BORST
Inhoud
Hoorcolleges
➢ Milieu interieur en homeostase
➢ Anatomie hart
➢ Fysiologie hart
➢ Histologie bloedcellen en bloedcelvorming
➢ Anatomie borstwand en longen
➢ Fysiologie van de ademhaling
➢ Anatomie tractus circulatorius
➢ Fysiologie tractus circulatorius
➢ Vaattonusregulatie: de interactie tussen endotheel en gladde spiercel
➢ Embryogenese hart-en vaatstelsel
Zelfstudieopdrachten
➢ Inleiding regeltheorie voor de geneeskunde
➢ Pompfunctie van het hart
➢ Interpretatie van het elektrocardiogram (ECG)
Vaardigheidsonderwijs
➢ Thoraxorganen
➢ De hartpotentiaal
➢ Histologie bloedcelvorming
Samenvatting 1A2 week 7 – Judith Bus 1
,HOORCOLLEGES
Milieu interieur en homeostase
• Eencelligen hebben geen hart nodig omdat diffusieafstanden klein zijn en
met enkel diffusie kan worden volstaan.
• Bij meercelligen zijn al wat aanpassingen, zoals de aanleg van een kanaal te
zien om diffusieafstanden te verkleinen.
• Bloed zorgt ervoor dat diffusieafstanden verkleint worden door continue
stroom. Bij zoogdieren en vogels zijn er twee circulaties: een longcirculatie
waar de druk relatief laag kan zijn en de lichaamscirculatie waar de druk hoog
is.
De circulatie is erg efficiënt. De diffusieafstanden van vat tot zenuwcel in de
hersenen is slechts 15 micrometer = 1 celsoma diameter.
Bloed heeft twee functies:
➢ Transportfunctie:
- gassen/voedingsstoffen/afvalstoffen/signaalstoffen
- thermoregulatie
➢ Afweerfunctie: bloedstolling, immuniteit
Homeostase
• Het milieu intérieur is de vloeistof waarin de cellen/organen zich bevinden
(extracellulaire vloeistof/ weefselvocht/ interstitiële vloeistof).
• Het totale volume is ongeveer 10-15 liter bij de volwassen mens. De
samenstelling is heel anders dan de vloeistof in het milieu extérieur
(vloeistof in zweetklieren, darmstelsel, urine, etc.).
• Homeostase is het constant houden van het milieu intérieur tijdens
voortdurend veranderende omstandigheden (aanvoer en afvoer van stoffen).
Verstoringen moeten zoveel mogelijk weggewerkt worden.
Homeostase is te vergelijken met de thermostaat in huis.
• De sensor (thermometer) meet de te regelen waarde, in dit geval de
temperatuur.
NOTE: in het hoofd.
• De comparator (thermostaat) heeft een ingestelde waarde/set point
waarmee hij de meetwaarde van de sensor vergelijkt.
− Indien er een verschil is, zal proportioneel aan de grootte van dit verschil een
signaal worden gegeven aan de effector (Cv-installatie). Deze zal indien de
temperatuur te laag is gaan verwarmen.
Deze regellus is effectief om een grootheid constant te houden. De sensor moet
natuurlijk wel op een representatieve plek hangen.
Samenvatting 1A2 week 7 – Judith Bus 2
,Lichaamstemperatuur
De normale rectale temperatuur is 36.8 (+- 0.5) graden Celsius. De temperatuur is
wat lager in de ochtend en hoger in de namiddag.
- constante temperatuur: warmteproductie is gelijk aan de warmteafgifte.
- hyperthermie: warmteproductie overtreft de warmteafgifte (oververhit).
- hypothermie: kerntemperatuur < 35 graden doordat de warmteafgifte de
warmteproductie overtreft.
De lichaamstemperatuur wordt zeer goed gereguleerd door centrale thermosensoren
in de hypothalamus. Daarbij is veel input van het autonome zenuwstelsel.
Thermoregulatie
Mechanismen van warmteafgifte:
- straling (=radiatie): met voorwerpen op afstand; bijv. bij een koud raam in
de buurt zitten
- geleiding (=conductie): door contact met stilstaand medium; bijv. koude
handvaten
- stroming (=convectie): door contact met bewegend medium; bijv.
ventilator
- verdamping (=evaporatie): onttrekking van verdampingswarmte; laatste
methode om warmte te verliezen bij hoge temperaturen
Regulatie door het autonome zenuwstelsel: verhoogde huiddoorbloeding en
zweten.
Innervatie
• De neurotransmitter ACh is verantwoordelijk voor de orthosympathische
activatie van zweetklieren.
• Dit is een uitzondering op de regel aangezien de sympathicus normaal
gesproken de postsynaptische neurotransmitter noradrenaline gebruikt; en de
parasympathicus ACh.
− In de vroege ontwikkeling zijn zweetklieren nog wel adrenerg, maar later
worden ze cholinerg.
Voor de sympathicus is vasoconstrictie door
noradrenaline normaal het belangrijkste,
toch is het ook geassocieerd met
vasodilatatie. De reden is nog niet
helemaal duidelijk.
Samenvatting 1A2 week 7 – Judith Bus 3
, Centrale ZS Perifere zenuwen Doelwitorgaan
Somatische -> -> Skeletspier: ACh bindt N1
ZS (nicotine-receptor)
Autonome ZS Parasympatisch Gladde spiercel/hartspier/klier
preganglionaire vezel preganglionaire vezel - ganglion: ACh bindt N2 receptor
- postganglionair: ACh bindt M
(muscarinereceptor)
Sympathisch grensstreng
preganglionaire vezel ganglion: ACh bindt N2 receptor postganglionair: NE bindt alfa- en
beta adrenerge receptoren
-> m.u.v.: zweetklier (ACh)
chromaffin/bijnier cel:
ACh bindt N2 receptor ->
productie van epinephrine
Temperatuurregulatie
• Bij temperatuurregulatie is een uitgebreid regelsysteem betrokken.
• De sensor moet op een representatieve plek staan, bij de mens is dat in het
midden van de hersenen.
• Hier is de temperatuur belangrijk maar ook goed afgeschermd van de
omgeving. Dit betreft de regulatie van de kerntemperatuur.
• Er zijn ook perifere regelsystemen die lokaal meten. Dit is belangrijk om te
anticiperen en warmteverlies tegen te gaan.
Perifere thermosensoren
• Perifere thermosensoren zijn koude- of warmtereceptoren met zowel een
fasische als tonische respons. Koudereceptoren kunnen goed verlagingen
in temperatuur waarnemen. Warmtereceptoren juist verhogingen.
• De fasische respons (korte duur) is met name belangrijk wanneer de
temperatuur verandert, zodra dit gebeurt zal de receptor fasisch gaan vuren.
Definition: A transient response of a circuit is a temporary change in the way that
it behaves due to an external excitation, that will disappear with time.
• De tonische respons geeft de steady state aan, wanneer de temperatuur
steeds hetzelfde blijft zal de vuurfrequentie naar verloop van tijd een tonische
respons tonen.
Definition: A steady-state response is the behavior of a circuit after a long time
when steady conditions have been reached after an external excitation.
• Ionkanalen die gevoelig zijn voor kou (TRPM8) depolariseren bij kou en
menthol.
NOTE: menthol bindt aan de ionkanalen: directe verkoeling.
TRPM2: warmtegevoelig, TRPM8: koudgevoelig
Samenvatting 1A2 week 7 – Judith Bus 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller judithbus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.