100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Pedagogiek en Onderwijskunde Ontwikkelingspsychologie H6 H10 H11 H13 $5.57   Add to cart

Summary

Samenvatting Pedagogiek en Onderwijskunde Ontwikkelingspsychologie H6 H10 H11 H13

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Pedagogiek en Onderwijskunde Ontwikkelingspsychologie H6 H10 H11 H13

Preview 2 out of 13  pages

  • No
  • H6 h10 h11 h13
  • August 29, 2021
  • 13
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
HOOFDSTUK 6

PIAGETS VISIE OP DE ONTWIKKELING

Piagets theorie beschrijft de cognitieve ontwikkeling als een proces waarin duidelijk te onderscheiden stadia
elkaar opvolgen. Dit houdt in dat het denken van bijvoorbeeld een driejarige wezenlijk anders verloopt dat dat
van een tienjarige.
Piaget beschouwde kinderen als actieve onderzoekers die door interactie met hun omgeving een eigen beeld
van de werkelijkheid construeren. Deze visie verschilt natuurlijk sterk van het uitgangspunt dat kinderen iets
leren van een ander.
Piaget was ervan overtuigd dat pas door eigen ervaringen en ontdekkingen kennis en inzicht ontstaan en het
tempo waarin dat gebeurt, kan amper door anderen beïnvloed worden.


VIER STADIA VAN COGNITIEVE ONTWIKKELING

Sensomotorisch stadium
▪ Van reflex naar reflectie
▪ Tweejarige → symboolgebruik en probleemoplossend vermogen.
▪ In de eerste twee levensjaren ontstaat denken voornamelijk door doen
▪ Sensomotorisch → naar het belang van zintuiglijke indrukken en motorische handeling die de zuigeling in
staat stellen het effect van zijn eigen activiteit op de omgeving te ontdekken en ermee te experimenteren.
▪ Reflex. Dit is een aangeboren reactie op een specifieke prikkel waarin nauwelijks variatie optreedt
▪ Naarmate de baby ervaart dat verschil in handelen een verschil in effect oplevert, worden de handelingen
doelgericht.
▪ De volgende stap is dat de baby meerdere handelingen achter elkaar verricht om een doel te bereiken.
▪ Vanaf ong. 8 maanden zal een baby een doekje weghalen om een voorwerp eronder te kunnen pakken.
▪ Mentale representaties → de overgang naar het pre-operationele stadium wordt ingeluid door de komst
van mentale representaties. Het kind maakt ergens een voorstelling van. Dit kunnen we terugzien in
verschillende gedragingen die tussen de anderhalf en twee jaar een rol gaan spelen:
o Taalverwerving
o Fantasiespel
o Indirecte imitatie
o Objectpermanentie → een van de belangrijkste cognitieve verworvenheden is de ontwikkeling van
objectpermanentie. Dit houdt in dat het kind zich een voorstelling kan maken van een object als
iets tastbaars wat buiten hemzelf bestaat en iet zomaar ophoudt te bestaan, ook al is het object uit
het zich verdwenen. Piaget bestudeerde de ontwikkeling van objectpermanentie op een ingenieuze
manier. Hij verstopte een aantrekking speeltje onder een doek en maakte het zijn jonge
proefkonijntje steeds moeilijker.


Pre-operationeel stadium
▪ Het vermogen tot representatie uitgebreid en verfijnd.
▪ Peuters creëren hun eigen individuele fantasiewereld
▪ Kleuters zijn al veel meer gericht op leeftijdsgenoten en communiceren meet via taal.
▪ Drie jarigen vinden het weliswaar leuk en boeiend om andere kinderen in hun nabijheid te hebben maar van
samenspelen is nog geen sprake
▪ Vijfjarigen betrekken anderen wel bij hun fantasiespel.

, ▪ Deze verschuiving van aandacht voor het eigen ik naar aandacht voor de ander is kenmerkend voor de
ontwikkeling die we tijdens en na het pre-operationele stadium zien: het afnemend egocentrisme.
▪ Egocentrisme → is het denken vanuit het eigen perspectief. Je kunt je nog niet in anderen verplaatsen.
Effectief communiceren wordt door egocentrisme belemmerd, evenals het sociale functioneren.
▪ Een ander kenmerk is centratie → wil zeggen dat een kind zijn redeneringen en conclusies laat leiden door
het meest opvallende aspect. Dat opvallende aspect is altijd gebonden aan het hier en nu.
▪ Egocentrisme en centratie leiden beide tot fouten.
▪ Pre-operationeel is iets wat er nog niet is.
▪ Vijf en zes jarigen kunnen in deze fase bepaalde problemen weliswaar oplossen, maar de redenering die tot
de oplossing leidt, berust nog niet op een sluitend geheel van logische argumenten. Dit probleem is door
Piaget uitvoerig beschreven aan de hand van de beroemde conservatie-experimenten
▪ Conservatie-experimenten →wordt de verandering van de ene naar de andere verschijningsvorm aan het
kind getoond.


Concreet operationeel stadium
▪ Het onderscheid in concreet en formeel verwijst naar de aard van de informatie die in de redenering wordt
toegepast.
▪ De informatie heeft betrekking op realistische, concreet voorstelbare situaties.
▪ Een mentale operatie kun je een gedachtehandeling noemen. Door mentale operaties neemt het
probleemoplossend vermogen aanzienlijk toe.
▪ Reversibiliteit → een uitgevoerde handeling in gedachten weet teruggedraaid kan worden naar de
oorspronkelijke uitgangssituatie.
▪ Organisatie → meerdere aspecten van een probleem worden meegenomen en gezamenlijk tot een
slotconclusie leiden
▪ Conservatie en operationeel denken → piaget heeft het conservatieprobleem op verschillende manieren
onderzocht, maar de kern van het probleem is steeds hetzelfde. Verklaringen van kinderen van zeven acht
jaar:
o Reversibiliteit → omkeerbaarheid van de handeling
o Compensatie → een kind kan door centratie problemen niet van meerdere kanten bekijken.
o Identificatie


Formeel operationeel stadium
▪ Het operationele denken centraal
▪ De mentale operatie zich losmaakt van de concrete inhoud en zich op abstract niveau kan voltrekken.
▪ De adolescent kan flexibeler denken en denkt ook na over hoe de wereld eruit had kunnen zien.
▪ De jongere kan zich distantiëren van het inhoudelijke aspect van een probleem en door logisch redeneren
tot een eindconclusie komen.
▪ Het vermogen tot hypothetisch-deductief redeneren → is een vorm van probleem oplossen waarbij men
alle mogelijke oplossingen inventariseert en vervolgens systematisch toetst.
▪ Abstractievermogen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 1234567890H. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.57
  • (0)
  Add to cart