................24
Aiptek( Voorbeeld begroting klantenvergoeding)............................................................................25
Batavus(Distributieovereenkomst)...................................................................................................26
Intellectuele eigendomsrechten......................................................................................................28
Montex/Diesel(Doorvoer merkrecht)...............................................................................................28
Top Logistics/Bacardi(Gebruik merk in economisch verkeer)...........................................................29
Apple/Samsung(Modelrecht eigen karakter)....................................................................................31
Karen Millen Fashions/Dunnes Stores(Modelrecht eigen karakter).................................................33
Zeerecht..........................................................................................................................................33
Casuele/De Toekomst(Schuld van het schip)....................................................................................33
Zwartemeer(Aansprakelijkheid uit aanvaring en onrechtmatige daad)...........................................34
Frio Alaska(Hulpverlening ‘’gevaar’’)................................................................................................35
2
,Verzekeringsrecht
Hotel Wilhelmina(Relevantievereiste)
Rechtsregel:
Het beroep van de Goudse op art. 251 kan alleen slagen, indien zij als redelijk handelend
verzekeraarster, ware zij bekend geweest met de verkeerdheid van de opgave, de
overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben aangegaan.
Het hof had moeten nagaan of de Goudse, als de eigenaresse van Hotel Wilhelmina de
opzeggingen door General Accident en de redenen daarvan wél had opgegeven, als redelijk
handelend verzekeraar onderzoek hiernaar zou hebben verricht en welke invloed het
resultaat van dit onderzoek zou hebben gehad op de acceptatiebeslissing van de Goudse.
Nationale Nederlanden/Westdorp(Kenbaarheidsvereiste)
Feiten:
Westdorp wil een arbeidsongeschiktheidsverzekering aangaan en beantwoord de vraag of hij
lijdt/ leed aan rugklachten ontkennend. Hij had echter wel eens rugklachten. Later raakte hij
hierdoor arbeidsongeschikt.
In het door Westdorp ondertekende aanvraagformulier was de vraag opgenomen:
‘Lijdt of leed u aan of had u klachten terzake van: (…)
j rugklachten, spit, hernia, ischias, tennisarm, kromme rug
Rechtsregel:
Bij beoordeling van de vraag of sprake is van een verkeerde of onwaarachtige opgave in de
zin van art. 251K moet worden vooropgesteld dat een verzekeringnemer of in zijn plaats de
verzekerde ten behoeve van wie de verzekering zal strekken vóór het sluiten van de
overeenkomst alle feiten moet mededelen waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen,
de beslissing van de verzekeraar of hij de verzekering zal willen sluiten en zo ja op welke
voorwaarden, afhangt of kan afhangen(Kenbaarheidsvereiste). Een verzekeringnemer mag
een hem door de verzekeraar voorgelegde vraag opvatten naar de zin die de
verzekeringnemer daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mag
toekennen.
Dat het door Westdorp op de bedoelde vraag gegeven antwoord ‘neen’ moet
worden gezien in de context van het totale aanvraagformulier meer in het bijzonder
in het kader van de bedoelde vraag waar niet wordt gevraagd of hij wel eens rugpijn
had, maar of hij leed aan rugklachten, spit, hernia, ischias, tennisarm, kromme rug.
Noot:
De Hoge Raad maakt ten aanzien van het kenbaarheidsvereiste de volgende tweedeling:
Omstandigheden waarnaar de verzekeraar in zijn vragenlijst heeft gevraagd : Dan
moet de aspirantverzekeringnemer, om een geslaagd beroep van de verzekeraar op
verkeerde of onwaarachtige opgave (art. 251K) te voorkomen, meedelen: ‘alle feiten
(…) waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar
of hij de verzekering zal willen sluiten en zo ja op welke voorwaarden, afhangt of kan
afhangen. De evenzeer beslissende sub-vraag hoe een aspirant-verzekeringnemer
een hem door de verzekeraar voorgelegde vraag als de onderhavige mag opvatten,
beantwoordt de Hoge Raad als volgt: ‘naar de zin die de verzekeringnemer daaraan
onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mag toekennen’. Hierbij is de
context van het totale aanvraagformulier van belang.
3
, Omstandigheden waarnaar de verzekeraar in zijn vragenlijst niet heeft gevraagd : Dan
moet de aspirant-verzekeringnemer om een beroep op verzwijging (art. 251K) te
voorkomen, meedelen omstandigheden ‘ten aanzien waarvan de verzekerde ten
tijde van het sluiten der verzekeringsovereenkomst wist, dan wel had behoren te
begrijpen dat de verzekeraar bij mededeling daarvan de overeenkomst niet of niet
onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten De gedachtengang van de Hoge
Raad is kennelijk deze. In de gevallen dat de verzekeraar geen signaal heeft gegeven
dat een bepaalde omstandigheid hem interesseert, worden hogere eisen aan de
kenbaarheid voor de aspirantverzekeringnemer gesteld, is minder snel aan deze
kenbaarheid voldaan, dan in de gevallen dat de verzekeraar zo'n signaal wèl heeft
gegeven. In hoeverre sprake is van een signaal, hangt af van de uitleg van de
vragenlijst.
Transport
GMS/Peterson(expediteur wordt door fictie 8:63 geen juridische vervoerder)
Feiten:
Opdrachtgever GMS had expediteur Peterson ingeschakeld voor een internationaal
wegvervoer van Nederland naar Duitsland, waarbij de goederen verloren waren gegaan.
GSM dagvaardde vervolgens expediteur Peterson tot schadevergoeding, omdat Peterson
haar mededelingsplichtplicht niet nageleefd zou hebben.
GMS stelde haar vordering echter in voor de Rechtbank Rotterdam die op grond van
het CMR-verdrag bevoegd was, terwijl Peterson tegenwierp dat tussen partijen
Fenex-arbitrage overeengekomen was.
o Indien de aansprakelijkheidsregeling van art. 8:63 lid 3 zou beteken dat de
nalatige expediteur juridisch gezien vervoerder zou worden, dan zou de
bevoegdheidsregeling van het CMR-verdrag inderdaad voorrang hebben op
een arbitragebeding tussen partijen.
Rechtsregel:
Hof: Het verwijt dat Peterson niet tijdig heeft voldaan aan haar mededelingsplicht van art.
8:63 lid 1 BW kan bij gegrondheid tot schadeplichtigheid leiden, doch brengt geen wijziging
te weeg in de contractuele hoedanigheid van Peterson (rov. 15). Het hof heeft Peterson's
beroep op de Fenex-voorwaarden en het daarvan deel uitmakende arbitraal beding derhalve
gegrond geoordeeld (rov. 16).
Hoge Raad: Het onderdeel faalt, omdat het oordeel van het hof juist is. Indien de expediteur
niet voldoet aan de in art. 8:63 lid 1 BW neergelegde verplichting onverwijld opgave te doen
van en documenten en gegevens ter beschikking te stellen inzake de
vervoerovereenkomsten die hij ter uitvoering van zijn verplichtingen is aangegaan, verbindt
het derde lid van dat artikel daaraan de sanctie dat de expediteur naast vergoeding van de
schade die de opdrachtgever overigens dientengevolge leed, een schadeloosstelling
verschuldigd is gelijk aan de schadevergoeding die de opdrachtgever van hem had kunnen
verkrijgen wanneer hij de overeenkomst die hij sloot, zelf had uitgevoerd, verminderd met
de schadevergoeding die de opdrachtgever mogelijkerwijs van de vervoerder verkreeg. De
omstandigheid dat de expediteur aldus een schadeloosstelling zal moeten betalen die
wordt berekend op basis van de fictie dat hij (bij wege van ‘Selbsteintritt’) als vervoerder is
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerde99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.