Vraag 1:
Marloes heeft haar huis in Amsterdam verruild voor een boerderij buiten de stad.
Het betreft een grote woonboerderij met een aangrenzend weiland. Het
aankoopbedrag leent ze bij de bank. Omdat zij zelf geen dieren houdt, verhuurt ze
het weiland aan haar buurman.
Beschrijf op welke wijze haar nieuwe verblijf in haar aangifte inkomstenbelasting
wordt verwerkt.
Art. 3.111 eigen woning. De woning staat beschikbaar, het weiland niet omdat die
wordt verhuurt. Daardoor valt de woning in Box 1 en moet hierover dus een eigen-
woningforfait worden berekend. Deze berekening wordt genomen van het deel
van het huis wat dus niet verhuurt wordt en dus echt als eigen woning wordt
gerekend. Ditzelfde geldt voor de hypotheekrente, die je mag aftrekken in box 1.
Het weiland geldt als bezit in Box 3, omdat deze door verhuur niet meer direct
beschikbaar is. Van het weiland wordt daarom naar de stand op 1/1 en de schuld
per 1/1 gekeken, dit is het bezit. Dit bezit wordt verrekend met een waarde van
4%, daarna geldt een belastingtarief van 30%.
Vraag 2:
Erik heeft in 2005 een eigen woning gekocht voor 200.000 (inclusief kosten koper).
De hypotheekschuld bedroeg destijds ook 200.000. Inmiddels is in 2010 de
hypotheek afgelost tot 160.000. De WOZ-waarde voor 2010 is vastgesteld op
280.000. De rente bedraagt 5%.
Geef een cijfermatige berekening van de wijze waarop deze woning in zijn aangifte
inkomstenbelasting wordt verwerkt?
Art. 3.112
Eigenwoningforfait wordt berekend aan de hand van de WOZ-waarde en is dus:
0.60% x 280.000 = 1.680
De hypotheekrente wordt berekend aan de hand van de hypotheekschuld en is
dus:
5% x 160.000 = 8.000.
8.000-1.680 = 6.320, en dit bedrag geldt als aftrekpost van het eigen inkomen
van box 1.
Begin 2011 verkoopt Erik zijn eigen woning voor een bedrag van 270.000. Van de
makelaar ontvangt hij een factuur van 5.000 voor de verkoopbegeleiding. Het
verhuisbedrijf rekent 2.000 voor haar diensten. Omdat hij nog geen nieuwe woning
heeft, moet hij zijn spullen opslaan. De opslag kost hem in 2011 een bedrag van
3.000. De hypotheekschuld bedraagt ten tijde van de vervreemding 155.000.
Bereken de eigen woningreserve van Erik.
Een eigenwoningreserve is ingesteld zodat je geen hoge hypotheek kunt nemen.
Hierdoor kun je dus ook niet zoveel mogelijk als aftrek rekenen. Art. 3.119a, lid 4.
De verkoopprijs is 270.
De hypotheek is -155.
De makelaar is - 5
Dat betekend dat Erik een ‘winst’ heeft van 110.000. Dit is zijn
eigenwoningreserve.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CarmenV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.