100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Informatie en Mediarecht $4.83   Add to cart

Other

Informatie en Mediarecht

2 reviews
 270 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Preview 2 out of 25  pages

  • January 13, 2015
  • 25
  • 2014/2015
  • Other
  • Unknown

2  reviews

review-writer-avatar

By: stevendriehuis • 8 year ago

Translated by Google

complete.

review-writer-avatar

By: jamilladuchateau • 8 year ago

Translated by Google

Key removed it!

avatar-seller
Informatie en mediarecht
Tentamen

College 1: Inleiding op recht

Vragen


Je kent de verschillende rechtsbronnen
Recht: opgesteld om duidelijke regels te hebben waar we ons aan moeten houden. We vinden het
recht in rechtsbronnen. Deze spreken we af, ze zijn vastgelegd.

Voorbeelden van rechtsbronnen: verdragen en wetten.

Er zijn afspraken gemaakt met hoe wij als landen met elkaar om gaan. Een rechtsbron die wereldwijd
geldt:
 Verdragen: rechten van de mens.
 Soevereiniteit: jij als land mag zeggen wat er moet gebeuren op zijn grondgebied, behalve als
zij daar bepaalde gedragen voor aangaan en zeggen dat ze het oke vinden dat andere landen
ook mee beslissen.
 Verklaringen: zijn minder bindend als een verdrag. Je vindt het belangrijk, maar gaan het
misschien niet uitvoeren. Bijvoorbeeld rechten van een kind. Elk land wil onderwijs voor alle
kinderen, maar niet elk land kan dit waar maken.

Rechtsbronnen:
 De wet: codificatie van regels, er zijn wel 6 wetboeken
 Jurisprudentie: verzameling uitspraken van de rechter
 Gewoonterecht: niet gecodificeerd, gedragslijn, rechtsplicht. Dat is veel losser. Dat zijn regels
die je maakt bij verenigingen en dergelijke.


Je kent de rangorde tussen verschillende wetten
Europese Unie
 Primair gemeenschaprecht: verdragen (hoogste trap).
 Secundair gemeenschaprecht: verordeningen en richtlijnen (trapje lager). Verordening is na
het verdrag het meest dwingende recht wat gemaakt kan worden. Toepassen en je moet het
omzetten naar een nationale recht, het is ook moeilijker om zo‟n verordening te maken. Je
moet een bepaalde meerderheid hebben en kost veel meer tijd.
 Richtlijnen zit er weer onder, is wat losser. Het is makkelijker om een richtlijn te maken, je
moet je eraan houden. Er is een bepaald minimum en maximum…

Oefenvraag: hieronder staan rechtsbronnen. Welk rechtsbron gaat voor op de andere? (van hoog naar laag):
Vedrag - verordening – richtlijn - gewoonterecht.




Je kent het verschil tussen publiek en privaatrecht
Publiekrecht: (Staat-Burger)
 Staatrecht: valt bijvoorbeeld het kiesrecht onder.
 Bestuursrecht: de Nederlandse staat maakt wetten, maar hij moet deze ook uitvoeren. Heeft
betrekking op de: staat, provincie, gemeente en waterschappen.
 Strafrecht: stel jij wordt aangereden hoef jij geen rechtszaak aan te spannen, dat doet de
staat. Een boete van fietsen zonder licht valt ook onder strafrecht.

, Privaatrecht: (Burgers onderling)
 Vermogensrecht: jij wilt je spullen bescherming. Bijvoorbeeld als er iets met je telefoon
gebeurt.
 Intellectuele Eigendom: hoe heb je nou precies recht op de creaties van je geest?

Trias Politica
Teveel macht bij een persoon werkt niet. In democratie hebben we een scheiding van machten.
Tegenovergestelde van democratie is een dictatuur.

 Scheiding der machten.
 Wetgevende macht.
 Uitvoerende macht.
 Rechtssprekende macht.
 Democratie.

Al deze machten zijn gegroepeerd bij verschillende instanties of organen. Ze moeten zo min mogelijk
met elkaar te maken hebben.


Je weet hoe wetgeving en jurisprudentie tot stand komen
Totstandkoming wetgeving

De regering en statengeneraal maken samen de wetgeving.
Statengeneraal bestaat uit de eerste en tweede kamer.
Gemeente mag niet in strijd zijn met provincie en provincie niet in strijd met gemeente.

Totstandkoming jurisprudentie: Verzameling van verschillende uitspraken van rechters.


Je weet de volgorde van rechtsgang
1. Je gaat als eerste naar de Rechtbank (1 rechter): eerste aanleg.
2. Daarna ga je naar het Gerechtshof (3 rechters): in hoger beroep.
3. Kom je er nog niet uit dan ga je naar de Hoge Raad: cassatie. Die kijkt alleen naar de vorm.
Klopt het allemaal wat er is gebeurd.
Als de Hoge Raad een bepaalde uitspraak heeft over een zaak dan zul je zien dat andere instanties
de Hoge Raad hierin volgen. Het is technisch gezien geen wet, maar jurisprudentie kan het wel
aanvullen. Het is geschreven en vrij algemeen. Dat bevorderd ook de rechtseenheid. Er moet een
duidelijke lijn zijn.


Je weet wat de invloed van internationaal op nationaal recht is

Je weet hoe de rechter interpreteert
Interpretatie
De wet is statisch. Het is traag om de wet te veranderen. Gaat heel veel tijd overheen, wordt
besproken in de kamer, heel veel wet voorstellen. Voorbeeld de langstudeerboete. Is nog steeds niet
duidelijk of die nou gaat komen. Als de wet er eenmaal is dan moet de rechter dit gaan toepassen op
verschillende gevallen. De rechter mag zelf interpreteren hoe een wet bedoeld was. Dit staat niet in
het wetboek. Wetten worden vaak expres wat vaag gehouden zodat ze meerdere jaren mee kunnen
gaan.

In een rechtszaal kun je een aantal interpretatie methode die een rechter kan gebruiken:
 Grammaticaal: Juridsch vs normaal spraakgebruik. De rechter moet kijken wat er in de wet
staat, wat wordt daar nou mee bedoeld.
 Historische interpretatie:
 Wethistorisch: is lijdend. De rechter kan ook kijken naar hoe de wet behandeld is in de
kamer.
 Rechthistorisch: er wordt gekeken naar de maatschappelijke ontwikkeling waarin het
recht heeft plaatsgevonden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BoBorkus. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

58426 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.83  11x  sold
  • (2)
  Add to cart