Waarom vinden wij bewegingsonderwijs belangrijk? Kunnen meedoen aan bewegingsactiviteiten
geeft kinderen de mogelijkheid met andere kinderen te spelen en zich te ontwikkelen op allerlei
terreinen buiten het bewegen.
Het is belangrijk dat je met andere kinderen leert spelen. Dit is de basis voor alle ontwikkeling. De
kinderen leren ook allerlei andere zaken bij bewegingsactiviteiten (bijv. tellen bij verstoppertje).
Veel activiteiten die kinderen buiten schooltijd kunnen doen, zijn bewegingsactiviteiten. Het is
belangrijk dat kinderen met een breed spectrum bekend zijn en mee kunnen doen.
Bewegingsactiviteiten blijven belangrijk ook op latere leeftijd. Vanuit deze activiteiten terug
redenerend kom je voor kinderen van 4 tot 12 jaar
tot bepaalde, passende activiteiten. Bewegen is belangrijk voor lichamelijke ontwikkeling en
gezondheid. Ook stimuleert het om na schooltijd te gaan bewegen.
1.3 Didactiek is voor leerkrachten
Bij de didactiek gaat het niet alleen over de activiteit die je geeft, maar ook over de wachtrij, de
gemoedstoestand van de kinderen, de begeleiding, etc.
1.4 Organiseren, optimaliseren en ontplooien
De doelstellingen kunnen we koppelen aan de onderwijsactiviteiten van de leerkracht:
* De eerste doelstelling richt zich op het optimaliseren van een bewegingsactiviteit: het begeleiden
van het bewegingsgedrag van kinderen zodat de kinderen beter leren deelnemen aan
bewegingsactiviteiten.
* De tweede doelstelling heeft betrekking op het organiseren van een bewegingssituatie: het
inrichten, instrueren en organiseren van een les bewegingsonderwijs zodat de kinderen met anderen
kunnen deelnemen aan bewegingssituaties.
* De derde doelstelling doelt op het ontplooien van de wijze waarop het kind een situatie doet:
aandacht geven aan beleving van kinderen zodat de kinderen hun eigen leermogelijkheden leren
waarderen en behouden en hiervan genieten.
Binnen de algemene doelstellingen vallen ook leerdoelen voor kinderen:
* Bij het organiseren reguleringsdoelen (bijv. het opstellen van het arrangement)
* Bij het optimaliseren bewegingsdoelen (het goed uitvoeren van de activiteit)
* Bij het ontplooien belevingsdoelen (wanneer het kind bijv. aan durft te geven dat hij het
schommelen te hoog vindt).
Het lesgeven bestaat uit 3 fases:
1. Voorbereiden
2. Begeleiden
3. Evalueren
,1.5 Voorbereiden
Bij het voorbereiden van een les ga je eerst kijken welke activiteit je gaat geven, dit ligt aan de
methode:
A. Standaardmethoden (vaste methode met vaste lessen verdeeld over het jaar
bewegingsonderwijs in het speellokaal).
B. Open methoden (ligt niet vast, maar wel algemene richtlijnen) werkboek bewegingsonderwijs
voor de basisschool
C. Tussenvormen (school/vakleerkracht heeft eigen planning
Dit boek streeft naar een openmethode wat door vakleerkrachten gegeven wordt.
Beginsituatie
Voordat je begint aan een gymles moet je je bewust zijn van veel dingen (grootte gymlokaal,
gymmaterialen, tijdsduur, regels, het kunnen van de leerlingen, niveau van groep, individuele
verschillen, etc.)
AARDE als voorbereiding
De voorbereiding van de lesvoorbereiding is opgebouwd uit:
Activiteitsomschrijving: wat er bewegend gaat gebeuren, de bewegingsactiviteit. In een aantal korte
zinnen de kern aangeven.
Arrangement: de opstelling van materialen en personen. Het materiaal bestaat uit: basismateriaal,
regelmateriaal, deelnemers, aantal deelnemers per functie en opstellingen. Een goed arrangement
voldoet aan de volgende kenmerken: uitdagend, haalbaar, differentieerbaar, overzichtelijk, veilig.
Regels: de afspraken over functies en functiewisselingen. Denk aan: startregel, stopregel,
functieregels, wisselregel.
Doelen: datgene wat de leerkracht beoogt te bereiken. (bewegingsdoelen, reguleringsdoelen en
belevingsdoelen). Bij het formuleren van het lesdoel kun je gebruik maken van het SMART principe
(Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijd). Doelen kunnen ook gebruikt worden voor een
langere periode.
Extra’s: wat je achter de hand houdt om iets een stapje makkelijker of moeilijker te maken.
1.6 Begeleiden
Tijdens het uitvoeren van bewegingssituaties door de kinderen maakt de leerkracht keuzes ten
aanzien van: Informatie verzamelen, leerhulp geven, lesgeefstijlen variëren en inbreng vergroten.
Informatie verzamelen
De leerkracht kan op verschillende manieren informatie verzamelen over de voortgang van de les:
observeren, gesprek voeren en participeren.
Observeren: zelf observeren, kijken aan de hand van niveauduidingen, kinderen elkaar laten
observeren, video-opnames.
Het zelf observeren kan aan de hand van een kijkkader: loopt het? Lukt het? Leeft het?
Gesprek voeren: stel open vragen, korte vragen, stel ze na de activiteit.
, Participeren: wanneer de leerkracht gaan deelnemen aan de situatie samen met de kinderen, kan dit
extra informatie opleveren. (het arrangement aanpassen, leerhulp bieden, ontdekken wat de
beleving van de kinderen is.
Leerhulp geven
Het begeleiden is er op gericht om de kinderen leerhulp te geven bij het beter leren realiseren van de
gestelde leerdoelen. Soms is het nodig om de doelen bij te stellen.
Lesgeefstijlen variëren
Er zijn verschillende lesgeefstijlen: gaat volgens CIOS
Coach: zorgt voor aanmoedigingen waardoor de deelnemers enthousiast en gemotiveerd blijven.
Instructeur: zorgt voor leerhulp zodat de activiteit beter gaat lukken.
Organisator: zorgt voor aanpassingen van de omstandigheden (bijv. arrangement)
Scheidsrechter: zorgt voor strakke leiding zodat alle deelnemers zich aan de regels houden.
De ideale lesgever kan ze gecombineerd toepassen.
Inbreng kinderen vergroten
Een belangrijke doelstelling is dat de kinderen met steeds minder sturing hun eigen leerproces ter
hand kunnen nemen.
Er zijn drie didactische vormen:
1. Sterk docent gestuurde les
2. Gedeeld docent gestuurde les
3. Beperkt docent gestuurde les
1.7 Evalueren
We kunnen de volgende vormen van evalueren onderscheiden:
* Productevaluatie: de leerkracht kijkt terug naar de doelen die hij had gesteld voorafgaand aan de
les. Dus: hebben de kinderen de doelen gehaald?
* Procesevaluatie: hier gaat het om het terugkijken naar het proces van het leren in die les: hebben
de kinderen veel tijd gehad om te oefenen? Was het op niveau? Hoe was de samenwerking? Etc.
* Privé-evaluatie: hier worden de eigen acties onder de loep genomen. Bijv. Hoe kan ik beter
omgaan met Sylvie? Welke cursus kan ik als leerkracht nog doen?
Deze drie vormen worden de basis voor de nieuwe les voorbereiding.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvanderheide. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.