32.1: Animals are multicellar, heterotrophic eukaryotes with tissues that develop from embryonic
layers
- Heterotroof: Het eten van levend materiaal of niet-levend organisch materiaal
- Animals zijn eukaryoot zonder celwand -> eiwitten buiten het celmembraan zorgen voor
structuur (collageen)
- Cellen zijn onderverdeeld in weefsels
- Vooral seksuele voortplanting, diploïde fase domineert
-> cleavage: a succession of mitotic cell divisons without cell growth between the division
-> blastula: multicellar embryonic stage
-> gastrulation: embryonic tissue develops into body parts. Resultaat = gastrula
- Larva: sexually immature form that is morphologically different from the adult ->
metamorphosis
32.2: The history of animals spans more than half a billion years
Choanoflagellates zijn meest verwant aan dieren, bewijs:
1) Choanoflagellaten en collor cells uit sponzen zijn bijna hetzelfde
2) Collar cells zitten ook in andere dieren, maar niet in planten of fungi
3) DNA sequence bewijst dat het sister groups zijn
Fossielen uit verschillende tijdperken:
Neoproterozoic (1by-541my)
- Ediacaran biota : soft-bodied multicellar eukaryotes
- Geeft bewijs van predation: bore holes
Paleozoic (541my-252my)
- Cambrian Explosion: nieuwe prey-predator relaties, andere zuurstoflevels of Hox
genen/microRNA?
- Eerste dieren met een hard skelet
- Bilateraal symmetrisch
- Complete digestive tract
- Eerste dieren op het land
Mesozoic (252my-66my)
- Ontstaan grote zoogdieren
- Ontstaan vleugels
Cenozoic (66my-now)
- Mass extinctions
- Primaten
32.3: Animals can be characterized by body plans
Body plan: a set of morphological and developmental traits that are integrated into a functional whole
1) Symmetrie
- Radial: living attached to a subsrate or dritfing/weakly swimming
- Bilateral: actively move from place to place, sensory equipment head
2) Tissues
Tijdens gastrulatie wordt een embryo layered
- Ectoderm: germ layer covering the surface
- Endoderm: innermost germ layer
- Mesoderm: third germ layer, fills space between ectoderm and endoderm
-> forms muscles+other organs between the digestive tract and the outer covering of the animal
3) Body cavities
Body cavity= a fluid/air filled space between the endoderm and ectoderm
- Functions: provide structural support + facilitate inner transport
- Coelom: forms from tissue from mesoderm
Nieuwe sectie 1 Pagina 1
, - Coelom: forms from tissue from mesoderm
-> cushions the suspended organs > prevent injury
-> soft bodied animals: acts like a skeleton against which muscles can work
-> enables internal organs to grow
- Hemocoel: body cavity that forms between mesoderm and endoderm
-> contains hemolymph (internal transport)
-> analogous to blood
- Alleen een hemocoel, geen coelom? = pseudocoelomates
- Acoelomates: hebben geen body cavity nodig, zijn heel klein
4) Protostome and deuterostome development
33.1: Sponges are basal animals that lack tissues
Porifera= sponzen
- Filter feeders: laten water door hun lichaam stromen en pakken daar de food partikels uit
- Water wordt door pores het spongocoel ingeleid en gaat door het osculum eruit
Hemafrodiet: ze functioneren als zowel man als vrouw bij voortplanting
33.2: Cnidaria
- Gastrovascular cavity: central digestive compartment
- 1 opening = mond en anus
- Use tentacles to get food into the gastrovascular cavity
- Cnidocyt: unieke cellen voor verdediging en vangst
- Nematocyst: specialized cnidae that contain a stinging thread that can penetrate the body
surface of the prey
- Geen hersenen, wel een zenuwnetwerk waarmee het kan reageren
Medusa= platte, mond-naar-beneden versie van de poliep
Medusoa: gaan tussen de polyp en medusa vorm (kwallen etc)
Anthozoan: koralen en zeeannemonen
- Koralen hebben een hard exoskelet en leven in kolonies
Platwormen (voordeel plat: groot contactoppervlak)
- Plat -> geen body cavity -> via diffusie stoffen in en uit het lichaam
- Protonephrida: simpel uitscheidingsapparaat bestaat hieruit, 'trekken' vloeistof naar buiten
Vb. planarians: scheiden slijm uit en bewegen hier overheen d.m.v. cilia
2 voorbeelden parasitair:
-> Trematodes (zuigworm) met een intermediate host (slak)
-> Tapeworms absorberen voedingsstoffen uit de host, krijg je door rauw vlees
Syndermata
-> rotifers: alimentary canal (mond en anus), organen in hemocoel, door beweging verspreiding
voedsingsstoffen door lichaam
- Parthenogenesis: vrouwtjes uit onbevruchte eitjes
- Bdelloidea: een soort waarin DNA van een andere soort in het DNA van deze gaat, hierdoor wel
genetische variatie met asexual reproduction
-> acanthocepalans
Ectoprocts and Brachiopods
- Hebben een lophophore (kroon van cilia tentakels rond de mond)
-> ectoprocts: lijkt op mos, zee, reef builders
-> brachiopods: bodem van water
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirthewesterlaken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.