,Hoofdstuk 1 - Human Resource Management: wat is
het en waar dient het toe?
- Doel HRM: medewerkers zo inzetten dat een organisatie haar
doelstellingen kan realiseren.
- Niveaus van HRM -> tabel 1.1, pagina 24.
- Human Capital Management: het optimaliseren van en investeren in
menselijk kapitaal. Dit wordt steeds vaker door leidinggevenden gedaan,
ondersteund door HR-adviseurs.
Paragraaf 3
HRM-beleid vanuit vier invalshoeken.
1. Bedrijfseconomisch perspectief (door management van de organisatie
en aandeelhouders).
Productie. Medewerkers zijn slechts middelen om doelen van organisatie te
halen.
2. Sociaalpsychologisch perspectief (door werknemers).
Mensen en sociale processen. Afstemming tussen mens en organisatie.
3. Politiek perspectief (collectieve belangenbehartigers: ondernemingsraden
en vakbonden).
Belangen tussen partijen. Mensen zijn in een organisatie een individu,
maar ook een belanghebbende.
4. Maatschappelijk perspectief (door overheid en publiek/samenleving).
Relatie tussen organisatie en samenleving.
(Zie tabel 1.2, pagina 31.)
Paragraaf 4
Vier soorten werkprocessen (Schoemaker):
1. Massaproductiewerk
- Standaardproducten voor grote markt.
- Klanten worden gezien als één groep.
- Efficiënt werken (prijs – kwaliteitverhouding).
- Gestandaardiseerd productieproces (strakke functieomschrijvingen).
2. Modern productiewerk
- Producten voor grote markt.
- Massa-individualisering: klant kan (gedeeltelijk) zijn eigen product
samenstellen.
- Service, een beter en nieuwer product dan wat ze al kennen, snelle
levering, etc.
- Productieproces flexibeler dan bij het klassieke productieproces.
3. Massadienstverlening
- Standaarddienst voor veel mensen.
- Het lijkt op lopendebandwerk, maar klanten kunnen precies zien hoe
er wordt gewerkt.
- Duidelijk omschreven hoe medewerkers met klanten om moeten
gaan.
- Klantvriendelijkheid.
3
, 4. Kennisintensieve dienstverlening
- Dienstverlening op maat.
- De medewerker heeft kennis van zaken (professional). De
medewerker formuleert samen met de klant de vraag en biedt
vervolgens, ook vaak in overleg met de klant, de gevraagde dienst
aan. (Voorbeelden: adviesbureaus, advocatenkantoren,
onderzoeksinstituten en ziekenhuizen.)
Mintzberg onderscheidt vijf afstemmingsmechanismen:
1. Onderlinge afstemming: men spreekt samen af hoe men te werk zal
gaan.
2. Directe supervisie: de een geeft aan wat de ander moet doen.
3. Standaardisatie van werkprocessen: er wordt voorgeschreven hoe
men te werk zal gaan, bijvoorbeeld door middel van een
functiebeschrijving.
4. Standaardisatie van bekwaamheden: door middel van
(voor)opleidingseisen, verzekert men er zich van dat iedereen weet wat
men moet doen.
5. Standaardisatie van de output: output (uitkomst) voorgeschreven,
proces niet.
Op basis van deze indeling komt Mintzberg tot de volgende structuurtypen:
Eenvoudige structuur
- Bij beginnende organisatie.
- Weinig structuur, weinig regels.
- De baas stuurt op basis van directe supervisie.
- Informele cultuur.
Machinebureaucratie
- Massaproductiewerk en massadienstverlening.
- Standaardisatie van werkprocessen: voorgeschreven
werkprocessen.
- Goedwerkende structuur bij standaard leveren tegen geringe
kosten. Wordt meer maatwerk vereist, dan is deze structuur te traag
en te log.
- Rolcultuur (nadruk ligt op regels).
Professionele bureaucratie
- Kennisintensieve dienstverlenende organisaties.
- Het werk wordt gedaan op basis van ieders professionaliteit.
- Sturen op individuele bekwaamheden, zodat werk goed wordt
uitgevoerd.
- Persoonsgerichte cultuur.
Adhocratie
- Weinig regels en procedures, waar professionals onderling hun werk
afstemmen.
- Goedwerkende structuur bij grote projectorganisaties, waarin in
wisselende teams complexe problemen worden opgelost.
- Taakcultuur (najagen van beoogde prestaties).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aniekeottevanger. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.