Kosten = geldwaarde van de opgeofferde productiemiddelen: hoeveelheid x prijs
Productiemiddelen = middelen zoals arbeid, machines, grondstoffen, vestegingsplaats enz.
die nodig zijn om producten of diensten te kunnen voortbrengen.
Kosten op meerdere manieren in te delen:
- Kostensoorten = categoriale kostenindeling
- Naar gedrag = naar de relatie met de productieomvang
o Variabel
o Vast of constant
- Naar toewijsbaarheid = naar relatie met een product of dienst
o Direct (bv materiaal van meubels)
o Indirect (bv loonkosten directeur meubelfabriek)
- Naar functie
o Inkoop, productie, verkoop
o Algemeen beheer = overhead
Kostenindeling is niet of-of het is en-en
Kosten zijn niet hetzelfde als uitgaven, opbrengsten zijn niet hetzelfde als ontvangsten
Kostensoorten
- Kosten van grond- en hulpstoffen = Kosten bestaan uit aanschafprijs (inkoopwaarde +
directe inkoopkosten), interestkosten en voorraadkosten.
o Afval
Bruto -/- netto
Kan waarde hebben
Kan waardeloos zijn
o Uitval = afgekeurde producten
Gereedgekomen producten -/- goedgekeurde producten
Kan waarde hebben
Kan waardeloos zijn
- Kosten van arbeid = loonkosten die bestaan uit
o Salarissen
o Sociale verzekeringen
o Vakantiegeld
o Overige personeelskosten
Personeelskosten per uur = kosten van arbeid/ aantal productieve uren
Verschillende manieren om werknemers loon uit te betalen
o Tijdloon = vast bedrag per tijdseenheid
o Stukloon = gebaseerd op prestatie of productie
o Premieloon = vast basisloon + bonus voor prestaties
Beheersen van loonkosten
, o Terugdringen ziekteverzuim
o Vakantieverspreiding
o Inzetten van goedkope arbeidskrachten
o Streven naar geode verhouding werknemer met tijdelijk contract
- Kosten van duurzame productiemiddelen = kosten bestaan uit
o Afschrijvingen
o Interestkosten
o Complementaire kosten (onderhoud, verzekering, brandstof)
- Kosten van diensten van derden = bedragen die worden betaald aan de bedrijven die
ingehuurd worden
- Kosten van belastingen =
o Belasting op goederen en diensten: kostprijsverhogend
(invoerrechten/accijnzen)
o Winstbelasting: beïnvloed alleen de verdeling van de winst
o Omzetbelasting of belasting over de toegevoegde waarde: niet
kostprijsverhogend voor meeste bedrijven, dit bedrag wordt gebaseerd op de
bruto-omzet
- Kosten van financiering = rente en interest
- Kosten van grond = Grond kan bewerkt worden of als vestigingsplaats worden
gebruikt.
Kosten van duurzame productiemiddelen
- Afschrijvingen
o Lineair of recht evenredig: (a-r)/n
o Vast percentage van de boekwaarde
- Ingecalculeerde interest of rente
o (a+r)/2* rentepercentage
o Rentepercentage over boekwaarde op 1/1 van elkaar
- Complementaire kosten = bv benzine/verzekeringspremie
Afschrijven op panden
- Gebonden aan (fiscale) regels
- Afhankelijk van rechtsvorm en gebruik
o Huisvesting van een bedrijf
BV: afschrijven tot 100% van de bodemwaarde
Eenmanszaak: afschrijven tot 50% van de bodemwaarde
o Beleggingspanden
Afschrijven tot 100% van de bodemwaarde
- Bodemwaarde = WOZ waarde
--week 2—
Vaste kosten = ook wel constante kosten
- Niet afhankelijk van de bedrijfsdrukte of productieomvang
- Veranderen niet binnen de bestaande capaciteit
- Vb: huur, loonkosten personeel in vaste dienst, afschrijvingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavandergoes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.